archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 13
24 maart 2016
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Ouwelullenpraat Joop Quint

1311BS OuwelullenZo kunnen mijn gesprekken met andere oudere mannen vaak wel worden genoemd. Ook als ik ze voor het eerst ontmoet zijn we meestal snel goed met elkaar in gesprek. Verschillen in opleiding, achtergrond of herkomst doen er niet toe. Want we hebben bijna altijd twee dingen gemeenschappelijk: voetballen en onze tijd in militaire dienst. Voor dat laatste moet mijn gesprekspartner wel ouder zijn dan ongeveer 45.

Rond 1970 is de dienstplicht afgeschaft. En voor het eerste moet de ander niet te netjes zijn: dan heeft hij gehockeyd. Maar verreweg de meeste mannen hebben gevoetbald. Ons gesprek komt natuurlijk neer op een uitwisseling van sterke verhalen. Enkele van mijn sterke (maar wel waar gebeurde!) verhalen volgen hieronder.

Ik heb bijna veertig jaar gevoetbald. Toen ik 15 en 16 was speelde ik in het eerste van SV Texel. (Zoals een sportjournalist eens schreef: ‘Wat goed is komt snel.’) Achteraf was dat het hoogtepunt van mijn voetbalcarrière. SV Texel speelde vierde klasse KNVB. (Voor de niet-kenners: daar zijn nog ongeveer zes klassen boven.) Dat lijkt niet veel voor te stellen, maar wèl op Texel. Je speelde in het hoogste team van de beste van vijf clubs op eiland. Je was een soort held. Nu, bijna zestig jaar later, zijn er nog steeds mensen die weten, of van hun vader hebben gehoord, dat ik in het eerste speelde!

Ik ben volstrekt rechts – in veel opzichten – maar speelde linksbuiten. Zoiets als Robben, maar dan andersom. Ik kan wel voetballen, maar ik ben heel onhandig. Mijn eerste corner, gelukkig niet in het eerste, nam ik helemaal fout. Mijn linkerbeen belandde aan de ene kant van de cornervlag en mijn rechter aan de andere. De cornervlag zat in mijn kruis. Later toen ik in het eerste als linksbuiten liep te pingelen en de bal kwijt raakte riepen de lijzige Texelaars langs de lijn: ‘Hé Quint, het benne geen toverballe.’ Onze kleuren waren groen-zwart, niet direct de mooiste. Maar wel bij de meisjes die handbalden, die zagen er echt prachtig uit in hun strakke shirtjes. Voor onze uitwedstrijden was er een speciaal, klein busje. Daarmee gingen we op de boot naar bekende plaatsen als Hyppolitushoef, Tuitjehorn, Schagen en Breezand.

Het eerste van SV Texel, mijn toppunt, duurde maar een jaar. Ik vertel graag dat ik door AZ (Alkmaar) werd gekocht. Maar de echte reden was dat ik een jaar in Amerika was en daarna in Utrecht ging studeren. Ik ging bij Kampong voetballen. Het is een ernstig misverstand dat Kampong een hockeyclub is. Meer dan 100 jaar geleden is het opgericht als een voetbalclub. Ik speelde drie jaar in het eerste en daarna ruim tien jaar bij de veteranen. Onze kinderen gingen vaak mee naar de thuiswedstrijden. Na de wedstrijd zaten ze in onze kleedkamer. Niet om te kijken naar al die blote mannen onder de douche, maar om te wachten tot we waren aangekleed, dan kregen ze namelijk een mars of een cola.

Met de mannen waar ik mee voetbalde had ik een bijzonder contact. Heel hartelijk, veel grappen, vooral bij de vele biertjes na de wedstrijd. Maar wat wist ik eigenlijk van ze? Dat bleek toen ik een keer een van hen aanbood om hem naar huis te brengen. Dat lag op mijn route. Hij zei: ‘Daar woon ik niet meer, ik ben een half jaar geleden gescheiden.’ Ik heb in die tijd ook gevoetbald met een jongen die doof was. Dat went niet. Mijn collega’s en ik bleven maar naar hem schreeuwen, om duidelijk te maken welke kant hij de bal op moest spelen, of om hem uit te schelden als hij weer eens iets stoms had gedaan.

Ik was 25 en ik had het druk. In dezelfde tijd dat ik in het eerste van Kampong speelde en twee keer in de week trainde, studeerde ik af in de sociale psychologie, ik was getrouwd en had twee dochters en ik zat in militaire dienst. Daarover volgende keer.

-----
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
-------
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2016 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Ouwelullenpraat Joop Quint
1311BS OuwelullenZo kunnen mijn gesprekken met andere oudere mannen vaak wel worden genoemd. Ook als ik ze voor het eerst ontmoet zijn we meestal snel goed met elkaar in gesprek. Verschillen in opleiding, achtergrond of herkomst doen er niet toe. Want we hebben bijna altijd twee dingen gemeenschappelijk: voetballen en onze tijd in militaire dienst. Voor dat laatste moet mijn gesprekspartner wel ouder zijn dan ongeveer 45.

Rond 1970 is de dienstplicht afgeschaft. En voor het eerste moet de ander niet te netjes zijn: dan heeft hij gehockeyd. Maar verreweg de meeste mannen hebben gevoetbald. Ons gesprek komt natuurlijk neer op een uitwisseling van sterke verhalen. Enkele van mijn sterke (maar wel waar gebeurde!) verhalen volgen hieronder.

Ik heb bijna veertig jaar gevoetbald. Toen ik 15 en 16 was speelde ik in het eerste van SV Texel. (Zoals een sportjournalist eens schreef: ‘Wat goed is komt snel.’) Achteraf was dat het hoogtepunt van mijn voetbalcarrière. SV Texel speelde vierde klasse KNVB. (Voor de niet-kenners: daar zijn nog ongeveer zes klassen boven.) Dat lijkt niet veel voor te stellen, maar wèl op Texel. Je speelde in het hoogste team van de beste van vijf clubs op eiland. Je was een soort held. Nu, bijna zestig jaar later, zijn er nog steeds mensen die weten, of van hun vader hebben gehoord, dat ik in het eerste speelde!

Ik ben volstrekt rechts – in veel opzichten – maar speelde linksbuiten. Zoiets als Robben, maar dan andersom. Ik kan wel voetballen, maar ik ben heel onhandig. Mijn eerste corner, gelukkig niet in het eerste, nam ik helemaal fout. Mijn linkerbeen belandde aan de ene kant van de cornervlag en mijn rechter aan de andere. De cornervlag zat in mijn kruis. Later toen ik in het eerste als linksbuiten liep te pingelen en de bal kwijt raakte riepen de lijzige Texelaars langs de lijn: ‘Hé Quint, het benne geen toverballe.’ Onze kleuren waren groen-zwart, niet direct de mooiste. Maar wel bij de meisjes die handbalden, die zagen er echt prachtig uit in hun strakke shirtjes. Voor onze uitwedstrijden was er een speciaal, klein busje. Daarmee gingen we op de boot naar bekende plaatsen als Hyppolitushoef, Tuitjehorn, Schagen en Breezand.

Het eerste van SV Texel, mijn toppunt, duurde maar een jaar. Ik vertel graag dat ik door AZ (Alkmaar) werd gekocht. Maar de echte reden was dat ik een jaar in Amerika was en daarna in Utrecht ging studeren. Ik ging bij Kampong voetballen. Het is een ernstig misverstand dat Kampong een hockeyclub is. Meer dan 100 jaar geleden is het opgericht als een voetbalclub. Ik speelde drie jaar in het eerste en daarna ruim tien jaar bij de veteranen. Onze kinderen gingen vaak mee naar de thuiswedstrijden. Na de wedstrijd zaten ze in onze kleedkamer. Niet om te kijken naar al die blote mannen onder de douche, maar om te wachten tot we waren aangekleed, dan kregen ze namelijk een mars of een cola.

Met de mannen waar ik mee voetbalde had ik een bijzonder contact. Heel hartelijk, veel grappen, vooral bij de vele biertjes na de wedstrijd. Maar wat wist ik eigenlijk van ze? Dat bleek toen ik een keer een van hen aanbood om hem naar huis te brengen. Dat lag op mijn route. Hij zei: ‘Daar woon ik niet meer, ik ben een half jaar geleden gescheiden.’ Ik heb in die tijd ook gevoetbald met een jongen die doof was. Dat went niet. Mijn collega’s en ik bleven maar naar hem schreeuwen, om duidelijk te maken welke kant hij de bal op moest spelen, of om hem uit te schelden als hij weer eens iets stoms had gedaan.

Ik was 25 en ik had het druk. In dezelfde tijd dat ik in het eerste van Kampong speelde en twee keer in de week trainde, studeerde ik af in de sociale psychologie, ik was getrouwd en had twee dochters en ik zat in militaire dienst. Daarover volgende keer.

-----
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
-------
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2016 Joop Quint
powered by CJ2