archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 8
Jaargang 15
15 februari 2018
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De zittingsduur van de burgemeester Paul Bordewijk

1508BS BurgemeesterDe Tweede Kamer heeft definitief ingestemd met een grondwetswijziging waardoor niet langer vaststaat dat de burgemeester benoemd wordt door de Kroon. Verwacht wordt dat ook de Eerste Kamer daarmee zal instemmen. Daarmee is de weg vrij voor een discussie hoe de burgemeester dan wel benoemd wordt.
In die discussie zal het er vooral om gaan of de burgemeester benoemd wordt door de gemeenteraad of rechtstreeks wordt gekozen. Maar er is een andere kwestie die voor de positie van de burgemeester nog wel zo belangrijk is en dat is voor welke tijdsduur de burgemeester wordt aangesteld.

Op dit moment is dat zes jaar. Dat wijkt dus af van de zittingsduur van de gemeenteraad, die vier jaar bedraagt, net als die van de wethouders. Na de gemeenteraadsverkiezingen eindigt de benoemingstermijn van de wethouders, en kiest de gemeenteraad nieuwe, na een onderhandelingsproces dat in de wandeling de collegevorming wordt genoemd, maar het in feite niet is, omdat de positie van de burgemeester daarbij niet in het geding is.

Een nieuwe burgemeester wordt aangewezen wanneer de zittingstermijn van de oude burgemeester is verstreken en de raad tegen herbenoeming is, of wanneer de zittende burgemeester ontslag neemt, al dan niet gedwongen. Anders dan bij de wethouders, wordt de opvolger dan aangesteld voor de volle termijn van zes jaar. Een tussentijdse benoeming van een nieuwe wethouder geldt slechts tot de eerstkomende raadsverkiezing.

Bij een burgemeestersvacature krijgt de gemeenteraad de kans een aanbeveling te doen voor een opvolger, die sinds 2002 altijd door de regering is gehonoreerd. Daarbij is het cruciaal dat anders dan bij de benoeming van de wethouders, de keuze van de nieuwe burgemeester geen onderdeel is van het coalitieakkoord, maar dat alle fracties daarbij betrokken worden.
Er wordt gekeken naar de persoonlijke kwaliteiten van kandidaten, niet naar hun partijlidmaatschap. Je kunt burgemeester worden terwijl je eigen partij in de oppositie zit, zoals Marcouch in Arnhem. Wanneer je eigen partij de verkiezingen verliest en in de oppositie gaat, kun je rustig aanblijven als burgemeester. De burgemeester is daarmee representant van de gehele raad, terwijl de wethouders toch vooral deel uitmaken van de coalitie.
Een dergelijke onafhankelijke positie van de burgemeester heeft grote voordelen, vooral bij toenemende fragmentatie van de lokale politiek. De burgemeester heeft buiten zijn eigen portefeuille dan niet de taak om beleid te ontwikkelen, maar om de zaak in goede banen te leiden. En gaat dat mis, dan kan de raad het vertrouwen opzeggen en wordt een nieuwe burgemeester gezocht.

Er zullen veel stemmen opgaan om dit na de grondwetswijziging zo te laten. In plaats van een aanbevelingsrecht krijgt de gemeenteraad dan het benoemingsrecht. Pikant daarbij is dat dan de minister niet meer de mogelijkheid heeft een kandidaat niet te benoemen wanneer er twijfel is aan diens integriteit. Dat is geen theoretische kwestie meer sinds minister Ollongren in Brunssum op grond van een integriteitsonderzoek het aftreden van een wethouder heeft geëist die wel het vertrouwen van de meerderheid van de raad had.

De op deze wijze benoemde burgemeester is heel geschikt om de gemeenteraad voor te zitten, maar er wringt iets bij zijn voorzitterschap van het College van B. en W. Hij moet dan leiding geven aan een gezelschap dat buiten hem om tot stand is gekomen, op basis van een programma waar hij ook al niets over te zeggen heeft gehad. Toch wordt hij door veel inwoners gezien als de belichaming van het gemeentebestuur.

Stel dat bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen de VVD zwaar verlies leidt en in de oppositie gaat, maar Rutte blijft gewoon minister-president, omdat zijn termijn nog niet verlopen is. Dat kun je je toch niet voorstellen? Daarbij zit de burgemeester ook nog eens de gemeenteraad voor. Ziet u dat voor zich, Rutte die ook de Tweede Kamer voorzit? Ook op dat punt wrikt het huidige systeem.

Een alternatief is dat de benoeming van de burgemeester net als die van de wethouders onderdeel is van de collegevorming, die dan ook met recht zo mag heten. Het ligt dan voor de hand dat de lijsttrekker van de grootste collegepartij burgemeester wordt. De keuze van de burgemeester wordt dan inzet van de raadsverkiezingen en indirect is er sprake van een gekozen burgemeester. Zo doen ze dat in België. Het is dan wel beter dat iemand anders de raadsvergaderingen voorzit.

Maar zou je dan niet liever de burgemeester rechtstreeks kiezen? Dat gaat hoe dan ook ten koste van de macht van de gemeenteraad. Er treedt een verschuiving op van collegiaal bestuur naar eenhoofdig bestuur. Kiezers zullen verwachten dat burgemeesters hun eigen programma uitvoeren, burgemeesters zullen zelf willen uitmaken wie ‘hun’ wethouders worden. Niet voor niets heten die in andere landen adjoints, assessori of Beigeordnete.

Dit levert de minste schade op wanneer de burgemeestersverkiezing samenvalt met die van de gemeenteraad. Maar het staat ook dan niet vast dat de burgemeester gesteund wordt door een meerderheid in de Raad, zoals Obama niet gesteund werd door een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Wanneer de zittingstermijn van de burgemeester zes jaar blijft, is dat risico nog groter.

Hoe dan ook: het gaat in een nieuw gemeentebestuur niet alleen om wie de burgemeester benoemt, maar ook om de periode waarvoor hij of zij benoemd wordt.

-------
Het plaatje is van Henk Klaren (eeuwigdurende kalender met ambtsketen)


© 2018 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
De zittingsduur van de burgemeester Paul Bordewijk
1508BS BurgemeesterDe Tweede Kamer heeft definitief ingestemd met een grondwetswijziging waardoor niet langer vaststaat dat de burgemeester benoemd wordt door de Kroon. Verwacht wordt dat ook de Eerste Kamer daarmee zal instemmen. Daarmee is de weg vrij voor een discussie hoe de burgemeester dan wel benoemd wordt.
In die discussie zal het er vooral om gaan of de burgemeester benoemd wordt door de gemeenteraad of rechtstreeks wordt gekozen. Maar er is een andere kwestie die voor de positie van de burgemeester nog wel zo belangrijk is en dat is voor welke tijdsduur de burgemeester wordt aangesteld.

Op dit moment is dat zes jaar. Dat wijkt dus af van de zittingsduur van de gemeenteraad, die vier jaar bedraagt, net als die van de wethouders. Na de gemeenteraadsverkiezingen eindigt de benoemingstermijn van de wethouders, en kiest de gemeenteraad nieuwe, na een onderhandelingsproces dat in de wandeling de collegevorming wordt genoemd, maar het in feite niet is, omdat de positie van de burgemeester daarbij niet in het geding is.

Een nieuwe burgemeester wordt aangewezen wanneer de zittingstermijn van de oude burgemeester is verstreken en de raad tegen herbenoeming is, of wanneer de zittende burgemeester ontslag neemt, al dan niet gedwongen. Anders dan bij de wethouders, wordt de opvolger dan aangesteld voor de volle termijn van zes jaar. Een tussentijdse benoeming van een nieuwe wethouder geldt slechts tot de eerstkomende raadsverkiezing.

Bij een burgemeestersvacature krijgt de gemeenteraad de kans een aanbeveling te doen voor een opvolger, die sinds 2002 altijd door de regering is gehonoreerd. Daarbij is het cruciaal dat anders dan bij de benoeming van de wethouders, de keuze van de nieuwe burgemeester geen onderdeel is van het coalitieakkoord, maar dat alle fracties daarbij betrokken worden.
Er wordt gekeken naar de persoonlijke kwaliteiten van kandidaten, niet naar hun partijlidmaatschap. Je kunt burgemeester worden terwijl je eigen partij in de oppositie zit, zoals Marcouch in Arnhem. Wanneer je eigen partij de verkiezingen verliest en in de oppositie gaat, kun je rustig aanblijven als burgemeester. De burgemeester is daarmee representant van de gehele raad, terwijl de wethouders toch vooral deel uitmaken van de coalitie.
Een dergelijke onafhankelijke positie van de burgemeester heeft grote voordelen, vooral bij toenemende fragmentatie van de lokale politiek. De burgemeester heeft buiten zijn eigen portefeuille dan niet de taak om beleid te ontwikkelen, maar om de zaak in goede banen te leiden. En gaat dat mis, dan kan de raad het vertrouwen opzeggen en wordt een nieuwe burgemeester gezocht.

Er zullen veel stemmen opgaan om dit na de grondwetswijziging zo te laten. In plaats van een aanbevelingsrecht krijgt de gemeenteraad dan het benoemingsrecht. Pikant daarbij is dat dan de minister niet meer de mogelijkheid heeft een kandidaat niet te benoemen wanneer er twijfel is aan diens integriteit. Dat is geen theoretische kwestie meer sinds minister Ollongren in Brunssum op grond van een integriteitsonderzoek het aftreden van een wethouder heeft geëist die wel het vertrouwen van de meerderheid van de raad had.

De op deze wijze benoemde burgemeester is heel geschikt om de gemeenteraad voor te zitten, maar er wringt iets bij zijn voorzitterschap van het College van B. en W. Hij moet dan leiding geven aan een gezelschap dat buiten hem om tot stand is gekomen, op basis van een programma waar hij ook al niets over te zeggen heeft gehad. Toch wordt hij door veel inwoners gezien als de belichaming van het gemeentebestuur.

Stel dat bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen de VVD zwaar verlies leidt en in de oppositie gaat, maar Rutte blijft gewoon minister-president, omdat zijn termijn nog niet verlopen is. Dat kun je je toch niet voorstellen? Daarbij zit de burgemeester ook nog eens de gemeenteraad voor. Ziet u dat voor zich, Rutte die ook de Tweede Kamer voorzit? Ook op dat punt wrikt het huidige systeem.

Een alternatief is dat de benoeming van de burgemeester net als die van de wethouders onderdeel is van de collegevorming, die dan ook met recht zo mag heten. Het ligt dan voor de hand dat de lijsttrekker van de grootste collegepartij burgemeester wordt. De keuze van de burgemeester wordt dan inzet van de raadsverkiezingen en indirect is er sprake van een gekozen burgemeester. Zo doen ze dat in België. Het is dan wel beter dat iemand anders de raadsvergaderingen voorzit.

Maar zou je dan niet liever de burgemeester rechtstreeks kiezen? Dat gaat hoe dan ook ten koste van de macht van de gemeenteraad. Er treedt een verschuiving op van collegiaal bestuur naar eenhoofdig bestuur. Kiezers zullen verwachten dat burgemeesters hun eigen programma uitvoeren, burgemeesters zullen zelf willen uitmaken wie ‘hun’ wethouders worden. Niet voor niets heten die in andere landen adjoints, assessori of Beigeordnete.

Dit levert de minste schade op wanneer de burgemeestersverkiezing samenvalt met die van de gemeenteraad. Maar het staat ook dan niet vast dat de burgemeester gesteund wordt door een meerderheid in de Raad, zoals Obama niet gesteund werd door een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Wanneer de zittingstermijn van de burgemeester zes jaar blijft, is dat risico nog groter.

Hoe dan ook: het gaat in een nieuw gemeentebestuur niet alleen om wie de burgemeester benoemt, maar ook om de periode waarvoor hij of zij benoemd wordt.

-------
Het plaatje is van Henk Klaren (eeuwigdurende kalender met ambtsketen)
© 2018 Paul Bordewijk
powered by CJ2