archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 13
9 juni 2016
Beschouwingen > Het zijn maar woorden delen printen terug
Met de term allochtoon is niets mis Paul Bordewijk

1315BS OudemannenhuisIn de jaren vijftig (van de vorige eeuw) woonde mijn grootvader in het Oudemannenhuis aan de Oude Molstraat in Den Haag. Hij was een oude man, dus dat kwam goed uit. Toch hoor je die termen niet vaak meer. In plaats van het oudemannen- of vrouwenhuis kwamen het bejaardenhuis, het verzorgingshuis, de aanleunwoning, de serviceflat, het zorgcentrum en de levensloopbestendige woning.

We hebben het ook niet meer over oude mensen, maar over ouden van dagen, bejaarden of senioren. Ik ken één club die tegen deze tendens ingaat: in Leiden ben ik lid van een gezelschap dat zich de Oude Socialisten noemt, als tegenhanger van de Jonge Socialisten.

De telkens wisselende aanduiding komt omdat het een groep is waar je niet graag bij hoort. Mensen zijn in het algemeen liever jong dan oud. Dat eerste, daar kunnen we niet voor zorgen, maar in plaats van oud kunnen we wel een andere woord kiezen. Hetzelfde zie je bij gehandicapten, die vroeger werden aangeduid als invaliden en tegenwoordig als mensen met een beperking, of nog mooier met een uitdaging. Waag het niet om het over een invalidentoilet of een invalidenparkeerplaats te hebben.

Zo kiezen we ook steeds nieuwe termen voor wijken waar iets moet veranderen: achterbuurten, achterstandswijken, saneringswijken, stadsvernieuwingsgebieden, Vogelaarwijken, krachtwijken, prachtwijken. Maar villawijken heten nog steeds villawijken.

Rond seksualiteit zie je het omgekeerde. Daar neemt de acceptatie toe en dat zie je terug in het spraakgebruik. De vieze woorden van vroeger, als billen, poep en neuken, kom je tegenwoordig overal tegen. Daar staat tegenover dat sommige woorden juist niet meer gebruikt worden omdat ze een seksuele betekenis hebben gekregen. Vroeger kwam een bouwwerk klaar, tegenwoordig komt het gereed.

Eenzelfde beweging als rond de termen voor ouderen en voor gehandicapten zie je rond allochtonen. Dat was ooit een neutraal alternatief voor woorden als gastarbeider, buitenlander, immigrant of nieuwe Nederlander, die net als oude mensen en invaliden belast waren geraakt.

De termen allochtoon en autochtoon werden ook al eerder gehanteerd in een ander verband. In de jaren zeventig (alweer van de vorige eeuw) was ik lid van het gewestelijk bestuur van de PvdA in Zuid-Holland. Daar werden we regelmatig geconfronteerd met conflicten tussen autochtonen en allochtonen in kleinere gemeenten.

De autochtonen behoorden tot de klassieke PvdA-aanhang van laag opgeleiden die werkten in de private sector, de allochtonen waren forenzen uit een van de omliggende steden, met een hogere opleiding en werkzaam in de publieke sector. Die hoger opgeleiden wisten uiteraard alles beter en waren tegen verdere groei van het dorp, omdat dat zijn landelijke karakter moest houden. Volgens de autochtonen was groei juist goed voor de winkelstand. Maar niemand vond het erg om in dat debat als allochtoon te worden aangeduid.

Dat is nu anders. Nu allochtoon slaat op herkomst uit een ander land willen veel mensen niet meer als allochtoon worden aangemerkt. Dat schrijft de politieke1315BS Allochtoon beweging DENK, maar hetzelfde vinden we in Nederland mijn vaderland bij Zihni Özdil, die weinig met DENK te maken wil hebben. We zijn immers allen Nederlanders is de gedachte. Het probleem is echter dat ze allebei ook pleiten voor diversiteitsbeleid. En daarvoor is het nodig dat je iemand ziet als behorend tot een bepaalde groep, zoals vrouwen, homo’s, of … ?

Özdil gebruikt daarvoor de term ‘mensen van kleur’. Ik vraag mij sterk af dat een vooruitgang is. Het is een vertaling van de term ‘people of colour’ die begin negentiende eeuw in het zuiden van Amerika gebruikt werd voor gekleurde mensen die geen slaaf waren, meestal dus vrijgelaten slaven of afstammelingen daarvan. Die term is in Amerika in de tweede helft van de twintigste eeuw opnieuw opgepikt door mensen die niet als gekleurd te boek willen staan omdat dat een term van blanken is, maar wel als people of color, want die term propageren ze zelf.

Met ‘mensen van kleur’ verwijs je direct naar iemands huidskleur in plaats van naar zijn herkomst. Ook derde-generatie Marokkanen en Turken zijn mensen van kleur, maar onze allochtone prinsesjes niet. Özdil verwijt het CBS onderscheid te maken tussen Westerse en niet-Westerse allochtonen vanwege hun huidskleur, maar maakt zelf dit verschil nog veel directer. Het wordt heel onsmakelijk wanneer we gaan tellen hoeveel mensen van kleur er in de Tweede Kamer zitten, omdat dat een maat is voor de diversiteit van onze samenleving. Telt Jesse Klaver dan mee, en Malik Azmani? Misschien Wilders wel, wanneer we zijn echte haarkleur zien.

Maar wanneer er onder mensen van kleur meer armoede, werkloosheid en criminaliteit is dan onder witte Nederlanders, zal die term al snel even belast zijn als allochtonen.

Een alternatief is de term allochtoon te vermijden door te schrijven over Marokkaanse Nederlanders, Turkse Nederlanders, Antilliaanse Nederlanders, enz. Dat wordt door Özdul als een grote stap vooruit beschouwd. Het sluit aan bij de oproep van DENK trots te zijn op je afkomst. Maar hoe word ikzelf dan aangeduid? Als een Nederlandse Nederlander? Dan suggereer je dat die andere Nederlanders niet Nederlands zijn. Dan liever autochtone Nederlander? Dan kun je ook net zo goed over allochtone Nederlanders blijven schrijven. Kun je ook wel trots zijn op je Turkse afkomst wanneer je tegelijkertijd niet als allochtoon wilt worden aangeduid?

Voor allerlei vormen van beleid ontkom je er niet aan groepen Nederlanders te benoemen. Soms is sekse relevant, soms leeftijd, soms het geloof. Het kan ook zijn land van herkomst of tweede nationaliteit. Wanneer we willen weten hoe de arbeidsmarkt functioneert lijkt land van herkomst me het meest relevant. Dat ligt ook objectief vast in de persoonsadministratie. Bij de bekostiging van scholen lijkt me het meest relevant welke taal er thuis gesproken wordt.

Maar allochtonen worden niet Nederlandser wanneer je ze mensen van kleur gaat noemen, zoals ouderen niet jonger worden als je ze senioren noemt.

-------------
De foto's zijn van Henk Klaren


© 2016 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "Het zijn maar woorden" -
Beschouwingen > Het zijn maar woorden
Met de term allochtoon is niets mis Paul Bordewijk
1315BS OudemannenhuisIn de jaren vijftig (van de vorige eeuw) woonde mijn grootvader in het Oudemannenhuis aan de Oude Molstraat in Den Haag. Hij was een oude man, dus dat kwam goed uit. Toch hoor je die termen niet vaak meer. In plaats van het oudemannen- of vrouwenhuis kwamen het bejaardenhuis, het verzorgingshuis, de aanleunwoning, de serviceflat, het zorgcentrum en de levensloopbestendige woning.

We hebben het ook niet meer over oude mensen, maar over ouden van dagen, bejaarden of senioren. Ik ken één club die tegen deze tendens ingaat: in Leiden ben ik lid van een gezelschap dat zich de Oude Socialisten noemt, als tegenhanger van de Jonge Socialisten.

De telkens wisselende aanduiding komt omdat het een groep is waar je niet graag bij hoort. Mensen zijn in het algemeen liever jong dan oud. Dat eerste, daar kunnen we niet voor zorgen, maar in plaats van oud kunnen we wel een andere woord kiezen. Hetzelfde zie je bij gehandicapten, die vroeger werden aangeduid als invaliden en tegenwoordig als mensen met een beperking, of nog mooier met een uitdaging. Waag het niet om het over een invalidentoilet of een invalidenparkeerplaats te hebben.

Zo kiezen we ook steeds nieuwe termen voor wijken waar iets moet veranderen: achterbuurten, achterstandswijken, saneringswijken, stadsvernieuwingsgebieden, Vogelaarwijken, krachtwijken, prachtwijken. Maar villawijken heten nog steeds villawijken.

Rond seksualiteit zie je het omgekeerde. Daar neemt de acceptatie toe en dat zie je terug in het spraakgebruik. De vieze woorden van vroeger, als billen, poep en neuken, kom je tegenwoordig overal tegen. Daar staat tegenover dat sommige woorden juist niet meer gebruikt worden omdat ze een seksuele betekenis hebben gekregen. Vroeger kwam een bouwwerk klaar, tegenwoordig komt het gereed.

Eenzelfde beweging als rond de termen voor ouderen en voor gehandicapten zie je rond allochtonen. Dat was ooit een neutraal alternatief voor woorden als gastarbeider, buitenlander, immigrant of nieuwe Nederlander, die net als oude mensen en invaliden belast waren geraakt.

De termen allochtoon en autochtoon werden ook al eerder gehanteerd in een ander verband. In de jaren zeventig (alweer van de vorige eeuw) was ik lid van het gewestelijk bestuur van de PvdA in Zuid-Holland. Daar werden we regelmatig geconfronteerd met conflicten tussen autochtonen en allochtonen in kleinere gemeenten.

De autochtonen behoorden tot de klassieke PvdA-aanhang van laag opgeleiden die werkten in de private sector, de allochtonen waren forenzen uit een van de omliggende steden, met een hogere opleiding en werkzaam in de publieke sector. Die hoger opgeleiden wisten uiteraard alles beter en waren tegen verdere groei van het dorp, omdat dat zijn landelijke karakter moest houden. Volgens de autochtonen was groei juist goed voor de winkelstand. Maar niemand vond het erg om in dat debat als allochtoon te worden aangeduid.

Dat is nu anders. Nu allochtoon slaat op herkomst uit een ander land willen veel mensen niet meer als allochtoon worden aangemerkt. Dat schrijft de politieke1315BS Allochtoon beweging DENK, maar hetzelfde vinden we in Nederland mijn vaderland bij Zihni Özdil, die weinig met DENK te maken wil hebben. We zijn immers allen Nederlanders is de gedachte. Het probleem is echter dat ze allebei ook pleiten voor diversiteitsbeleid. En daarvoor is het nodig dat je iemand ziet als behorend tot een bepaalde groep, zoals vrouwen, homo’s, of … ?

Özdil gebruikt daarvoor de term ‘mensen van kleur’. Ik vraag mij sterk af dat een vooruitgang is. Het is een vertaling van de term ‘people of colour’ die begin negentiende eeuw in het zuiden van Amerika gebruikt werd voor gekleurde mensen die geen slaaf waren, meestal dus vrijgelaten slaven of afstammelingen daarvan. Die term is in Amerika in de tweede helft van de twintigste eeuw opnieuw opgepikt door mensen die niet als gekleurd te boek willen staan omdat dat een term van blanken is, maar wel als people of color, want die term propageren ze zelf.

Met ‘mensen van kleur’ verwijs je direct naar iemands huidskleur in plaats van naar zijn herkomst. Ook derde-generatie Marokkanen en Turken zijn mensen van kleur, maar onze allochtone prinsesjes niet. Özdil verwijt het CBS onderscheid te maken tussen Westerse en niet-Westerse allochtonen vanwege hun huidskleur, maar maakt zelf dit verschil nog veel directer. Het wordt heel onsmakelijk wanneer we gaan tellen hoeveel mensen van kleur er in de Tweede Kamer zitten, omdat dat een maat is voor de diversiteit van onze samenleving. Telt Jesse Klaver dan mee, en Malik Azmani? Misschien Wilders wel, wanneer we zijn echte haarkleur zien.

Maar wanneer er onder mensen van kleur meer armoede, werkloosheid en criminaliteit is dan onder witte Nederlanders, zal die term al snel even belast zijn als allochtonen.

Een alternatief is de term allochtoon te vermijden door te schrijven over Marokkaanse Nederlanders, Turkse Nederlanders, Antilliaanse Nederlanders, enz. Dat wordt door Özdul als een grote stap vooruit beschouwd. Het sluit aan bij de oproep van DENK trots te zijn op je afkomst. Maar hoe word ikzelf dan aangeduid? Als een Nederlandse Nederlander? Dan suggereer je dat die andere Nederlanders niet Nederlands zijn. Dan liever autochtone Nederlander? Dan kun je ook net zo goed over allochtone Nederlanders blijven schrijven. Kun je ook wel trots zijn op je Turkse afkomst wanneer je tegelijkertijd niet als allochtoon wilt worden aangeduid?

Voor allerlei vormen van beleid ontkom je er niet aan groepen Nederlanders te benoemen. Soms is sekse relevant, soms leeftijd, soms het geloof. Het kan ook zijn land van herkomst of tweede nationaliteit. Wanneer we willen weten hoe de arbeidsmarkt functioneert lijkt land van herkomst me het meest relevant. Dat ligt ook objectief vast in de persoonsadministratie. Bij de bekostiging van scholen lijkt me het meest relevant welke taal er thuis gesproken wordt.

Maar allochtonen worden niet Nederlandser wanneer je ze mensen van kleur gaat noemen, zoals ouderen niet jonger worden als je ze senioren noemt.

-------------
De foto's zijn van Henk Klaren
© 2016 Paul Bordewijk
powered by CJ2