archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 14 Jaargang 13 26 mei 2016 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Outsider art | Claude Aendenboom | |||
De schilderkunst kent vele stromingen: impressionisme, expressionisme, kubisme maar... heb je al van 'Outsider Art ' gehoord? De ontdekking van de Outsider-Art ging aanvankelijk heel geleidelijk. Het onderzoek van medici naar de artistieke uitingen van hun patiënten werkte in de jaren twintig als een enorme katalysator. Walter Morgenthaler beschrijft in zijn ' Ein Geisteskranker als Künstler' (1921), het werk van de zeer begaafde patiënt Adolf Wölfli en stimuleerde zo de doorbraak van de waardering voor het werk van geesteszieken en dat gaf een enorme impuls aan de belangstelling voor wat men later Outsider Art zou noemen. Het kunstwerk als 'spiegel van de ziel' was geen nieuw idee. Sinds de romantiek werd het kunstwerk steeds meer beschouwd als uitdrukking van het bewogen innerlijk van de maker en interpreteerde men dit steevast als het uiten van diens geestesleven. Al gauw werden vergelijkingen tussen het werk van kunstenaars en dat van geesteszieken gebruikt om de artistieke kwaliteiten van de eersten op hun waarde te schatten ... een vorm van erkenning dus voor de Outsider Art. Johannes Herbert Plokker, een psychiater, schreef in 1962 een invloedrijk boek: 'Geschonden beeld', waarin hij de schizofrene artistieke scheppingsdrang tracht te kenmerken. Veelvuldig trof hij stereotypen aan qua vormgeving en inhoud. Deze kunstenaars zochten immers naar pure inspiratiebronnen, naar oeruitingen van menselijke creativiteit, een ode aan de rauwheid in de kunst. Voor deze outsiders is het een houvast in een oceaan van mogelijkheden! De Franse kunstenaar Jean Dubuffet trok zich het lot van enkele begaafde geesteszieken aan en gaf hen door enkele artikels van zijn hand een zekere bekendheid. Het werk van Chaissac leerde hij in 1946 kennen. Deze bracht ruwe kunst voort die Dubuffet kon raken. Ook Aloïse Corbaz neemt een bijzondere plaats in binnen zijn collectie. Zij was langs moederzijde erfelijk belast, waardoor haar plotse vreemde gedrag aanleiding gaf tot opname in de kliniek Cery bij Lausanne. Zij was toen 32 jaar oud. Rond 1920 begon zij te tekenen. Aloïse geeft ons een zuiver beeld van de Outsider Art. In Outsider Art zegeviert de pure creativiteit. Het fenomeen bewijst dat de kracht en uitgestrektheid van de menselijke verbeelding groter is dan gedacht. Tegenwoordig wordt Outsider Art nog steeds gezien als het werk van sociaal geïsoleerde producenten. Rest ons nu nog de vraag: zullen de respectabele musea een open houding blijven koesteren voor deze Outsider-Art? Het is wezenlijk deze kunst te blijven erkennen als een kunststroming, want zij zal zich in de toekomst wellicht telkens weer in andere gedaanten voordoen. --------- De informatie van deze tekst is gedestilleerd uit één van mijn OU-cursussen kunstgeschiedenis. |
||||
© 2016 Claude Aendenboom | ||||
powered by CJ2 |