archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 8
Jaargang 14
16 februari 2017
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Het delicate leven van John Craske Frits Hoorweg

1408VG Draad‘Draad’ heet de Nederlandse vertaling van een boek van Julia Blackburn; ondertitel: ‘Het delicate leven van John Craske’. Het is een poging het leven te reconstrueren van iemand waarover weinig bekend is. Craske leefde van 1881 tot 1943. Hij werd geboren in een vissersfamilie in East Anglia en als vanzelfsprekend werd vissen ook zijn beroep, tot hij arbeidsongeschikt raakte aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk werd gedacht dat de oorzaak een incident was, maar waarschijnlijk hebben ook, of zelfs vooral, erfelijke factoren een rol gespeeld. Hij werd liefdevol verzorgd door zijn vrouw en overleed in 1943.

Waarom is zijn leven een biografie waard? Omdat hij op een gegeven moment is gaan schilderen en nogal verdienstelijk. Hij deed dat op allerlei ondergronden, muren, deuren, grote vellen papier, behalve op de ondergrond die ‘echte’ schilders in het algemeen gebruiken. Later, toen zijn conditie nog slechter werd, is hij gaan borduren. Zijn onderwerp was vrijwel steeds de zee, in relatie tot wat daaraan grenst en wat daarop vaart. Zowel het schilderwerk als de borduursels trokken de aandacht van enkele kenners en die zorgden er vervolgens voor dat hij enige faam kreeg. Hier en daar is werk van hem bewaard en soms zelfs in musea terechtgekomen. Tijdens haar speurtocht komt de schrijfster er achter dat het meestal in depot ligt en in belabberde staat verkeert. Bij het boven tafel krijgen van biografisch materiaal vergaat het haar niet veel beter.

Het boek beslaat, inclusief illustraties, bijna 350 bladzijden. Wanneer ze zich had beperkt tot wat feitelijk boven tafel komt, dan had ze de honderd waarschijnlijk niet gehaald. Dat klinkt misschien nogal cru, maar is niet bedoeld als diskwalificatie. Zij heeft er namelijk voor gekozen haar zoektocht, inclusief de vele teleurstellingen die deze opleverde, uitvoerig te beschrijven. Daarmee probeert ze naar ik aanneem over het voetlicht te brengen dat mislukkingen een essentieel onderdeel van het leven zijn. Het levert iets op dat af en toe alle kanten lijkt op te gaan, maar wat mij betreft toch zelden over de schreef gaat.

Zo gaat ze op bezoek bij enkele nog levende familieleden. Die zijn inmiddels niet meer bij machte om herinneringen boven te halen, of weten gewoon van niks. Men belooft in oude dozen te zoeken naar correspondentie, maar op de resultaten wordt vrijwel altijd tevergeefs gewacht. Ze probeert vervolgens een visser over zijn ervaringen te laten praten door samen met hem naar werk van Craske te kijken. Een gesprek dat opmerkelijke inzichten oplevert en een scherpe analyse van wat essentieel is in diens werk.

Uiteindelijk gaat ze over tot pogingen om zelf mee te maken wat hij moet hebben meegemaakt. Ze gaat, samen met haar man, de zee op en overnacht in iets dat op een huis lijkt, op een eilandje voor de kust. Op de heen- en de terugtocht lukt het niet om een zandbank goed te ronden. Ze moeten de boot uit om deze weer op de goede koers te krijgen. Haar man, ‘Herman’, voor één keer ‘not amused’, deelt haar na de veilige terugkeer mee dat hij waarschijnlijk nooit meer gaat ‘kamperen’.

Behalve fragmenten gewijd aan haar eigen zoektocht zijn er ook andere ‘uitstapjes’. Zo wordt er nogal wat tekst gewijd aan Sylvia Townsend Warner en haar vriendinnen. Een naargeestig gezelschap, maar in zekere zin komt dat clubje de eer toe Craske te hebben ontdekt, of althans hem enige roem te hebben bezorgd. Ze hebben ook vrij veel werk van hem gekocht. Waarmee ze ongetwijfeld een bijdrage hebben geleverd aan de verbetering van zijn niet al te florissante leefomstandigheden.

De verteltrant die Blackburn in dit boek hanteert doet onwillekeurig denken aan die van W.G. Sebald, die in ‘Rings of Saturn’ trouwens ook in East-Anglia rondzwerft, althans op papier. Wat Blackburn op hem voor heeft is dat ze niet zo ‘gewild literair’ doet. Ze vertelt zonder gemaakte tierelantijnen wat ze meemaakt en denkt (wel en niet) te ontdekken. Anders dan bij Sebald raakte ik als lezer de draad onderweg niet regelmatig kwijt. De zijpaden hoorden er wat mij betreft bij. Eén puntje van kritiek is mij misschien vergund. Af en toe verschijnt ook Einstein ‘in beeld’. Die verbleef namelijk in de dertiger jaren enige tijd in East-Anglia. Hij had echter geen enkel contact met Craske! Je zou alleen kunnen zeggen dat hij ook naar iets op zoek was, net als de schrijfster, zonder onder woorden te kunnen brengen wat.

Voor de Nederlandse lezers is het wel interessant te vermelden dat Herman, zoals de echtgenoot van Blackburn in het boek steevast wordt aangeduid, de Nederlandse beeldhouwer Herman_Makkink is. Of eigenlijk was, want hij overleed in 2013, nog voor de afronding van Balckburns boek. In het boek komt het verdriet daarover aan de orde, zonder een hoofdrol te krijgen.

De Engelse versie van het boek heet trouwens ‘Threads’, meervoud. Zou er langdurig vergaderd zijn alvorens in de Nederlandse versie voor het enkelvoud te kiezen? Mij ontgaat volledig welk belang daarmee gediend is.

----
‘Draad, Het delicate leven van John Craske.’ Julia Blackburn. De Bezige Bij 2016
Vertaling: Paul van de Lecq, die daarvoor een beurs ontving van het Nederlands Letterenfonds.

© 2017 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Het delicate leven van John Craske Frits Hoorweg
1408VG Draad‘Draad’ heet de Nederlandse vertaling van een boek van Julia Blackburn; ondertitel: ‘Het delicate leven van John Craske’. Het is een poging het leven te reconstrueren van iemand waarover weinig bekend is. Craske leefde van 1881 tot 1943. Hij werd geboren in een vissersfamilie in East Anglia en als vanzelfsprekend werd vissen ook zijn beroep, tot hij arbeidsongeschikt raakte aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk werd gedacht dat de oorzaak een incident was, maar waarschijnlijk hebben ook, of zelfs vooral, erfelijke factoren een rol gespeeld. Hij werd liefdevol verzorgd door zijn vrouw en overleed in 1943.

Waarom is zijn leven een biografie waard? Omdat hij op een gegeven moment is gaan schilderen en nogal verdienstelijk. Hij deed dat op allerlei ondergronden, muren, deuren, grote vellen papier, behalve op de ondergrond die ‘echte’ schilders in het algemeen gebruiken. Later, toen zijn conditie nog slechter werd, is hij gaan borduren. Zijn onderwerp was vrijwel steeds de zee, in relatie tot wat daaraan grenst en wat daarop vaart. Zowel het schilderwerk als de borduursels trokken de aandacht van enkele kenners en die zorgden er vervolgens voor dat hij enige faam kreeg. Hier en daar is werk van hem bewaard en soms zelfs in musea terechtgekomen. Tijdens haar speurtocht komt de schrijfster er achter dat het meestal in depot ligt en in belabberde staat verkeert. Bij het boven tafel krijgen van biografisch materiaal vergaat het haar niet veel beter.

Het boek beslaat, inclusief illustraties, bijna 350 bladzijden. Wanneer ze zich had beperkt tot wat feitelijk boven tafel komt, dan had ze de honderd waarschijnlijk niet gehaald. Dat klinkt misschien nogal cru, maar is niet bedoeld als diskwalificatie. Zij heeft er namelijk voor gekozen haar zoektocht, inclusief de vele teleurstellingen die deze opleverde, uitvoerig te beschrijven. Daarmee probeert ze naar ik aanneem over het voetlicht te brengen dat mislukkingen een essentieel onderdeel van het leven zijn. Het levert iets op dat af en toe alle kanten lijkt op te gaan, maar wat mij betreft toch zelden over de schreef gaat.

Zo gaat ze op bezoek bij enkele nog levende familieleden. Die zijn inmiddels niet meer bij machte om herinneringen boven te halen, of weten gewoon van niks. Men belooft in oude dozen te zoeken naar correspondentie, maar op de resultaten wordt vrijwel altijd tevergeefs gewacht. Ze probeert vervolgens een visser over zijn ervaringen te laten praten door samen met hem naar werk van Craske te kijken. Een gesprek dat opmerkelijke inzichten oplevert en een scherpe analyse van wat essentieel is in diens werk.

Uiteindelijk gaat ze over tot pogingen om zelf mee te maken wat hij moet hebben meegemaakt. Ze gaat, samen met haar man, de zee op en overnacht in iets dat op een huis lijkt, op een eilandje voor de kust. Op de heen- en de terugtocht lukt het niet om een zandbank goed te ronden. Ze moeten de boot uit om deze weer op de goede koers te krijgen. Haar man, ‘Herman’, voor één keer ‘not amused’, deelt haar na de veilige terugkeer mee dat hij waarschijnlijk nooit meer gaat ‘kamperen’.

Behalve fragmenten gewijd aan haar eigen zoektocht zijn er ook andere ‘uitstapjes’. Zo wordt er nogal wat tekst gewijd aan Sylvia Townsend Warner en haar vriendinnen. Een naargeestig gezelschap, maar in zekere zin komt dat clubje de eer toe Craske te hebben ontdekt, of althans hem enige roem te hebben bezorgd. Ze hebben ook vrij veel werk van hem gekocht. Waarmee ze ongetwijfeld een bijdrage hebben geleverd aan de verbetering van zijn niet al te florissante leefomstandigheden.

De verteltrant die Blackburn in dit boek hanteert doet onwillekeurig denken aan die van W.G. Sebald, die in ‘Rings of Saturn’ trouwens ook in East-Anglia rondzwerft, althans op papier. Wat Blackburn op hem voor heeft is dat ze niet zo ‘gewild literair’ doet. Ze vertelt zonder gemaakte tierelantijnen wat ze meemaakt en denkt (wel en niet) te ontdekken. Anders dan bij Sebald raakte ik als lezer de draad onderweg niet regelmatig kwijt. De zijpaden hoorden er wat mij betreft bij. Eén puntje van kritiek is mij misschien vergund. Af en toe verschijnt ook Einstein ‘in beeld’. Die verbleef namelijk in de dertiger jaren enige tijd in East-Anglia. Hij had echter geen enkel contact met Craske! Je zou alleen kunnen zeggen dat hij ook naar iets op zoek was, net als de schrijfster, zonder onder woorden te kunnen brengen wat.

Voor de Nederlandse lezers is het wel interessant te vermelden dat Herman, zoals de echtgenoot van Blackburn in het boek steevast wordt aangeduid, de Nederlandse beeldhouwer Herman_Makkink is. Of eigenlijk was, want hij overleed in 2013, nog voor de afronding van Balckburns boek. In het boek komt het verdriet daarover aan de orde, zonder een hoofdrol te krijgen.

De Engelse versie van het boek heet trouwens ‘Threads’, meervoud. Zou er langdurig vergaderd zijn alvorens in de Nederlandse versie voor het enkelvoud te kiezen? Mij ontgaat volledig welk belang daarmee gediend is.

----
‘Draad, Het delicate leven van John Craske.’ Julia Blackburn. De Bezige Bij 2016
Vertaling: Paul van de Lecq, die daarvoor een beurs ontving van het Nederlands Letterenfonds.
© 2017 Frits Hoorweg
powered by CJ2