archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 15
1 februari 2018
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Een beetje geschiedenis (1) Peter Schröder

1507BS Beetje1Er zijn mensen die een mooie knoop vinden en bij die knoop een even mooie jas gaan zoeken of maken. Vaak een veel omvattende werkwijze die eerder associatief dan systematisch wordt aangepakt. Lateraal denkende mensen (is dat eigenlijk een 70er jaren uitdrukking? Momenteel verdrongen door de Dwarse Denkers die buiten de lijntjes aan het kleuren zijn?) kunnen hierin een grote virtuositeit ontwikkelen. Zo’n, laten we zeggen, omgekeerde trechter strategie, de brede panorama visie (in tegenstelling tot de vermaledijde tunnelvisie) kan nog best extremer worden uitgevoerd en leidt dan tot de zoektocht naar, of het vervaardigen van, een complete garderobe bij die ene knoop. Een omkeerbaar proces?
Let op. Van de ingewikkelde wereld terug naar de eenvoudige knoop?

Hier een keramisch tegeltableau met een plaatje. Wat zit daar aan vast? Wat is de context?
Mooi plaatje (plaatje 1.a.) hoor! Een frontale kijk op een auto uit het begin van het interbellum. Sportief, gebouwd op snelheid. Een open sportwagen met twee gehelmde sportievelingen naast elkaar. Er wordt een Bugatti gesuggereerd (en dan zonder overbodige koplampen). Wikipedia: ‘In 1909 vestigde de Italiaan Ettore Bugatti (Milaan, 15 september 1881 – Neuilly, 21 augustus 1947) zich in het toenmalig Duitse Molsheim bij Straatsburg waar hij als zelfstandig automobielbouwer begon. De Bugatti’s waren een kunstzinnige familie. De familie telde onder andere meubel- en interieurontwerper Carlo (Ettore's vader) en Ettore's broer Rembrandt was beeldhouwer: het beeldje van de olifant op de radiatordop van het type Royale was van zijn hand’.

Kijk aan, een mooi begin, maar het eindigt (via o.a. Hispano Suiza) in de ordinaire Volkswagen AG. Weliswaar met Bentley in de senioren/rijkeluisdivisie onder leiding van Wolfgang Dürheimer (1958) baas na BMW, Porsche en Audi, maar toch behoorlijk vulgair.
We zitten ongeveer 1920, dan bedoelt de kunstenaar een Bugatti Type 20. Op weg met z’n tweetjes. In Frankrijk. Er zijn nog geen autoroutes, er is geen wegenwacht, er bestaan nog geen veiligheidsgordels: het was een tijd van Vrijheid! Gezellig maar sportief sjezen op de buitenwegen. Zijn die wegen op zo’n auto berekend? Welzeker, mits je beschikt over het juiste materiaal.

Goede banden
Goede banden, zodat de machine niet uit elkaar rammelt en de mensen er in heel blijven. Kijk, zo bijvoorbeeld: Bibendum (plaatje 1b.) rijdt op kwaliteitsbanden soepel verend over een weg van losgeslagen kinderkopjes en rookt er zijn favoriete (toen niet verboden) sigaar bij. De buitenwegen anno 1920, daarop reden de autopioniers in een wolk van stof, kippen, eenden en biggetjes, begeleid door1507BS Beetje2 blaffende honden en met hooivorken zwaaiende boze boeren. Pandemonium! Een spoor van, laten we zeggen, ‘onrust’ zoals destijds bijvoorbeeld treffend in beeld (plaatjes 2.a. en b.) gebracht door de Franse tekenaar Benjamin Rabier (1864 La Roche-sur-Yon, 1864, Faverolles 1939). Rabier de tekenaar van de legendarische ‘Vache qui rit’.

Pandemonium
De Leunstoelgeneratie kent dit stereotype Pandemonium niet van Rabier uit de jaren ‘20, maar uit Kuifje, jaren ‘50. ‘De Zaak Zonnebloem’ (1956): de Kapitein  wordt op straat wandelend in een Zwitsers dorpje van de sokken gereden door een Italiaan in een Lancia Aurelia B20 S. (de S van Sport) ….. ‘Kuifje: Verschrikkelijk!!!! Hoe zal die arme Haddock er aan toe zijn? ...’. De Kapitein ligt op de motorkap van de Lancia en voegt de chauffeur toe:
‘Bandiet! ... Menseneter! ... Kilometervreter! … Wegduivel! ... Drommels nog aan toe, waarom moet u hier zo hard rijden? ... Wou u misschien door de geluidsmuur? ... U lijkt wel een komeet op drift! ...’
… dan lijkt het toch handig om de chauffeur te vragen om een lift, om de ontvoerders van Professor Triphonius Zonnebloem te pakken te krijgen. De chauffeur: ‘Madonna mia! Bandieten achtervolgen? Goed, Kom er maar in!’   

Tempo Italiano
‘Ik ga jullie bewijzen dat de Italiaanse auto’s en de Italiaanse chauffeurs de beste ter wereld zijn. Avanti! De Zon achterna!’ De auto  baant zich een weg door een markt in dat dorpje. En gaat dan, nog sneller, de weg op: De Kapitein krijgt hartproblemen, de chauffeur: ‘Haha! Je vind dat ik te vlug rijd!’ Kuifje: ‘Hm … Ik denk dat de kapitein denkt dat u te laag vliegt’. Dan grijpt eindelijk een Zwitserse politieagent in: ‘Wildemannen! ... Door een gemeente rijden met zo’n ongehoorde snelheid! Dat zal je duur te staan komen! Hoe heet je?’

Cartoffoli
De chauffeur knalt er uit: ‘Arturo Benedetto Giovanni Giuseppe Pietro Archangelo Alfredo Cartoffoli van Milaan’. Daar heeft de agent niet van terug en hij bergt zijn bonboekje weer op.
Goed, Het plaatje op het tegeltableau suggereert de mogelijkheid van een toen gebruikelijk pandemonium.
Het plaatje is geschilderd in geglazuurd aardewerk. De aardewerken tegel is wat we tegenwoordig graag de informatiedrager noemen, in dit geval de drager van het beeldmateriaal.
Wie heeft er voor gezorgd dat dit tegeltableau met gekleurd beeldmateriaal vervaardigd werd? En Waar, Waarom en Waartoe? Lees daartoe de tweede en laatste aflevering van deze uitputtende beschrijving van de kosmos rond dat tableau in het volgende nummer van De Leunstoel.

------
De plaatjes komen van
Beeldbank Peter Schröder atb.nl

© 2018 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Een beetje geschiedenis (1) Peter Schröder
1507BS Beetje1Er zijn mensen die een mooie knoop vinden en bij die knoop een even mooie jas gaan zoeken of maken. Vaak een veel omvattende werkwijze die eerder associatief dan systematisch wordt aangepakt. Lateraal denkende mensen (is dat eigenlijk een 70er jaren uitdrukking? Momenteel verdrongen door de Dwarse Denkers die buiten de lijntjes aan het kleuren zijn?) kunnen hierin een grote virtuositeit ontwikkelen. Zo’n, laten we zeggen, omgekeerde trechter strategie, de brede panorama visie (in tegenstelling tot de vermaledijde tunnelvisie) kan nog best extremer worden uitgevoerd en leidt dan tot de zoektocht naar, of het vervaardigen van, een complete garderobe bij die ene knoop. Een omkeerbaar proces?
Let op. Van de ingewikkelde wereld terug naar de eenvoudige knoop?

Hier een keramisch tegeltableau met een plaatje. Wat zit daar aan vast? Wat is de context?
Mooi plaatje (plaatje 1.a.) hoor! Een frontale kijk op een auto uit het begin van het interbellum. Sportief, gebouwd op snelheid. Een open sportwagen met twee gehelmde sportievelingen naast elkaar. Er wordt een Bugatti gesuggereerd (en dan zonder overbodige koplampen). Wikipedia: ‘In 1909 vestigde de Italiaan Ettore Bugatti (Milaan, 15 september 1881 – Neuilly, 21 augustus 1947) zich in het toenmalig Duitse Molsheim bij Straatsburg waar hij als zelfstandig automobielbouwer begon. De Bugatti’s waren een kunstzinnige familie. De familie telde onder andere meubel- en interieurontwerper Carlo (Ettore's vader) en Ettore's broer Rembrandt was beeldhouwer: het beeldje van de olifant op de radiatordop van het type Royale was van zijn hand’.

Kijk aan, een mooi begin, maar het eindigt (via o.a. Hispano Suiza) in de ordinaire Volkswagen AG. Weliswaar met Bentley in de senioren/rijkeluisdivisie onder leiding van Wolfgang Dürheimer (1958) baas na BMW, Porsche en Audi, maar toch behoorlijk vulgair.
We zitten ongeveer 1920, dan bedoelt de kunstenaar een Bugatti Type 20. Op weg met z’n tweetjes. In Frankrijk. Er zijn nog geen autoroutes, er is geen wegenwacht, er bestaan nog geen veiligheidsgordels: het was een tijd van Vrijheid! Gezellig maar sportief sjezen op de buitenwegen. Zijn die wegen op zo’n auto berekend? Welzeker, mits je beschikt over het juiste materiaal.

Goede banden
Goede banden, zodat de machine niet uit elkaar rammelt en de mensen er in heel blijven. Kijk, zo bijvoorbeeld: Bibendum (plaatje 1b.) rijdt op kwaliteitsbanden soepel verend over een weg van losgeslagen kinderkopjes en rookt er zijn favoriete (toen niet verboden) sigaar bij. De buitenwegen anno 1920, daarop reden de autopioniers in een wolk van stof, kippen, eenden en biggetjes, begeleid door1507BS Beetje2 blaffende honden en met hooivorken zwaaiende boze boeren. Pandemonium! Een spoor van, laten we zeggen, ‘onrust’ zoals destijds bijvoorbeeld treffend in beeld (plaatjes 2.a. en b.) gebracht door de Franse tekenaar Benjamin Rabier (1864 La Roche-sur-Yon, 1864, Faverolles 1939). Rabier de tekenaar van de legendarische ‘Vache qui rit’.

Pandemonium
De Leunstoelgeneratie kent dit stereotype Pandemonium niet van Rabier uit de jaren ‘20, maar uit Kuifje, jaren ‘50. ‘De Zaak Zonnebloem’ (1956): de Kapitein  wordt op straat wandelend in een Zwitsers dorpje van de sokken gereden door een Italiaan in een Lancia Aurelia B20 S. (de S van Sport) ….. ‘Kuifje: Verschrikkelijk!!!! Hoe zal die arme Haddock er aan toe zijn? ...’. De Kapitein ligt op de motorkap van de Lancia en voegt de chauffeur toe:
‘Bandiet! ... Menseneter! ... Kilometervreter! … Wegduivel! ... Drommels nog aan toe, waarom moet u hier zo hard rijden? ... Wou u misschien door de geluidsmuur? ... U lijkt wel een komeet op drift! ...’
… dan lijkt het toch handig om de chauffeur te vragen om een lift, om de ontvoerders van Professor Triphonius Zonnebloem te pakken te krijgen. De chauffeur: ‘Madonna mia! Bandieten achtervolgen? Goed, Kom er maar in!’   

Tempo Italiano
‘Ik ga jullie bewijzen dat de Italiaanse auto’s en de Italiaanse chauffeurs de beste ter wereld zijn. Avanti! De Zon achterna!’ De auto  baant zich een weg door een markt in dat dorpje. En gaat dan, nog sneller, de weg op: De Kapitein krijgt hartproblemen, de chauffeur: ‘Haha! Je vind dat ik te vlug rijd!’ Kuifje: ‘Hm … Ik denk dat de kapitein denkt dat u te laag vliegt’. Dan grijpt eindelijk een Zwitserse politieagent in: ‘Wildemannen! ... Door een gemeente rijden met zo’n ongehoorde snelheid! Dat zal je duur te staan komen! Hoe heet je?’

Cartoffoli
De chauffeur knalt er uit: ‘Arturo Benedetto Giovanni Giuseppe Pietro Archangelo Alfredo Cartoffoli van Milaan’. Daar heeft de agent niet van terug en hij bergt zijn bonboekje weer op.
Goed, Het plaatje op het tegeltableau suggereert de mogelijkheid van een toen gebruikelijk pandemonium.
Het plaatje is geschilderd in geglazuurd aardewerk. De aardewerken tegel is wat we tegenwoordig graag de informatiedrager noemen, in dit geval de drager van het beeldmateriaal.
Wie heeft er voor gezorgd dat dit tegeltableau met gekleurd beeldmateriaal vervaardigd werd? En Waar, Waarom en Waartoe? Lees daartoe de tweede en laatste aflevering van deze uitputtende beschrijving van de kosmos rond dat tableau in het volgende nummer van De Leunstoel.

------
De plaatjes komen van
Beeldbank Peter Schröder atb.nl
© 2018 Peter Schröder
powered by CJ2