archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 15
9 november 2017
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
De Meester van de Zwarte Molen * Claude Aendenboom

1503VG GeellinksEen jeugdboek waar ik goede herinneringen aan heb en dat ik op mijn dertiende in één adem heb uitgelezen was er eentje van Otfried Preussler: Meester van de zwarte molen. Het skelet van dit verhaal speelt zich af in de sombere bossen van Bohemen, eind achttiende eeuw vermoed ik.

Na een vermoeiende Driekoningentocht met twee andere bedeljongens, wordt Krabat tijdens zijn slaap geroepen door een vreemde hese stem: Krabat, kom snel naar de zwarte molen, kom naar de Meester. In eerste instantie doet Krabat deze bizarre droom af als een hoop onzin, maar wanneer de Meester hem twee nachten na elkaar uit zijn slaap houdt besluit Krabat in het naburige dorp navraag te doen naar deze molen. Vele boeren raden hem aan om daar vooral weg te blijven, het is er niet pluis, maar Krabats nieuwsgierigheid is gewekt. Dwalend in het maanlicht doemt vanuit de mist de mysterieuze molen op.

Wanneer Krabat met een handdruk van de molenaar zijn lot als molenaarsknecht bezegelt beseft hij maar amper wat hem te wachten staat. Er klinkt een doffe donderslag!

Het blijkt dat er nog elf andere jongens 'gevangen' worden gehouden door de oude stugge molenaar. Krabat maakt als twaalfde leerling het rijtje af. De Meester laat hen veel hard labeur doen maar houdt ook een lijvig zwart boek bij zich waarin magische formules en toverspreuken staan geschreven die de knechten helpen om het werk op de molen op uur en tijd draaglijker te maken. Telkens als de Meester met zijn jongens wil vergaderen in zijn donkere kaarsverlichte kamer, tovert hij ze om in twaalf zwarte raven die braafjes op een rij luisteren welke toverformules hij hen zal prijsgeven.

Ieder jaar 'verdwijnt' er echter één van de knapen, namelijk de oudste, de meesterknecht, degene dus die er het langste is verbleven. Er komt dan een ander slachtoffer in de plaats. Als Krabat op een winternacht door het zolderraam1503VG Krabat bemerkt hoe zijn baas in gesprek is met de duivel wil hij in allerijl vluchten, maar hoe hard hij ook probeert hij komt altijd weer bij de strenge molenaar terecht want ... weglopen kan gewoonweg niet. Krabat probeert het tot tweemaal toe. De meester bewondert zijn lef en duidt hem aan als zijn opvolger, iets wat de jongeman niet zint.

De enige manier om uit deze jarenlange nachtmerrie te ontwaken is verliefd worden op een meisje. Als een geblinddoekt meisje haar geliefde uit de twaalf raven kan herkennen wordt de molen opgedoekt, sterft de Meester en kunnen de overgebleven jongens weer aan hun normale leven beginnen. Dat is immers één van de geheime wetten die Krabats trouwste molenaarsvriend Juro aan het zwarte boek weet te ontfutselen. Krabat ontmoet op één van zijn schaarse vrije momenten inderdaad een meisje, terwijl de dorpelingen Paasnacht vieren. Het is nu of nooit want de liefde is wederkerig. Zij wordt uitgenodigd om Krabat er geblinddoekt uit te pikken als geliefde, lukt het niet dan wordt het koppeltje op een gruwelijke manier gedood.

Preussler houdt het spannend en verrassend tot aan de allerlaatste bladzijde: de twaalf raven lijken immers erg op elkaar. Maar als Krabats reddende engel er tenslotte in slaagt om hem eruit te kiezen vertelt ze kort nadien in alle vrijheid: 'Ik heb je direct herkend Krabat, je bibberde van angst ... angst uit liefde voor mij!'

En zo wandelen ze met z'n allen de wijde wereld in, een zonnige toekomst tegemoet.

Preussler werd geboren in het Duitstalige Reichenberg. In 1942 vocht hij mee aan het Oostfront. Later werd hij gevangen genomen door het Rode Leger en naar een krijgsgevangenkamp gebracht in de Sovjet-Unie waar hij kennis maakt met de Russische volksverhalen. Deze waren een inspiratiebron voor 'Meester van de zwarte molen'.

----------
Het plaatje is van Via Dit


© 2017 Claude Aendenboom meer Claude Aendenboom - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
De Meester van de Zwarte Molen * Claude Aendenboom
1503VG GeellinksEen jeugdboek waar ik goede herinneringen aan heb en dat ik op mijn dertiende in één adem heb uitgelezen was er eentje van Otfried Preussler: Meester van de zwarte molen. Het skelet van dit verhaal speelt zich af in de sombere bossen van Bohemen, eind achttiende eeuw vermoed ik.

Na een vermoeiende Driekoningentocht met twee andere bedeljongens, wordt Krabat tijdens zijn slaap geroepen door een vreemde hese stem: Krabat, kom snel naar de zwarte molen, kom naar de Meester. In eerste instantie doet Krabat deze bizarre droom af als een hoop onzin, maar wanneer de Meester hem twee nachten na elkaar uit zijn slaap houdt besluit Krabat in het naburige dorp navraag te doen naar deze molen. Vele boeren raden hem aan om daar vooral weg te blijven, het is er niet pluis, maar Krabats nieuwsgierigheid is gewekt. Dwalend in het maanlicht doemt vanuit de mist de mysterieuze molen op.

Wanneer Krabat met een handdruk van de molenaar zijn lot als molenaarsknecht bezegelt beseft hij maar amper wat hem te wachten staat. Er klinkt een doffe donderslag!

Het blijkt dat er nog elf andere jongens 'gevangen' worden gehouden door de oude stugge molenaar. Krabat maakt als twaalfde leerling het rijtje af. De Meester laat hen veel hard labeur doen maar houdt ook een lijvig zwart boek bij zich waarin magische formules en toverspreuken staan geschreven die de knechten helpen om het werk op de molen op uur en tijd draaglijker te maken. Telkens als de Meester met zijn jongens wil vergaderen in zijn donkere kaarsverlichte kamer, tovert hij ze om in twaalf zwarte raven die braafjes op een rij luisteren welke toverformules hij hen zal prijsgeven.

Ieder jaar 'verdwijnt' er echter één van de knapen, namelijk de oudste, de meesterknecht, degene dus die er het langste is verbleven. Er komt dan een ander slachtoffer in de plaats. Als Krabat op een winternacht door het zolderraam1503VG Krabat bemerkt hoe zijn baas in gesprek is met de duivel wil hij in allerijl vluchten, maar hoe hard hij ook probeert hij komt altijd weer bij de strenge molenaar terecht want ... weglopen kan gewoonweg niet. Krabat probeert het tot tweemaal toe. De meester bewondert zijn lef en duidt hem aan als zijn opvolger, iets wat de jongeman niet zint.

De enige manier om uit deze jarenlange nachtmerrie te ontwaken is verliefd worden op een meisje. Als een geblinddoekt meisje haar geliefde uit de twaalf raven kan herkennen wordt de molen opgedoekt, sterft de Meester en kunnen de overgebleven jongens weer aan hun normale leven beginnen. Dat is immers één van de geheime wetten die Krabats trouwste molenaarsvriend Juro aan het zwarte boek weet te ontfutselen. Krabat ontmoet op één van zijn schaarse vrije momenten inderdaad een meisje, terwijl de dorpelingen Paasnacht vieren. Het is nu of nooit want de liefde is wederkerig. Zij wordt uitgenodigd om Krabat er geblinddoekt uit te pikken als geliefde, lukt het niet dan wordt het koppeltje op een gruwelijke manier gedood.

Preussler houdt het spannend en verrassend tot aan de allerlaatste bladzijde: de twaalf raven lijken immers erg op elkaar. Maar als Krabats reddende engel er tenslotte in slaagt om hem eruit te kiezen vertelt ze kort nadien in alle vrijheid: 'Ik heb je direct herkend Krabat, je bibberde van angst ... angst uit liefde voor mij!'

En zo wandelen ze met z'n allen de wijde wereld in, een zonnige toekomst tegemoet.

Preussler werd geboren in het Duitstalige Reichenberg. In 1942 vocht hij mee aan het Oostfront. Later werd hij gevangen genomen door het Rode Leger en naar een krijgsgevangenkamp gebracht in de Sovjet-Unie waar hij kennis maakt met de Russische volksverhalen. Deze waren een inspiratiebron voor 'Meester van de zwarte molen'.

----------
Het plaatje is van Via Dit
© 2017 Claude Aendenboom
powered by CJ2