archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 3 Jaargang 13 12 november 2015 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Middenin is geen klasse! | Frits Hoorweg | |||
Verkiezingen worden (vooral in Engeland) altijd verloren door verwaarlozing van de wensen van de middenklasse. Dat blijkt pas nadien, want vóór die tijd weet niemand precies wat die wensen zijn, of liever: iedereen heeft daar zijn eigen ideeën over. Zou Karel van het Reve wel eens een stukje over de middenklasse, of een aanverwante term, hebben geschreven? Als het zo is heb ik het helaas niet terug kunnen vinden. Hij had een enorm talent om dat soort stoplappen op amusante wijze aan stukken te scheuren. De sociologie, of wat daarvoor doorgaat, werd bijgevolg regelmatig door hem op de korrel genomen. Wanneer je serieus wetenschappelijk werk zou willen maken van het begrip ‘middenklasse’ dan zou het verbijzonderd moeten worden. Het gevolg zou waarschijnlijk zijn dat je een groot deel van de mensen die dol zijn op het begrip middenklasse kwijt bent. ‘Nee, dat bedoelde ik helemaal niet’, hoor ik ze zeggen. De relatieve vaagheid lijkt essentieel voor de bruikbaarheid. Wat dan namelijk goed kan is het begrip gebruiken als een kapstok om geschiedenis aan op te hangen. Dat is precies wat David Kynaston doet in hoofdstuk 7 van ‘A shake of the dice’, deel 2 van ‘Modernity Britain’. Eerst even iets over het project waar de schrijver mee bezig is. Het beoogde resultaat is de geschiedenis van Engeland (Britain is de term die hij steeds gebruikt) van 1945 tot 1979 te beschrijven. Er zijn inmiddels zes delen verschenen, die vervolgens weer twee aan twee gegroepeerd zijn tot: Austerity Britain, Family Britain en Modernity Britain. Het tweede deel daarvan loopt tot 1962. Kynaston is dus precies op de helft. Nu las ik ergens dat hij ernstig ziek is, dus of het project ooit tot afronding gaat komen is een beetje de vraag. Zijn boeken staan vol aardige weetjes, incidenten. Als de lezer behoefte heeft aan theoretiseren, mag hij dat zelf doen. Door het volgende voorbeeld daarvan werd mijn interesse voor dit boek om te beginnen gewekt; het was verwerkt in een bespreking in de Spectator, ik ben vergeten door wie. In een schildering van Harold Macmillans eerste tijd als premier, in 1959, beschrijft Kynaston de kerstdrukte in Londen en vermeldt dan terloops het volgende: ‘And it was in Regent Street, at Burberry’s on a dank December day, that a young Canadian writer, Leonard Cohen, now bought a not-yet-famous blue raincoat’. Een grapje, inderdaad, maar ook een mooie manier om iets in perspectief te plaatsen, zonder de lezer lastig te vallen met vermoeiende generalisaties. In hoofdstuk 7 begint hij, enigszins atypisch, met een theoretisch geïnspireerde verhandeling. Hij citeert daar de socioloog Ferdynand Zweig. In diens studie ‘The worker in an affluant society’ uit 1961 werd beweerd dat het leven van de werkende klasse in beweging was en wel in de richting van middenklasse waarden en een middenklasse bestaan. Vervolgens schakelt Kynaston weer snel terug naar zijn eigen, meer anekdotische, verteltrant. Die arbeiders, om het zo maar even te simplificeren, werden kantoorklerk, gingen meer verdienen, kregen meer vrije tijd, werden vaker eigenaar van hun eigen huis en dat huis werd vaker een flat in een nieuwe stadswijk, met een auto ergens beneden. Bijgevolg gingen ze zich ook anders gedragen, de teloorgang van de traditionele pub wordt als illustratie aangevoerd. Men mat zich een andere levensstijl aan. Gewoonten zijn één ding, ambities en pretenties zijn misschien nog wel een belangrijker aspect van de verandering die zich voltrok. Men ging zich druk maken over de toekomst, zekerheid voor de oude dag, de opleiding van kinderen. Een groot deel van dit hoofdstuk gaat over het Britse onderwijssysteem en de mogelijkheden die het (al of niet) biedt om je kinderen een stap vooruit te laten maken, of misschien wel twee. Via ambities kom je bij pretenties terecht. Ergens citeert de schrijver uit een onderzoek dat in Swansea werd gedaan. Eén van de geïnterviewden komt met deze zin op de proppen: ‘Swansea has the usual three classes – working, middle and kidding themselves. I’d say we were all working-class here but there’s plenty of showing off’. Working, middle and kidding themselves’, de schrijver was blijkbaar van die frase zo gecharmeerd dat hij hoofdstuk 7 die titel heeft meegegeven. Ambities, pretenties, ze zorgen ervoor dat de middengroepen nooit tot een ‘klasse’ zullen uitgroeien. Het benodigde gevoel van saamhorigheid ontbreekt. Dat is overigens mijn conclusie, niet die van Kynaston zelf, hij laat veel over aan de lezer. In de NRC stond een column van Jutta Chorus over de afschaffing van de Dwaze Dagen door de Bijenkorf. Het Verraad van de middenklasse was de titel. In de column refereert ze aan een onderzoek dat zou aantonen dat de werkgelegenheid van wat zij noemt: de tussenlaag (eenvoudige kantoorwerkers) aan het verdwijnen is. En dan geeft de Bijenkorf ze ook nog een trap na, door ze de mogelijkheid te ontnemen om drie dagen boven hun stand te leven! Leonard Cohen - Famous Blue Raincoat --------------------- De plaatjes zijn van Henk Klaren ------------------------ Bestel uw boeken (ook Engelse!) bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! |
||||
© 2015 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |