archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 14
30 augustus 2017
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Toch maar liever begraven Katharina Kouwenhoven

1418BS OosterbegraafplaatsKortgeleden heb ik mijn eerste begrafenis meegemaakt. Door de populariteit van het verbranden van lijken was mij dit lot tot nu toe nooit ten deel gevallen.

De aankondiging van deze uitvaart kreeg ik mondeling en niemand scheen te weten of er verbrand zou worden of onder de zoden gestopt. In de ruimte, waarin het afscheid van de overledene plaats vond, waren geen duidelijke signalen aanwezig. Er lagen wat veel bloemen op de kist, dat was alles. En een groot Tv-scherm waarop foto’s van de verscheidene geprojecteerd werden. Daar houd ik eigenlijk niet zo van; ik doe het liever met mijn eigen beelden.

Er was weinig muziek. Alleen bij de entree en het verlaten van de zaal. Maar er waren wel sprekers. Een groter zootje heb ik zelden meegemaakt. Met uitzondering van één spreker had niemand zijn spreekbeurt goed voorbereid.
Er werd maar wat geraaskald, in papieren gerommeld en vooral onverstaanbaar gemompeld. Op een goed moment gingen er twee sprekers tegelijk naar het rostrum.

Wat nu? Knabbel en Babbel? Gelukkig voerde slechts een van beiden het woord, de ander diende kennelijk tot morele steun. Ook aan dit relaas was geen touw vast te knopen. Toen begon de tweede spreker aanvullingen te geven en nadat hij zijn mond had open gedaan, kon hij hem niet meer dicht doen. Hij raasde maar door, werd tevergeefs tot de orde geroepen, teruggeleid naar zijn stoel, waar hij weer van opstond en verder ging met zijn gebrabbel. Het was hoogst komisch, maar ook ergerlijk.

Nadat hij eindelijk tot bedaren was gebracht kon de plechtigheid voortgaan. Er verschenen vier als dragers verkleedde studentjes, die de kist oppakten en naar buiten droegen. Niet op de schouders, zoals het volgens mij hoort, maar naar een kar waarop de kist naar het gereedliggende graf vervoerd werd. Het hele gezelschap sukkelde er achteraan, want niet iedereen was even goed ter been.

Je kon rondom het graf plaats nemen, maar er werd niet meer gesproken. De kist werd in het graf gelegd en met één druk op een knop zakte hij naar beneden. Geen touwen waaraan sterke mannen normaal zo’n kist laten zakken. Wel mocht je een handje aarde op de kist gooien. Dat heb ik gedaan, ook voor het eerst van mijn leven. Nu weet ik het wel en hoeft het nooit meer, want het is wel een erg sentimenteel gebaar.

Begraven is dus ook al geheel gemoderniseerd. Daar is de lol wel vanaf. Toch wil ik zelf ook begraven worden. Ik vind dat cremeren zo ongezellig.

-----
Het plaatje is aangeleverd door Katharina Kouwenhoven


© 2017 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Toch maar liever begraven Katharina Kouwenhoven
1418BS OosterbegraafplaatsKortgeleden heb ik mijn eerste begrafenis meegemaakt. Door de populariteit van het verbranden van lijken was mij dit lot tot nu toe nooit ten deel gevallen.

De aankondiging van deze uitvaart kreeg ik mondeling en niemand scheen te weten of er verbrand zou worden of onder de zoden gestopt. In de ruimte, waarin het afscheid van de overledene plaats vond, waren geen duidelijke signalen aanwezig. Er lagen wat veel bloemen op de kist, dat was alles. En een groot Tv-scherm waarop foto’s van de verscheidene geprojecteerd werden. Daar houd ik eigenlijk niet zo van; ik doe het liever met mijn eigen beelden.

Er was weinig muziek. Alleen bij de entree en het verlaten van de zaal. Maar er waren wel sprekers. Een groter zootje heb ik zelden meegemaakt. Met uitzondering van één spreker had niemand zijn spreekbeurt goed voorbereid.
Er werd maar wat geraaskald, in papieren gerommeld en vooral onverstaanbaar gemompeld. Op een goed moment gingen er twee sprekers tegelijk naar het rostrum.

Wat nu? Knabbel en Babbel? Gelukkig voerde slechts een van beiden het woord, de ander diende kennelijk tot morele steun. Ook aan dit relaas was geen touw vast te knopen. Toen begon de tweede spreker aanvullingen te geven en nadat hij zijn mond had open gedaan, kon hij hem niet meer dicht doen. Hij raasde maar door, werd tevergeefs tot de orde geroepen, teruggeleid naar zijn stoel, waar hij weer van opstond en verder ging met zijn gebrabbel. Het was hoogst komisch, maar ook ergerlijk.

Nadat hij eindelijk tot bedaren was gebracht kon de plechtigheid voortgaan. Er verschenen vier als dragers verkleedde studentjes, die de kist oppakten en naar buiten droegen. Niet op de schouders, zoals het volgens mij hoort, maar naar een kar waarop de kist naar het gereedliggende graf vervoerd werd. Het hele gezelschap sukkelde er achteraan, want niet iedereen was even goed ter been.

Je kon rondom het graf plaats nemen, maar er werd niet meer gesproken. De kist werd in het graf gelegd en met één druk op een knop zakte hij naar beneden. Geen touwen waaraan sterke mannen normaal zo’n kist laten zakken. Wel mocht je een handje aarde op de kist gooien. Dat heb ik gedaan, ook voor het eerst van mijn leven. Nu weet ik het wel en hoeft het nooit meer, want het is wel een erg sentimenteel gebaar.

Begraven is dus ook al geheel gemoderniseerd. Daar is de lol wel vanaf. Toch wil ik zelf ook begraven worden. Ik vind dat cremeren zo ongezellig.

-----
Het plaatje is aangeleverd door Katharina Kouwenhoven
© 2017 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2