archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 13
15 september 2016
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Mijn eerste Vestdijk ooit! Frits Hoorweg

1319VG VestdijkDe tweedehandsboekenmarkt is, zegt men, ineengestort, maar bij een bezoekje aan Utrecht bleek mij laatst dat Hindericks en Windericks niet van opgeven weten. Terwijl de ene vennoot een gesprek voerde over een komend kunstzinnig evenement, bekte de andere via de telefoon een klant af die er onvoldoende in slaagde zijn vraag te specificeren. ‘Ja, nou zegt-ie dat ik niet erg klantvriendelijk ben, maar wat moet ik dan met iemand die niet weet wat hij zoekt?’ zei hij, nadat de verbinding verbroken was tegen niemand in het bijzonder.

Vermaak van hoog niveau en dan zijn de kasten ook nog goed gevuld met Nederlandse en Engelse literatuur, de categorieën die mij het meest interesseren. Ze vragen er wel wat meer voor dan je op de meeste andere plekken moet betalen is mijn indruk, maar ja daar staat tegenover dat je er dingen vindt waar ik elders tevergeefs naar heb gezocht; zoals ‘De onmogelijke moord’ van Simon Vestdijk (uit 1966).

Nu denkt u waarschijnlijk: ‘Goh, nooit gemerkt dat hij zo gecharmeerd is van Vestdijk’. Terecht, eerlijk gezegd was het mij tot nu nog nooit gelukt een boek van de schrijver uit te lezen. Op de HBS had iemand (ik neem aan mijn leraar Nederlands) mij ooit aangeraden ‘Ierse nachten’ te lezen voor mijn lijst, maar ik kon er met geen mogelijkheid doorheen komen. Later heb ik mij ook nog eens aan een ‘Anton Wachter’ gewaagd, omdat mij dat een soort van culturele plicht leek, maar ook daar kwam ik niet ver in.

Waarom was ik dan toch op zoek naar ‘De onmogelijke moord’? Omdat het een prominente rol speelt in een aardige brochure die de VVV Doorn heeft uitgegeven in 1998. Die bevat de beschrijving van een Vestdijk-route (fiets- en wandel-), die de lezer voert langs plekken die in zijn werk een rol spelen. In 2004 is er een heruitgave van geweest, met een nawoord van Mieke Vestdijk.

In het boek, dat in 1966 werd gepubliceerd, spelen twee voor iedere inwoner van Doorn en omstreken herkenbare locaties een hoofdrol: Huize de Ruiterberg en (vooral) Het Wapen van Sandenburg. In het laatstgenoemde restaurant (en toen ook nog hotel) verblijft een schrijver die de hotelier met wantrouwen beziet als een van de dienstertjes verdwijnt en er ontwijkend op zijn vragen wordt gereageerd. Hij gaat op onderzoek uit en weet een plot te ontwarren die tegelijk simpel en alledaags is, maar spannend genoeg om een redelijke literaire thriller op te leveren.

Toch blijft zijn stijl irritant, naar mijn bescheiden mening. Waarom schrijft hij over zichzelf in de derde persoon enkelvoud? ‘De schrijver’ doet dit en denkt vervolgens dat. Verder is er ook nog die vreselijke gewoonte om de lezer onverhoeds te overvallen met verhandelingen over de eigen zienswijze. Hier volgt ter verduidelijking van deze kritiek de eerste zin van hoofdstuk 2, getiteld: ‘Quantumtheoretische onderzoekingen’.

‘Meer en meer was hij zich gaan afvragen, of zijn tweeslachtig beeld van de hôtelier – aardig en afstotend – niet kon samenhangen met de gewoonte van de laatste maanden om iedere indruk uit natuur of mensenleven te beschouwen als een tweesprong, die naar het licht kon voeren of naar de duisternis.’
.… enzovoort, enzovoort, acht-en-een-halve bladzijde lang! Terwijl de introductie van het hotel en zijn ‘bewoners’ slechts vijf pagina’s beslaat! Na drie bladzijden van deze quantumonzin heb ik de rest van de paragraaf overgeslagen. Bij lezing van het vervolg heb ik daar geen merkbare hinder van ondervonden, maar het is niet uitgesloten dat mij iets heel belangrijks is ontgaan.
Verder was Vestdijk blijkbaar dol op ouderwetse en soms zelfs archaïsche woorden en uitdrukkingen. Of bleef hij gewoon het idioom gebruiken dat hem als kind was bijgebracht? Bezwaren heb ik daar overigens niet tegen, maar het charmeert me ook niet. Terwijl het soms pompeuze taalgebruik van Brakman mij regelmatig hardop doet lachen. Waar zit ‘m dat in? (Anderzijds moet mij van het hart dat ik bij Brakman het verhaal regelmatig kwijt ben, dat heb ik bij Vestdijk niet.)

Mijn interesse (in weerwil van alle kritiek) voor ‘De onmogelijke moord’ is voor een belangrijk deel te verklaren uit het feit dat wij een vakantiehuisje hebben ergens tussen Maarn en Doorn. Net als Vestdijk maak ik in de omgeving graag fietstochten. Verder was ik lang geleden in Wageningen lid van een of andere redactie (natuurlijk altijd tenminste van één ….. !) en een broertje van Mieke Vestdijk–van der Hoeven hoorde daar ook bij.

---------------
Meer weten over Vestdijk: www.svestijk.nl 
Mieke Vestdijk–van der Hoeven in 1998: Interview NRC 
------------------
Op de foto het beeld van Simon Vestdijk dat voor de kerk van Doorn staat.


© 2016 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Mijn eerste Vestdijk ooit! Frits Hoorweg
1319VG VestdijkDe tweedehandsboekenmarkt is, zegt men, ineengestort, maar bij een bezoekje aan Utrecht bleek mij laatst dat Hindericks en Windericks niet van opgeven weten. Terwijl de ene vennoot een gesprek voerde over een komend kunstzinnig evenement, bekte de andere via de telefoon een klant af die er onvoldoende in slaagde zijn vraag te specificeren. ‘Ja, nou zegt-ie dat ik niet erg klantvriendelijk ben, maar wat moet ik dan met iemand die niet weet wat hij zoekt?’ zei hij, nadat de verbinding verbroken was tegen niemand in het bijzonder.

Vermaak van hoog niveau en dan zijn de kasten ook nog goed gevuld met Nederlandse en Engelse literatuur, de categorieën die mij het meest interesseren. Ze vragen er wel wat meer voor dan je op de meeste andere plekken moet betalen is mijn indruk, maar ja daar staat tegenover dat je er dingen vindt waar ik elders tevergeefs naar heb gezocht; zoals ‘De onmogelijke moord’ van Simon Vestdijk (uit 1966).

Nu denkt u waarschijnlijk: ‘Goh, nooit gemerkt dat hij zo gecharmeerd is van Vestdijk’. Terecht, eerlijk gezegd was het mij tot nu nog nooit gelukt een boek van de schrijver uit te lezen. Op de HBS had iemand (ik neem aan mijn leraar Nederlands) mij ooit aangeraden ‘Ierse nachten’ te lezen voor mijn lijst, maar ik kon er met geen mogelijkheid doorheen komen. Later heb ik mij ook nog eens aan een ‘Anton Wachter’ gewaagd, omdat mij dat een soort van culturele plicht leek, maar ook daar kwam ik niet ver in.

Waarom was ik dan toch op zoek naar ‘De onmogelijke moord’? Omdat het een prominente rol speelt in een aardige brochure die de VVV Doorn heeft uitgegeven in 1998. Die bevat de beschrijving van een Vestdijk-route (fiets- en wandel-), die de lezer voert langs plekken die in zijn werk een rol spelen. In 2004 is er een heruitgave van geweest, met een nawoord van Mieke Vestdijk.

In het boek, dat in 1966 werd gepubliceerd, spelen twee voor iedere inwoner van Doorn en omstreken herkenbare locaties een hoofdrol: Huize de Ruiterberg en (vooral) Het Wapen van Sandenburg. In het laatstgenoemde restaurant (en toen ook nog hotel) verblijft een schrijver die de hotelier met wantrouwen beziet als een van de dienstertjes verdwijnt en er ontwijkend op zijn vragen wordt gereageerd. Hij gaat op onderzoek uit en weet een plot te ontwarren die tegelijk simpel en alledaags is, maar spannend genoeg om een redelijke literaire thriller op te leveren.

Toch blijft zijn stijl irritant, naar mijn bescheiden mening. Waarom schrijft hij over zichzelf in de derde persoon enkelvoud? ‘De schrijver’ doet dit en denkt vervolgens dat. Verder is er ook nog die vreselijke gewoonte om de lezer onverhoeds te overvallen met verhandelingen over de eigen zienswijze. Hier volgt ter verduidelijking van deze kritiek de eerste zin van hoofdstuk 2, getiteld: ‘Quantumtheoretische onderzoekingen’.

‘Meer en meer was hij zich gaan afvragen, of zijn tweeslachtig beeld van de hôtelier – aardig en afstotend – niet kon samenhangen met de gewoonte van de laatste maanden om iedere indruk uit natuur of mensenleven te beschouwen als een tweesprong, die naar het licht kon voeren of naar de duisternis.’
.… enzovoort, enzovoort, acht-en-een-halve bladzijde lang! Terwijl de introductie van het hotel en zijn ‘bewoners’ slechts vijf pagina’s beslaat! Na drie bladzijden van deze quantumonzin heb ik de rest van de paragraaf overgeslagen. Bij lezing van het vervolg heb ik daar geen merkbare hinder van ondervonden, maar het is niet uitgesloten dat mij iets heel belangrijks is ontgaan.
Verder was Vestdijk blijkbaar dol op ouderwetse en soms zelfs archaïsche woorden en uitdrukkingen. Of bleef hij gewoon het idioom gebruiken dat hem als kind was bijgebracht? Bezwaren heb ik daar overigens niet tegen, maar het charmeert me ook niet. Terwijl het soms pompeuze taalgebruik van Brakman mij regelmatig hardop doet lachen. Waar zit ‘m dat in? (Anderzijds moet mij van het hart dat ik bij Brakman het verhaal regelmatig kwijt ben, dat heb ik bij Vestdijk niet.)

Mijn interesse (in weerwil van alle kritiek) voor ‘De onmogelijke moord’ is voor een belangrijk deel te verklaren uit het feit dat wij een vakantiehuisje hebben ergens tussen Maarn en Doorn. Net als Vestdijk maak ik in de omgeving graag fietstochten. Verder was ik lang geleden in Wageningen lid van een of andere redactie (natuurlijk altijd tenminste van één ….. !) en een broertje van Mieke Vestdijk–van der Hoeven hoorde daar ook bij.

---------------
Meer weten over Vestdijk: www.svestijk.nl 
Mieke Vestdijk–van der Hoeven in 1998: Interview NRC 
------------------
Op de foto het beeld van Simon Vestdijk dat voor de kerk van Doorn staat.
© 2016 Frits Hoorweg
powered by CJ2