archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 13
25 februari 2016
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Geallieerden rond de tafel in Jalta Jan Dekker

1309VG JaltaDe lijst van Geallieerde Conferenties tijdens de Tweede Wereldoorlog is lang. Ze begint met de Atlantic Charter Conference in Newfoundland in 1941 en loopt tot de vredesconferenties van Potsdam in 1945 en Parijs in 1946. Echter, de geallieerde staatshoofden Roosevelt, Stalin en Churchill kwamen slechts tweemaal gezamenlijk bij elkaar en wel in Teheran (November 1943) en in Jalta (Februari 1945).

De Teheran conferentie betrof voornamelijk de directe oorlogvoering en resulteerde in afspraken over materiële ondersteuning aan de Sovjet-Unie en de toezegging van een tweede Westers front, om de druk op het Oostfront te verlichten (dat werd uiteindelijk de landing in Normandië in Juni 1944). De bekendste conferentie is wel die van Jalta ook al omdat de uitkomsten nogal omstreden zijn. De bijeenkomst diende om afspraken te maken over de naoorlogse afwikkeling van ‘het Duitse probleem’ en over de politieke indeling van de rest van Europa.

Maar allereerst was het nodig om de situatie te bespreken die zou ontstaan na de overgave van Duitsland, omdat er grote onduidelijkheid was over de precieze doeleinden en prioriteiten van de geallieerden, behalve dan de eis van onvoorwaardelijke capitulatie. De feitelijke situatie van het moment was dat de Sovjetlegers Polen hadden bezet en op minder dan 100 km van Berlijn stonden. De voorbereidingen voor het volgende offensief waren in volle gang, terwijl de Engelsen en Amerikanen de Rijn nog moesten zien over te steken en niet wisten hoe lang hiermee gemoeid zou zijn.

Jalta ligt op het Krim schiereiland, dat pas in Mei ‘44 door de Sovjets was heroverd op de Duitsers. Voormalige zomerverblijven van de Russische adel werden inderhaast gerenoveerd en uit nood bemand met de staf van enkele hotels in Moskou. De inboedel van diezelfde hotels werd gebruikt voor de inrichting. Roosevelt en de Amerikaanse delegatie verbleven in het Livadia Paleis, ooit het zomerverblijf van de Tsaar, waar ook de plenaire bijenkomsten werden gehouden. Churchill en de Britse vertegenwoordiging kregen Vorontsov toegewezen, een curieus kasteel, terwijl Stalin zelf verbleef in het Yusupov Paleis.

De conferentiedagen begonnen met besprekingen in de ochtenduren tussen de diverse ministers en staatssecretarissen, waaronder Molotov, Eden en Stettinius. De plenaire bijeenkomsten gingen meestal rond 4 uur in de middag van start en duurden tot het avonddiner. De deelnemers waren, voor die tijd vanzelfsprekend, vooral heren in nette pakken en mannen in uniform. De lichtere toon werd gezet door enkele jonge vrouwen, waaronder Sarah Oliver (dochter van Churchill en persoonlijke assistent), Anna Boettiger (de dochter van Roosevelt en zijn privésecretaresse) en Kathleen (dochter van Harriman, de VS-ambassadeur in Moskou). Overigens kenden Churchill en Averall Harriman elkaar uit de tijd dat de laatste gestationeerd was in Londen en een verhouding had met de schoondochter van Churchill, Pamela, in die tijd gehuwd met zoon Randolph. Churchill was op de hoogte maar hield zich onwetend omwille van de Brits-Amerikaanse betrekkingen. De Britse delegatie vond tijd voor een bezoek aan Balaklava, het slagveld uit de Krim Oorlog, in 1854 toneel van de befaamde ‘Charge van de Lichte Brigade’.

De agenda van de diverse besprekingen is ronduit indrukwekkend. Niet alleen wat betreft de hoeveelheid onderwerpen, maar vooral ook omdat ze getuigden van een diepgaand inzicht en een vooruitziende blik. De deelnemers hadden natuurlijk verschillende belangen. De prioriteiten van Roosevelt waren allereerst de oprichting van de Verenigde Naties en een mogelijke oorlogsverklaring van de Sovjet-Unie aan Japan. Churchill zette zich met name in voor de status van de bondgenoten Frankrijk en Polen. Stalin was voornamelijk bezig met de naoorlogse inrichting van Oost-Europa, om de toekomstige veiligheid van Sovjet-Unie te verzekeren (en tegelijk de communistische revolutie verder te verspreiden). Andere belangrijke onderwerpen waren de herstelbetalingen die Duitsland zouden worden opgelegd en de repatriëring van krijgsgevangen en oorlogsvluchtelingen.

De besprekingen verliepen in een onverwacht goede atmosfeer en Stalin toonde zich van zijn beste kant. Hoewel de Duitsers overduidelijk aan de verliezende hand waren was er toch nog veel onzekerheid over de afloop van de oorlog. Aan de Sovjet-kant bestond de vrees dat de Westerse landen unilateraal een vredesovereenkomst zouden sluiten met Duitsland. Waarna de vrijgekomen Duitse troepen ingezet zouden kunnen worden op het Oostfront. Of nog erger, dat de Westerse troepen zich zouden aansluiten bij de Duitsers in een gezamenlijke confrontatie met de Sovjet-Unie.

De onderlinge verhoudingen tussen de hoofdrolspelers waren ingewikkeld en niet altijd voorspelbaar. In tegenstelling tot de verwachting – en tot opluchting van Stalin – speelden Roosevelt en Churchill niet onder één hoedje. Integendeel: ze verschilden geregeld van mening, waar Stalin handig op inspeelde. Naast de plenaire zittingen waren er geregeld een-op-een besprekingen tussen de hoofdrolspelers. Ondanks belangrijke ideologische en zakelijke verschillen slaagde Stalin erin om Roosevelt en Churchill voor zich in te nemen en zelfs een betrouwbare indruk te maken. Stalin toonde zich de meest bekwame en succesvolle onderhandelaar (o.a. geholpen door de afluisterapparatuur in de vertrekken van de Westerse delegaties). Hij werd daarbij overigens geholpen door Roosevelt, die meende dat hij betere onderhandelingsresultaten zou bereiken in direct overleg met Stalin dan in tripartite besprekingen tezamen met Churchill. De slechte gezondheidstoestand van Roosevelt viel vrijwel iedereen op en dat moet ook een rol hebben gespeeld. Churchill had onvoldoende gewicht om Stalin in zijn eentje te trotseren. Roosevelt wenste zich op geen enkele manier in te zetten voor de belangen van het Britse Empire en scheen minder bevreesd voor de territoriale ambities van Stalin. Plokhy (2010) heeft een gedetailleerd verslag geschreven van de dag-tot-dag voortgang van de conferentie. Zijn conclusie is dat de prijs die voor de vrede moest worden betaald aan de hoge kant was maar dat er uiteindelijk weinig keus was gezien de feitelijke strategische situatie en de enorme verliezen in mensen en materieel aan de Sovjet kant.

Na afloop werd de conferentie in eerste instantie gepresenteerd als een groot succes, hoewel beslissingen over belangrijke onderwerpen (zoals de toekomst van Polen) niet waren opgelost maar vooruit werden geschoven. De euforie duurde maar kort. Twee maanden later, in April ’45, overleed Roosevelt plotseling. De parlementsverkiezingen in de UK, in Juli ’45, eindigden onverwacht in een nederlaag van Churchill. Anderzijds was er onwil van de kant van Stalin om zich aan de formele en informele afspraken te houden. Tevens dient opgemerkt dat de feitelijke omstandigheden sterk waren veranderd sinds begin ’45. Duitsland had gecapituleerd. De Sovjet-Unie beheerste inmiddels de landen in Oost-Europa en was bezig het bestuur op communistische leest te schoeien, iets wat Roosevelt en Churchill juist hadden geprobeerd te voorkomen. Verder was deelname van de Sovjet-Unie aan de oorlog tegen Japan niet opportuun meer na de vernietiging van Hiroshima en Nagasaki.

In het jaar na de conferentie sloeg de atmosfeer verder om. Het leidde in maart ’46 tot de beroemde uitspraak van Churchill dat er een ‘IJzeren Gordijn was Neergedaald over Oost-Europa’. Het latere oordeel over Jalta was negatief om redenen die al eerder zijn genoemd, maar ook vanwege de repatriëring van de Russische krijgsgevangenen, zelfs tegen hun duidelijke wil. In de Sovjet-Unie wachtte hen veelal de Goelag of zelfs het executiepeloton. De communistische machtsovername in Polen was een andere steen des aanstoots.

Inmiddels is het historisch oordeel gematigder. Aangezien de Sovjet-Unie vrijwel geheel Oost-Europa reeds had bezet viel er weinig te bereiken met onderhandelingen. Daar staat tegenover dat de gewapende vijandelijkheden tot een eind waren gebracht en de oprichting van de Verenigde Naties een feit was.

Plokhy S.M. (2010). Yalta: The Price of Peace. New York: Viking Penguin.

---------------------
De tekening is van Linda Hulshof en diende eerder ter illustratie
van ‘De Actualiteit van Jalta’ (Jrg 12, Nr 2), geschreven door Paul Bordewijk.
------------------------
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2016 Jan Dekker meer Jan Dekker - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Geallieerden rond de tafel in Jalta Jan Dekker
1309VG JaltaDe lijst van Geallieerde Conferenties tijdens de Tweede Wereldoorlog is lang. Ze begint met de Atlantic Charter Conference in Newfoundland in 1941 en loopt tot de vredesconferenties van Potsdam in 1945 en Parijs in 1946. Echter, de geallieerde staatshoofden Roosevelt, Stalin en Churchill kwamen slechts tweemaal gezamenlijk bij elkaar en wel in Teheran (November 1943) en in Jalta (Februari 1945).

De Teheran conferentie betrof voornamelijk de directe oorlogvoering en resulteerde in afspraken over materiële ondersteuning aan de Sovjet-Unie en de toezegging van een tweede Westers front, om de druk op het Oostfront te verlichten (dat werd uiteindelijk de landing in Normandië in Juni 1944). De bekendste conferentie is wel die van Jalta ook al omdat de uitkomsten nogal omstreden zijn. De bijeenkomst diende om afspraken te maken over de naoorlogse afwikkeling van ‘het Duitse probleem’ en over de politieke indeling van de rest van Europa.

Maar allereerst was het nodig om de situatie te bespreken die zou ontstaan na de overgave van Duitsland, omdat er grote onduidelijkheid was over de precieze doeleinden en prioriteiten van de geallieerden, behalve dan de eis van onvoorwaardelijke capitulatie. De feitelijke situatie van het moment was dat de Sovjetlegers Polen hadden bezet en op minder dan 100 km van Berlijn stonden. De voorbereidingen voor het volgende offensief waren in volle gang, terwijl de Engelsen en Amerikanen de Rijn nog moesten zien over te steken en niet wisten hoe lang hiermee gemoeid zou zijn.

Jalta ligt op het Krim schiereiland, dat pas in Mei ‘44 door de Sovjets was heroverd op de Duitsers. Voormalige zomerverblijven van de Russische adel werden inderhaast gerenoveerd en uit nood bemand met de staf van enkele hotels in Moskou. De inboedel van diezelfde hotels werd gebruikt voor de inrichting. Roosevelt en de Amerikaanse delegatie verbleven in het Livadia Paleis, ooit het zomerverblijf van de Tsaar, waar ook de plenaire bijenkomsten werden gehouden. Churchill en de Britse vertegenwoordiging kregen Vorontsov toegewezen, een curieus kasteel, terwijl Stalin zelf verbleef in het Yusupov Paleis.

De conferentiedagen begonnen met besprekingen in de ochtenduren tussen de diverse ministers en staatssecretarissen, waaronder Molotov, Eden en Stettinius. De plenaire bijeenkomsten gingen meestal rond 4 uur in de middag van start en duurden tot het avonddiner. De deelnemers waren, voor die tijd vanzelfsprekend, vooral heren in nette pakken en mannen in uniform. De lichtere toon werd gezet door enkele jonge vrouwen, waaronder Sarah Oliver (dochter van Churchill en persoonlijke assistent), Anna Boettiger (de dochter van Roosevelt en zijn privésecretaresse) en Kathleen (dochter van Harriman, de VS-ambassadeur in Moskou). Overigens kenden Churchill en Averall Harriman elkaar uit de tijd dat de laatste gestationeerd was in Londen en een verhouding had met de schoondochter van Churchill, Pamela, in die tijd gehuwd met zoon Randolph. Churchill was op de hoogte maar hield zich onwetend omwille van de Brits-Amerikaanse betrekkingen. De Britse delegatie vond tijd voor een bezoek aan Balaklava, het slagveld uit de Krim Oorlog, in 1854 toneel van de befaamde ‘Charge van de Lichte Brigade’.

De agenda van de diverse besprekingen is ronduit indrukwekkend. Niet alleen wat betreft de hoeveelheid onderwerpen, maar vooral ook omdat ze getuigden van een diepgaand inzicht en een vooruitziende blik. De deelnemers hadden natuurlijk verschillende belangen. De prioriteiten van Roosevelt waren allereerst de oprichting van de Verenigde Naties en een mogelijke oorlogsverklaring van de Sovjet-Unie aan Japan. Churchill zette zich met name in voor de status van de bondgenoten Frankrijk en Polen. Stalin was voornamelijk bezig met de naoorlogse inrichting van Oost-Europa, om de toekomstige veiligheid van Sovjet-Unie te verzekeren (en tegelijk de communistische revolutie verder te verspreiden). Andere belangrijke onderwerpen waren de herstelbetalingen die Duitsland zouden worden opgelegd en de repatriëring van krijgsgevangen en oorlogsvluchtelingen.

De besprekingen verliepen in een onverwacht goede atmosfeer en Stalin toonde zich van zijn beste kant. Hoewel de Duitsers overduidelijk aan de verliezende hand waren was er toch nog veel onzekerheid over de afloop van de oorlog. Aan de Sovjet-kant bestond de vrees dat de Westerse landen unilateraal een vredesovereenkomst zouden sluiten met Duitsland. Waarna de vrijgekomen Duitse troepen ingezet zouden kunnen worden op het Oostfront. Of nog erger, dat de Westerse troepen zich zouden aansluiten bij de Duitsers in een gezamenlijke confrontatie met de Sovjet-Unie.

De onderlinge verhoudingen tussen de hoofdrolspelers waren ingewikkeld en niet altijd voorspelbaar. In tegenstelling tot de verwachting – en tot opluchting van Stalin – speelden Roosevelt en Churchill niet onder één hoedje. Integendeel: ze verschilden geregeld van mening, waar Stalin handig op inspeelde. Naast de plenaire zittingen waren er geregeld een-op-een besprekingen tussen de hoofdrolspelers. Ondanks belangrijke ideologische en zakelijke verschillen slaagde Stalin erin om Roosevelt en Churchill voor zich in te nemen en zelfs een betrouwbare indruk te maken. Stalin toonde zich de meest bekwame en succesvolle onderhandelaar (o.a. geholpen door de afluisterapparatuur in de vertrekken van de Westerse delegaties). Hij werd daarbij overigens geholpen door Roosevelt, die meende dat hij betere onderhandelingsresultaten zou bereiken in direct overleg met Stalin dan in tripartite besprekingen tezamen met Churchill. De slechte gezondheidstoestand van Roosevelt viel vrijwel iedereen op en dat moet ook een rol hebben gespeeld. Churchill had onvoldoende gewicht om Stalin in zijn eentje te trotseren. Roosevelt wenste zich op geen enkele manier in te zetten voor de belangen van het Britse Empire en scheen minder bevreesd voor de territoriale ambities van Stalin. Plokhy (2010) heeft een gedetailleerd verslag geschreven van de dag-tot-dag voortgang van de conferentie. Zijn conclusie is dat de prijs die voor de vrede moest worden betaald aan de hoge kant was maar dat er uiteindelijk weinig keus was gezien de feitelijke strategische situatie en de enorme verliezen in mensen en materieel aan de Sovjet kant.

Na afloop werd de conferentie in eerste instantie gepresenteerd als een groot succes, hoewel beslissingen over belangrijke onderwerpen (zoals de toekomst van Polen) niet waren opgelost maar vooruit werden geschoven. De euforie duurde maar kort. Twee maanden later, in April ’45, overleed Roosevelt plotseling. De parlementsverkiezingen in de UK, in Juli ’45, eindigden onverwacht in een nederlaag van Churchill. Anderzijds was er onwil van de kant van Stalin om zich aan de formele en informele afspraken te houden. Tevens dient opgemerkt dat de feitelijke omstandigheden sterk waren veranderd sinds begin ’45. Duitsland had gecapituleerd. De Sovjet-Unie beheerste inmiddels de landen in Oost-Europa en was bezig het bestuur op communistische leest te schoeien, iets wat Roosevelt en Churchill juist hadden geprobeerd te voorkomen. Verder was deelname van de Sovjet-Unie aan de oorlog tegen Japan niet opportuun meer na de vernietiging van Hiroshima en Nagasaki.

In het jaar na de conferentie sloeg de atmosfeer verder om. Het leidde in maart ’46 tot de beroemde uitspraak van Churchill dat er een ‘IJzeren Gordijn was Neergedaald over Oost-Europa’. Het latere oordeel over Jalta was negatief om redenen die al eerder zijn genoemd, maar ook vanwege de repatriëring van de Russische krijgsgevangenen, zelfs tegen hun duidelijke wil. In de Sovjet-Unie wachtte hen veelal de Goelag of zelfs het executiepeloton. De communistische machtsovername in Polen was een andere steen des aanstoots.

Inmiddels is het historisch oordeel gematigder. Aangezien de Sovjet-Unie vrijwel geheel Oost-Europa reeds had bezet viel er weinig te bereiken met onderhandelingen. Daar staat tegenover dat de gewapende vijandelijkheden tot een eind waren gebracht en de oprichting van de Verenigde Naties een feit was.

Plokhy S.M. (2010). Yalta: The Price of Peace. New York: Viking Penguin.

---------------------
De tekening is van Linda Hulshof en diende eerder ter illustratie
van ‘De Actualiteit van Jalta’ (Jrg 12, Nr 2), geschreven door Paul Bordewijk.
------------------------
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2016 Jan Dekker
powered by CJ2