archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 1 Jaargang 13 15 oktober 2015 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > De verbazing | ||||
Hoe erg is uitval eigenlijk? | De dienstdoende redacteuren | |||
Het onderwijs is typisch zo’n sector die ten onder dreigt te gaan aan goede bedoelingen. De laatste maand ben ik tot twee keer toe een verhaal in de krant tegengekomen dat die indruk versterkte. Om te beginnen was daar onderwijskundige Louise Elffers die de hoge uitval in het HBO gaat bestuderen, om het mogelijk te maken daar iets aan te doen. Er worden cijfers genoemd en impliciet gewaardeerd (bv. ‘gemiddeld 17 procent stopt er al binnen een jaar mee’) die mij verbijsteren. In die zin dat ik denk: wat is het probleem? Een behoorlijke uitval lijkt mij eigenlijk vanzelfsprekend. Het vervelende van dit type beschouwingen is dat er ook onmiddellijk de vraag aan gekoppeld wordt of er geen structuurverandering nodig is. En jawel, daar hebben we de ‘brede onderbouw’ weer! (Trouw pag.13, 7 september 2015) Dan is er ook nog het Platform Onderwijs 2032, onder voorzitterschap van Paul Schnabel. De boodschap luidt: ‘feiten leren is niet meer heilig’ en dat is dan vooral vanwege de digitalisering. Daarom kunnen allerlei vakken geïntegreerd worden, het onderwijs kan thematisch worden. Ook hierin lees ik dezelfde armoedige redeneertrant als hiervoor. We weten eigenlijk niet wat het beste is, laten we er maar een aanbod van maken dat een maximale keuzevrijheid biedt. (Trouw pag. 8-9, 2 oktober 2015) Wat hierbij over het hoofd wordt gezien is dat het voor de ontwikkeling van jongeren van groot belang is zich op iets (een vak, een discipline, een denkwijze) te concentreren en aldus hun hersenen te ontwikkelen. Stephen Jay Gould breekt daar ook ergens een lans voor (helaas weet ik niet meer waar). Hij verwijst naar zijn eigen ervaringen met het bestuderen van een ‘subspecies’ van een slak op een afgelegen eiland. Daar is erg veel tijd mee heen gegaan, maar het was tevens een voor zijn ontwikkeling onmisbare ervaring. (FH) ……… Een onoplosbaar dilemma Ik ben nu al meer dan zeven jaar docent aan een HBO-instelling, dus zo langzamerhand kan ik op enige ervaring bogen. Mijn ervaring is dat het HBO zichzelf in een onmogelijke spagaat heeft gemanoeuvreerd. Enerzijds is het voortgezet onderwijs voor iedereen die een HAVO- of een MBO-opleiding achter de rug heeft, anderzijds worden we steeds meer geacht een kennisinstelling voor praktijkgericht onderzoek te zijn. In het Engels heten we zelfs ‘University for Applied Sciences’. Vanuit het eerste perspectief is uitval in het eerste jaar betreurenswaardig, vanuit het tweede niet. Het beeld is steeds hetzelfde. Er schrijven zich ongeveer honderd studenten in, waarvan tachtig hun gezicht laten zien. Gedurende het eerste blok verdwijnen er nog zo’n twintig. Wat er overblijft haalt over het algemeen genoeg punten om naar jaar twee door te mogen, al haalt minder dan de helft van die doorzetters zijn ‘P’ in een jaar. In mijn eerste jaren als docent maakte ik mij daar enorm druk over. Ik wilde al die zieltjes redden. Inmiddels, ‘sadder and wiser’ geworden, heb ik een vrij neodarwinistische houding ten aanzien van de eerstejaars: ‘als het je niet interesseert, ga dan alsjeblieft weg’. Een moeilijke groep – ook voor mijn emotionele welbevinden – vormen de studenten die wel willen en hun best doen, maar domweg het niveau niet hebben. Ik weet ondertussen wat een martelgang het is om uiteindelijk met veel pijn en moeite bachelor te worden als die minder getalenteerden wel op enig moment hun ‘P’ weten te halen. Soms lukt het na jaren studie uiteindelijk net niet om het vereiste eindniveau te bereiken. Studieschulden stapelen zich op, met als resultaat dat je in je CV mag zeggen dat je ‘bijna’ een HBO-diploma hebt gehaald. Ik heb het pleidooi van Louise Elffers voor ‘voorbereidend hoger beroepsonderwijs’, waar je naar verwijst, gelezen. Ik begrijp niet wat ze daarmee bedoelt. Ik merk wel dat sommige HAVO’s en MBO’s studenten afleveren die de Nederlandse taal nauwelijks machtig zijn. Hier wil ik even expliciet benadrukken, dat dat losstaat van etniciteit. ‘Volbloed Hollanders’ met een ‘startkwalificatie’ die hier beginnen kunnen vaak nauwelijks, laat staan foutloos, uit hun woorden komen. Andere scholen slagen er echter wel in om prima studenten aan te leveren. Soms zijn dat ‘extreme stapelaars’, die de weg van VMBO – MBO- HBO afleggen en daarna nog een Master doen. Dat zijn de studenten waar ik tranen van trots van in mijn ogen krijg. Trots op die studenten en trots op ons systeem dat het nog steeds mogelijk maakt dat jongeren die te laag zijn ingestapt toch nog op het hoogste niveau kunnen eindigen. Maar niet iedereen is dat gegeven. Ook daar zullen we mee moeten leren leven. (WM) ----------------- De dienstdoende redacteuren waren deze keer: Frits Hoorweg en Willem Minderhout. ------------------------------------- De tekening is van Linda Hulshof Meer informatie op: www.lindahulshof.nl ------------------------------------------ Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! |
||||
© 2015 De dienstdoende redacteuren | ||||
powered by CJ2 |