![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() Nummer 16 Jaargang 13 23 juni 2016 |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Beschouwingen > De poëtische wereld | ||||
Groen * | Jaap van Lakerveld | |||
![]() De schrijver liet zich erdoor inspireren tot het volgende gedicht. --------------- Zomersporten, tartanbanen. Kunstgrasvelden, zwembadkleur. Groenblauwe tinten en hun geur. Sporters, die zich helden wanen, Lauwerkransen, groene bladen, Zeilwedstrijden in azuur, Aquamarijn, de korte duur Van races in blauwgroene baden. De zwemmer, paling in het groen. Snelt als een aal het zwembad door. De hockeyer denkt als ik scoor. Dan kleurt die daad mijn sportseizoen. En kijkers in coulissen staren Alsof zij groene geesten waren. Van bleek- en lichtgroen, per seizoen Naar lichtzeegroen en onverwacht Een groentint neigend naar smaragd, Naar grasgroen, bosgroen, donkergroen. Na mosgroen, standgroen, veldsalade, Verfletsend, valer en vervagend, Verminderd blad en vruchten dragend, Verschijnt komkommer en de jade. En in het midden lonkt de kou Wij zien de koele kleuren aan In vage schimmen van cyaan Van zeegroen met een vleugje blauw. We zullen zien wat ze gaan doen, Maar alle seinen staan op groen. |
||||
© 2016 Jaap van Lakerveld | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |