archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 8 Jaargang 15 15 februari 2018 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Naar de film | ||||
Hoe informatief is Le Redoutable? | Hans Knegtmans | |||
Le Redoutable is een docudrama over de Franse filmer Jean-Luc Godard. Grote kans dat die naam u bekend voorkomt, maar dat u er niet meteen in slaagt één of meer van zijn films te noemen. Had hij niet iets te maken met de Nouvelle Vague? Ja, dat had hij. Sterker nog, hij wordt wel gezien als dé bedenker van deze filmstroming, die zijn kop opstak in de jaren vijftig. À bout de souffle – uit 1959, ook wel bekend onder de Engelse titel Breathless – wordt vaak gezien als het startpunt van deze stroming. Met hoofdrollen voor de toenmalige superster Jean-Paul Belmondo en de Amerikaanse actrice Jean Seberg. Alleen de oudere cinefiel herinnert zich nog het sukkeldrafje waarmee de dodelijk gewonde Belmondo zijn laatste meters aflegt (later kunstig geciteerd in een tv-item van Koot en Bie). Natuurlijk heeft Godard meer films gemaakt. En hij had een paar collega’s die in één adem met hem kunnen worden genoemd, zoals Claude Chabrol (Le beau Serge, 1958) en François Truffaut (Les 400 coups, 1959). Maar toch is door de jaren heen Godard hét uithangbord gebleven van de ‘nieuwe’ Franse cinéma. Met regisseurs – van huis uit veelal contribuanten van het tijdschrift Cahiers du cinéma – die hartstochtelijk bepleitten dat de gewraakte ‘Cinéma du Papa’ zijn houdbaarheidsdatum ruimschoots had overschreden en nu plaats moest maken voor de nieuwe stroming. Dit mag dan allemaal leuk en aardig zijn, het is niet direct de thematiek waarmee je drommen liefhebbers naar het theater lokt. Het valt dan ook te billijken dat regisseur Hacanavicius zijn film opleukt met een paar sappige human interest-items. In de eerste plaats voert hij Godards nieuwe en schandalig meisjesachtige vriendin Stacy (Anne Wiazemsky) ten tonele, die in haar rol van leuk jong ding haar vriend en mentor terzijde mag staan. Belangrijker nog voor het verhaal is Godards steeds hechtere omarming van het Maoïsme. Eind jaren zestig beschouwde de regisseur de ‘gewone’ speelfilm inmiddels als een verderfelijk instrument van het kapitalisme. Met de film La Chinoise – een hoofdrol voor zijn eigenste Anne Wiazemsky – probeerde hij zijn antikapitalistische bedenksels toegankelijk te maken voor een politiek bewust bioscooppubliek. Zoals je kon verwachten, had La Chinoise niet het publieke succes waarop Godard gehoopt had en ook daarna ging het bergafwaarts met het zoveel belovende talent. Zijn latere films blinken vooral uit door onbegrijpelijkheid. Ter illustratie: in 2010 zag ik op vakantie in Barcelona Film Socialisme. Ik begreep er helemaal niets van, maar schreef dat toen toe aan de bar en boze Spaanse ondertiteling. Een paar weken later gaf ik in Nederland de film een herkansing, maar dat was geen substantiële verbetering. De ondertiteling was net wat minder krenterig, maar dat betekende nog niet dat het verhaal nu wél te volgen was. Twee versies van dezelfde film, de ene nog onbegrijpelijker dan de andere, het is een opmerkelijk fenomeen. Terug naar Le Redoutable. In de loop van het verhaal maakt de regisseur een ontwikkeling door die psychologisch niet echt eenduidig is. Sommige verschuivingen in de relatie tussen de alwetende Godard (uitstekende rol van Louis Garrel) en zijn aanvankelijk dociele vriendinnetje wekken geen verbazing: kleine kinderen worden groot, en naarmate Godard zich meer verstrikt in de problematiek van de ‘Maoïstische speelfilm’ wordt het voor zijn niet-gestudeerde maar wel helder denkende vriendin makkelijker, communicatief tegenspel te bieden. Maar ook in andere contacten is hij niet meer de superieure allesweter van weleer. Het lijkt soms alsof zijn flirt met het Maoïsme hem zoveel moeite kost, dat hij zich laat imponeren door gesprekspartners met wie hij vroeger de vloer zou hebben aangeveegd. De film hobbelt naar een ontknoping die niemand verwacht en die volgens mijn kennis niet overeenkomt met de historische werkelijkheid. De laatste beelden die we zien van de zwoegende cineast doen pijn aan de ogen. Godard heeft in de strijd van artistieke authenticiteit tegen democratische correctheid kennelijk aan het kortste eind getrokken. Elke draaidag begint met urenlang geouwehoer van de voltallige filmploeg over alles en nog wat, voordat – eindelijk!! – de opnamen van die dag kunnen beginnen. Het is een nederlaag die we zelfs een treurig afgegleden filmmaker als Godard niet toewensen. ------- De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver |
||||
© 2018 Hans Knegtmans | ||||
powered by CJ2 |