archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 8 Jaargang 14 16 februari 2017 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Robespierre als populist | Willem Minderhout | |||
Ik ben dol op Jonathan Israel al heb ik lang niet alles van hem gelezen. Het ene volumineuze werk na het andere vloeit uit zijn printercartridge en dat kan ik niet bijhouden. Na zijn prachtige geschiedenis van de ‘Dutch Republic’ houdt hij zich voornamelijk bezig met een minutieuze reconstructie van de ideeëngeschiedenis van de Verlichting. Het doet mijn progressief patriottische hart uiteraard deugd dat Spinoza en zijn kring daarbij volgens Israel een belangrijke hoofdrol spelen. Spinoza is volgens Israël het zinnebeeld van de Radikale Verlichting: rationeel, democratisch en tolerant. Voltaire is het boegbeeld van wat hij de Gematigde Verlichting noemt. Hij verwachte dat verlichte despoten als Frederik en Katharina de Grote (geen echtpaar, maar respectievelijk de koning van Pruisen en de tsarina van Rusland) voor een van bovenaf geordende samenleving zouden zorgen. Voltaire deelde Spinoza’s rationalisme en tolerantie. Hij was echter alles behalve een democraat te noemen. Het inspirerende van Israël is dat hij er van overtuigd is dat uiteindelijk ideeën de wereld regeren. In navolging van Spinoza acht hij het dus mogelijk dat, indien de juiste ideeën (de radicaal verlichte, uiteraard) overheersen een rechtvaardige samenleving mogelijk is. Het probleem is dat hij me niet helemaal overtuigt. Ik ben waarschijnlijk nog teveel marxistisch aangelegd om te denken dat je met ideeën alleen de ‘maatschappelijke verhoudingen’ kunt veranderen. In ‘Revolutionary Ideas’, dat in 2015 verscheen, doet hij echter weer een indrukwekkende poging om zijn these dat uiteindelijk ideeen de doorslag geven te onderbouwen. Na een uitgebreide beschouwing over alle vergeefse pogingen om de Franse Revolutie te verklaren probeert hij het aannemelijk te maken dat het toch vooral de ideeën van radikale ‘philosophes’ als d’Alembert en Diderot waren die uiteindelijk de doorslag gaven; en hun tegenhanger Rousseau, de grondlegger van het autoritaire populisme . Is die oude koek nog interessant? Ja. Was het maar oude koek. Israel beschrijft hoe ‘linkse Republikeinen’ als Brissot en Condorcet steeds meer in de knel komen als de ‘autoritaire populisten’ rond Robespierre en Marat zich op de ‘Volkswil’ (een door Rousseau gemunt idee) gaan beroepen en er in slagen om de sansculotten meer en meer op te hitsen tegen iedereen die er een afwijkende mening op na houdt. Robespierre werd uiteindelijk de verpersoonlijking van die ‘Volkswil’. Iedereen die daar zijn vraagtekens bij durfde te zetten liep een groot risico om richting guillotine gezonden te worden. Vergelijkingen met dictatoriale leiders die uit naam van de Volkswil – of in de vorm van ‘de wil van God’, of ‘de objectieve belangen van de arbeidersklasse’, of iets anders – gruwelen bedreven en bedrijven zijn natuurlijk makkelijk te trekken. Wat ik me echter wel afvraag is waarom die Radikaal Verlichte ideeën steeds weer onder vuur komen te liggen en zo vaak het onderspit delven. Ik heb het boek nog lang niet uit, dus misschien vind ik daarop nog een antwoord. Eens zal in plaats van al dat vergoten bloed toch ‘reed’lijk willen’ over de aarde stromen. Dat hoop ik althans. Jonathan Israel (2015), Revolutionary Ideas. An intellectual history of the French Revolution from The Rights of Man to Robespierre. |
||||
© 2017 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |