archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 16 Jaargang 15 14 juni 2018 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > In de polder | ||||
Duurzame tulpen voor greenpiesers | Paul Bordewijk | |||
De Aarde wordt bedreigd door een temperatuurstijging die veel plaatsen in de wereld onleefbaar zal maken. Daarom moeten we onszelf allerlei beperkingen opleggen. Onze huizen moeten van het gas af. We moeten de auto laten staan en zeker niet meer vliegen. Vlees eten mag ook al niet meer, want al die ruftende koeien maken dat er veel te veel methaangas in de atmosfeer komt. En we mogen ook geen ballonnen meer oplaten. Bij al deze oproepen tot een soberder leven hoor je nooit iets over snijbloemen. Toch belasten ook die het milieu. Ze worden gekweekt in de bergen van Ecuador of in Kenya en vandaar naar Nederland gevlogen, om verkocht te worden op de veiling in Aalsmeer. Daarna gaan ze dan weer de hele wereld rond. Een duurzaam product is het niet, want na een of twee weken moeten ze weer worden weggegooid. Dan doen we ze in de compostbak om ons geweten te sussen, maar bij de compostering komt alle CO2 weer vrij die eerst in de stelen en de bloemen is opgeslagen. Snijbloemen passen dus ook niet in een circulaire economie. Als we ze zouden verbranden zou er nog een beetje groene stroom uit gehaald kunnen worden, maar daar houdt de milieubeweging niet van. Er is echter een duurzaam alternatief. Je kunt bloemen ook van plastic maken of van papier. Zeker plastic bloemen zijn onbeperkt houdbaar. Als je er genoeg van hebt kun je ze ook ruilen met iemand anders. Net zoals je tegenwoordig overal aan de straat kleine kastjes ziet verschijnen, met boeken die mensen willen ruilen, zou je ook een vaas aan de straat kunnen zetten met plastic bloemen die je wilt ruilen. Je kunt plastic bloemen ook recyclen. Waarom wordt zoiets nu nooit gepropageerd? Door alleen de milieuvervuiling via snijbloemen aan te pakken win je de oorlog niet, dat is duidelijk. Maar hier geldt wel: alle beetjes helpen. GroenLinks politici hebben een tijd gepropageerd om te plassen onder de douche, want als greenpieser gebruikte je minder water om je plas door te spoelen. Maar dat was ook niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Er is een andere reden waarom je nooit een pleidooi voor plastic tulpen hoort: plastic tulpen zijn niet voor OSM. Ze zijn iets voor het mindere volk, dat geen geld heeft om elke week verse bloemen te kopen. Al weer meer dan vijftig jaar geleden schreef Friso Wiegersma Het Dorp, gezongen door Wim Sonneveld. Daarin werd de teloorgang van het dorp Deurne bezongen, als gevolg van de modernisering: Want ziet, hoe rijk het leven is Ze zien de televisiequiz En wonen in betonnen dozen Met flink veel glas dan kun je zien Hoe of het bankstel staat bij Mien En d’r dressoir met plastic rozen. Dit ging duidelijk over wat Roel van Duyn in diezelfde tijd het klootjesvolk noemde. Waren het maar echte rozen geweest, dan was er geen probleem. En wat er nu eigenlijk tegen dat bankstel was weet ik ook niet, behalve dan dat het publiek van Wim Sonneveld graag zelf een bankstel had om zich daarmee te onderscheiden van wie zich dat niet kon permitteren. Maar met die loonrondes in de jaren zestig was dat verschil weggevallen. Daarom zul je de greenpiesers nooit voor plastic bloemen horen pleiten, net zoals ze wel de vegetarische slager aanbevelen, maar ze nooit margarine zullen aanduiden als vegetarische boter. Elektriciteit moet worden opgewekt met natuurlijke bronnen, zoals zon en wind en niet met kerncentrales ook al nemen die veel minder ruimte in. Maar met klimaatbeleid heeft dat weinig te maken. -------- Het plaatje is van Petra Busstra |
||||
© 2018 Paul Bordewijk | ||||
powered by CJ2 |