archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 17 Jaargang 13 7 juli 2016 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Niet zoals het hoort? | Frits Hoorweg | |||
Misschien is het u ontgaan, maar ik heb mij in De Leunstoel twee keer bezondigd aan een bij elkaar gefantaseerd In Memoriam (1 en 2, zie ‘links’ onderaan). Dat heeft weinig positieve reacties opgeleverd, integendeel … hier en daar was zelfs enige kritiek te horen. Zou het helpen als ik duidelijk maak hoe ik ertoe gekomen ben? In mijn boekenkast staan wel zes delen met gebundelde ‘Obituaries’, afkomstig uit de Daily Telegraph. Allemaal aangeschaft in de tijd dat wij vaak in Engeland vakantie hielden en ik daar met enige regelmaat in ramschwinkels kon rondneuzen. Waarschijnlijk heb ik de eerste enkel uit nieuwsgierigheid gekocht … en omdat het zo’n mooi gemaakt boekwerk was, dat beslist ook. Vervolgens bleek de inhoud zo goed te bevallen dat ik, bij gelegenheid, op zoek ben gegaan naar andere delen van de serie. Dat die In Memoriams van de Daily Telegraph zo goed waren was voornamelijk de verdienste van Hugh Massingberd (eigenlijk heette hij Hugh Montgomery-Massingberd). Hij kreeg van de hoofdredacteur, Max Hastings, in 1986 de ruimte om een geheel nieuwe wending te geven aan de betreffende rubriek. In plaats van enkel hoogtepunten uit het leven van de overledene te memoreren, ging hij ook op zoek naar diens eigenaardigheden, schandaaltjes werden allicht ook niet geschuwd. Volgens eigen zeggen was zijn grote voorbeeld het 17e -eeuwse ‘Brief lives’ van John Aubrey. (Een boek dat ik weleens in mijn handen heb gehad, op een antiekmarkt of zo, maar … sukkel die ik ben … niet heb aangeschaft!) Hij vervulde de functie ‘chef van de obituary desk’ tot 1994. Nadat hij een hartaanval had gehad werd vastgesteld dat het werk teveel voor hem was geworden. Volgens Stanley Reynolds, in zijn In Memoriam in de Guardian van 31-12-2007, was dat niet het hele verhaal (zie hoezeer Massingberd school had gemaakt!). Hij was helemaal bezeten geraakt van zijn ‘obituaries’ en kon er letterlijk niet meer van slapen. Voor hij bij de krant terecht kwam werkte hij langdurig bij Burke’s Peerage, waar hij boeken maakte over koninklijke families en over landhuizen. Daar deed hij allerlei lovenswaardige dingen, maar zijn eigen lessen getrouw is het erg verleidelijk om direct door te steken naar zijn eigenaardigheden. Hij was zo iemand die telkens weer naar dezelfde musical ging en hij genoot in het uitgaansleven enige faam door zijn uitbundige gedrag. Daar staat tegenover dat uit zijn autobiografie (‘Daydream believer’) bleek dat hij zijn leven lang geleden had onder extreme verlegenheid. Zouden In Memoriams in de stijl van Masssingberd iets voor De Leunstoel zijn, of zouden ze typisch bij Engeland horen? Tenslotte is dat nog steeds een land vol met kleurrijke aristocraten en militairen (‘brigadiers and air-marshalls’) die door hem vrolijk als ‘snorren’ werden aangeduid. In ons brave landje is het toch direct al wat minder voor de hand liggend om over zij die ons net verlaten hebben zo’n toon aan te slaan. Daar staat tegenover dat ik het geweldige lectuur vind, terwijl de beschreven personen mij grotendeels onbekend zijn. Afijn, zo kwam ik er dus toe om een paar fictieve In Memoriams te maken. Voor een deel heeft het ook te maken met gemakzucht. Er zou veel research moeten worden gedaan om echte te maken. Daar ontbreekt mij de tijd voor, of ik ben te lui. Massingberd had, dat moet ook niet vergeten worden, een kleine afdeling ter beschikking. Daarover komt de eerder genoemde Reynolds (zijn In Memoriam is op het net te vinden, ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt) nog met een aardige anekdote. Een bezoeker van de burelen van The Telegraph hoorde bij een rondleiding achter een bepaalde deur een homerisch gelach opgaan. Zijn gastheer moest hem enigszins bedremmeld uitleggen dat daar de ‘obituaries’ werden geschreven. 2) Een onwaarschijnlijke femme fatale |
||||
© 2016 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |