archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 1 Jaargang 16 11 oktober 2018 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Lopen | ||||
Nauwelijks gewandeld | Katharina Kouwenhoven | |||
Het leek een heel goed idee met een fly-drive reis naar Ierland te gaan: ’s-ochtends een stukje rijden en ’s middags een wandelingetje. Maar dat pakte anders uit: veel rijden en nauwelijks wandelen. De Ier is een automobilist en heeft daarvoor merendeels veel te smalle wegen aangelegd. De Ier, die loopt of fietst, doet dat noodgedwongen op diezelfde smalle wegen, waarop niet uitgeweken kan worden. Hij moet zich zodoende tegen muurtjes aandrukken of in heggen zijn heil zoeken om het vege lijf te redden. In het beste geval is er langs de weg een soort stoep aangelegd voor de wandelaar en de fietser, die eufemistisch aangeduid wordt als ‘wandelpad’. Op zo’n pad word je natuurlijk gloeiend gek van het verkeerslawaai. Het komt erop neer dat er in Ierland geen voetpaden zijn. Die moeten er natuurlijk ooit wel geweest zijn, maar omdat de Ieren het recht van overpad niet kennen, konden die niet aan elkaar gekoppeld worden en zijn zodoende weg geschoffeld. Er zijn wel een aantal lange afstandswandelroutes, maar daarop moet je ook regelmatig over de autoweg. Als je er al één kunt vinden, kun je erop alleen maar een stukje heen en weer lopen. Eén van die routes gaat langs de Cliffs of Moher en is een echt voetpad langs de kust. We hebben er uren over gedaan om het te vinden en toen een stukje heen en weer gelopen. In Westport hadden ze recentelijk een wandel/fietsrondje aangelegd van het centrum naar de haven en terug. Dat leek ergens op. Ook in Galway bleek een wandelpad langs de kust te lopen. Helaas werd nergens aangegeven waar je dat pad kon betreden tot in Galway zelf. Afgezien van dat wandelen is Ierland beslist een bezoek waard. Het heeft een mooi en aantrekkelijk landschap, vooral in het westen, waar overdadig veel kust is. Er zijn grote en kleine meren, hoge bergen en glooiende heuvels, hoewel soms geheel kaal en er is zee met hier en daar prachtige stranden. Er zijn vele leuke stadjes en dorpen met fel gekleurde huizen en natuurlijk schitterende pubs met echte Ierse cider en voor wie daar tegen bestand is de onvermijdelijke Guiness. In elk dorp of stadje is een Murphy’s Bar en overal is het eten beneden peil. Bij elke kei die mogelijk een neolithische oorsprong zou kunnen hebben bevindt zich een parkeerplaats en bij de Poulnabrone dolmen is die zo groot dat kennelijk duizenden bezoekers verwacht worden. Het is echter allemaal een beetje tweedehands. Wie regelmatig in het Verenigd Koninkrijk is geweest heeft mooiere kliffen gezien en indrukwekkender dolmen. Imponerend zijn wel de enorme hoeveelheid ruïnes van kloosters, die door Henri VIII gesloten werden en al meer den vier eeuwen de tijd hebben gekregen hun verval vorm te geven. Dat geldt ook voor een heleboel kerkjes. De Ieren zijn gewoon katholiek, met alle gevolgen van dien. In Tuam tref je een hele begraafplaats vol kinderlijkjes, afgepakt van hun moeders (die zogenaamd niet wilden deugen) en om zeep gebracht. Het is onbegrijpelijk dat er nog mensen zijn die tot die kerk willen behoren. De Ieren zijn ook nog buitengewoon gehecht aan hun tweede taal, het Gaelic. Misschien is het zelfs wel hun eerste taal, hoewel niemand het spreekt. Maar alle borden, seinen, signalen, aanwijzingen en aankondigingen zijn in twee talen en dat is prettig, want aan dat Keltisch valt geen touw vast te knopen. Wel doen dus, Ierland. Het zou mijn voorkeur hebben om met het openbaar vervoer te reizen, dan kun je je eigen tempo bepalen en je eigen hotels zoeken. Het kan ook wel met de auto, als je er niet tegenop ziet aan de verkeerde kant te rijden en voortdurend bijna van de weg gedrukt te worden door een grote vrachtwagen. Of je kunt naar een van de vele badplaatsen gaan, waar ze soms een zwembad in zee hebben. Leuk in een warme zomer. ------ De plaatjes zijn van de schrijfster |
||||
© 2018 Katharina Kouwenhoven | ||||
powered by CJ2 |