|
Hoe zit het met die Middenklasse? Hier geldt natuurlijk ook het nu zo populaire devies ‘Meten is weten’. Misschien is die Middenklasse eigenlijk wel een uitkomst, een product van al dat meten. Nederland telt nu een bevolking van om en nabij de 16,9 miljoen zielen. Wie iets zinvols wil melden over eigenschappen van al die Nederlanders doet er goed aan dat totaal van de bevolking wat hanteerbaarder te maken door het te verdelen in overzichtelijker, kleinere groeperingen. Hij gaat de bevolking indelen, classificeren.
Al sinds de Oudheid wordt voor die bevolkingsonderdelen de naam klasse gebruikt. Denk aan klassieke muziek, schoolklassen (zie afb.1.), klassen in de (biologische) taxonomie, de arbeidersklasse van Karl Marx, enzovoorts en zo verder. Ons taalgebruik doet vaak niet aan meten en weten, maar duidt met het kale woord klasse de zgn. topklasse aan: Dat is klasse! Sinds de uitvinding van de sociologie is het maatschappelijk begrippenapparaat zowel als het refentiekader aanmerkelijk verfijnd en zijn talloze nieuwe bevolkingsklassen ontdekt. Wie in de 50er/60er jaren academische sociologie studeerde kent maar al te goed die Amerikaanse studies waarin de bewoners van middelgrote stadjes werden onderverdeeld in meer klassen; van Helemaal Hoog naar Helemaal Laag (van Upperst Upper, naar Lowest Lower).
En dan ontstaat er automatisch daartussenin een Middenklasse (wat zeg ik, niet een, maar al gauw weer drie: upper-middle, middle- middle en lower -middle). Waar de mensen thuishoorden werd berekend, gemeten aan de hand van statistische gegevens over bijvoorbeeld Inkomen, Opleiding, Beroep, maar ook woonomgeving en, jawel, consumptiepatronen. De Middenklasse(n) werd(en) impliciet geknuffeld als het troeteldier van Bestuur en Beleid: rustige types, redelijke werkers, goede leerlingen, verstandig en gehoorzaam. Die Middenklasse werd het liefst opgevoerd als de beschaafde meerderheid van het land (de wereld), zo niet als de onmisbare Steunpilaar van de Maatschappij.
Middenklasser De sociologie bracht ons ook bij dat die Middenklassers wel de ruimte moesten hebben om terecht te kunnen komen in passende beroepen en passende woonbuurten. Om rustig en tevreden te blijven moesten ze liefst ook enig uitzicht hebben op sociale stijging (bijvoorbeeld van Lower-Middle naar Middle-Middle); ze moesten liefst kunnen deelnemen aan enige Sociale Mobiliteit. Overwegend positieve geluiden tot nu toe. De Cubaanse Revolutie was het voorbeeld van de rampspoed die een kansloze middenklasse teweeg kon brengen.
Het wachten was op de terugslag en die kwam toen een grote horde langharige herriemakers en etnisch uitzonderlijke burgers de juiste plaats in de geordende maatschappij niet meer ambieerde. De ooit zo positieve term zakte af naar de sfeer van braaf, suf, conservatief, maatschappelijk onbewust, de onderdrukking van anderen met de vermaledijde Repressieve Tolerantie. In het laatste decennium was vooral aandacht voor de dynamiek van het klassebegrip; er waren geleerden die ons vertelden dat het hele begrip hopeloos ouderwets was en dat de westerse maatschappijen bewoond werden door een grote (gelukkige) Middenklasse. Er waren weer andere geleerden die juist een sterkere klasse-polarisatie zagen; en daarin dan een steeds grotere kloof tussen een steeds kleinere middenklasse en steeds grotere rijkeluis en een ook al steeds grotere armeluisklassen. Waar staan we nu, anno 21e eeuw, in Nederland? Een telling van de frequentie van woordcombinaties in NRC/Handelsblad. wees uit dat de term nu vooral gebruikt wordt voor het classificeren van personenauto’s. Daar lijkt de Middenklasser weer een positieve klank te hebben gekregen. Vraag niet aan de hand van welke criteria voertuigdeskundigen het autoaanbod indelen, ik schat dat behalve het aantal wielen en cilinders, vooral de ongrijpbare Styling de dienst uitmaakt.
Lonely at the Top Hebben we nu de belangrijkste kernen geraakt? Misschien nog niet, want de existentiële vraag blijft: waarom meten mensen zich en elkaar steeds maar? Het heeft rationele kanten: als je nieuwe huizen en scholen wilt bouwen is het verstandig te gaan rekenen en de bevolkingscijfers van het CBS te gebruiken. In theorie kan dat megalomane bestuurders van Mega ROC’s en Mega Woningbouwcorporaties een beetje aan de grond houden. Maar achter dat meten gaat meestal ook een soort oerkracht schuil: ik verdien het meeste, ben het dikste, loop het hardste en ben gezegend met het Hoogste IQ, dus ik ben De Baas. Denk er aan! We zijn niet geïnteresseerd in veel verdienstelijke sporters, scholieren, kunstschilders, saxofonisten, ambtenaren, ministers; we zijn geïnteresseerd in Toppers, toptalenten (zie afb.2.).
De Olympische Spelen en de Tour de France kennen een paar winnaars en verder honderden verliezers; we hebben niks aan zilver en brons, we willen goud! Spilzucht! We willen geen Samsung, we willen een Apple, we willen geen Fabritius maar een (bewezen onvervalste en vooral miljoenen verslindende) Rembrandt, geen Puttertje, maar een Nachtwacht, we willen geen prachtige muziek van Moby Grape, we willen alleen de nummer 1. van de top 10 horen, we willen geen goede wetenschappelijke onderzoekers in een productief lab, maar Nobelprijswinnaars, we willen geen sobere Toyota, maar een kostbare Tesla, we laten ons bestuur liefst over aan, jawel, topambtenaren (!) : we willen dat er met geld gesmeten wordt, want pas dan kunnen we de baas zijn.
Och wat een mooie tijd, die vijftiger/zestiger jaren met die beschaafde, nuchtere, zuinige Middenklasse?!
Ik wens u (50's commentator Meijer Slujzer, maar ook dominee Gremdaat 70's parafraserend): een smakelijk eten en verder een prettige avond!
-------------------------- De plaatjes komen uit de collectie van Peter Schröder --------------------------- Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel!
|
|