archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 12
27 augustus 2015
Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Strijden voor het enige ware geloof Ronald van der Spiegel

1218BS GeloofsstrijdGo east young man, go east. Strijden voor het enige ware geloof heeft altijd jonge idealisten aangetrokken en sensatiezoekers. Na terugkeer uit het oosten werd men thuis, dat is in West-Europa, als een held ontvangen.

In de late Middeleeuwen was het in West-Europa een tijdje in de mode om tegen heidenen te vechten in het Baltische gebied. De mensen daar waren niet zo een-twee-drie bereid om tot het enige ware geloof over te gaan. Dat was toen het Katholieke geloof. Het ging niet zachtzinnig. Er werd veel geweld gebruikt. Het lijkt er op dat men toen dacht: ‘Een goede heiden is een dode heiden’.

In West-Europa werd de strijd tegen de Oosterlingen aan de man en vrouw gebracht als een kruistocht. Oorspronkelijk gingen kruistochten naar een wat zuidelijker gelegen oosten. Maar die waren op een fiasco uitgelopen. Het lokale enige ware geloof was te sterk gebleken voor het bezoekende enige ware geloof. De ridders van de Duitse Orde, oorspronkelijk actief in Palestina, gingen op zoek naar een andere plaats om hun enige ware geloof aan de man en vrouw te brengen. Dat werd het Baltische gebied.

Christianity is coming. Wie waren daar de potentiële bekeerlingen? In eerste instantie de Pruisen. Zij werden door de ridders van de Duitse Orde met het zwaard bekeerd tot het enige ware geloof. In de loop van de 13e eeuw waren de overlevende Pruisen allen onder het gezag van de Duitse Orde gebracht. Ook waren zij, al dan niet overtuigd van de waarde van het enige ware geloof van die dagen, onder het gezag van de Katholieke kerk gebracht.

De volgende potentiële bekeerlingen waren de Litouwers. Die waren niet gemakkelijk te bekeren. Zij vochten terug en bouwden ondertussen een machtige staat op. Onder leiding van vorsten met namen als Jaunutis, Kestutis, Jogaila en vooral Vytautas de Grote werd gestreden tegen de Duitse Orde, Russen en Mongolen. Het resulteerde in een staat die strekte van de Oostzee tot de Zwarte Zee. In 1410 kreeg de Duitse Orde bij Tannenberg een enorme tik tegen zijn neus van Vytautas. Daarmee eindigden de veroveringspogingen van de Duitse Orde. Veroveringspogingen, want de Litouwers waren ondertussen al lang overgegaan tot het enige ware geloof. In het algemeen echter niet het Katholieke maar de Grieks-Orthodoxe variant van het Christendom.

Follow the money. Zo was ondertussen ook de aap uit de mouw gekomen: de strijd voor het enige ware geloof was vooral een strijd om land, rijkdom, macht en aanzien. Het geloof als doekje voor het veroveringsbloeden. Ondertussen was het adagium niet alleen meer ‘Een dode heiden is een goede heiden’. Het was vaak ‘Een goede heiden is een verkochte heiden’. Doden leverden geen geld op, slaven wel. Christenen mochten niet tot slaaf worden gemaakt, wie niet behoorde tot het enige ware geloof wel. Bekeren was dus contraproductief, wie een heiden bekeerde was een dief van zijn eigen portemonnee.

Aan de strijd tegen Pruisen en Litouwers had niet alleen de paus als leider van de Katholieke kerk zijn zegen gegeven. Dat is logisch, hij was de religieuze leider van de volgelingen van het toenmalige enige ware geloof in West-Europa. Om de een of andere reden schijnen religieuze leiders graag meer volgelingen te willen, is het niet goedschiks, dan kwaadschiks. Maar geloven zal je!

Ook de Duitse keizer Lodewijk IV deed zijn duit in het zakje. In 1336 gaf hij de Duitse Orde het recht om Litouwen te veroveren. Gemakkelijk hoor, land weggeven dat je niet bezit. Lodewijk was de zwager van Willem IV, graaf van Holland, die drie keer naar het oosten trok om tegen de heidenen te vechten. Ook de Hollandse edelman Daniël van de Merwede trok later in de 14e eeuw naar Pruisen. Hij had als hobby het doden van mensen en reisde daarvoor heel Europa door.

Drang nach Osten. Al eerder moeten er Hollanders naar het oosten zijn getrokken. In Pruisen is vanaf 1297 een plaats met de naam Preussisch Hollandt aan te wijzen. Oostvaarders uit Holland kwamen daar herhaald op bezoek, in 1344, 1363 en 1369. Het zou goed kunnen dat er kolonisten uit Holland om wat voor reden ook naar het Oostzeegebied trokken om daar een bestaan op te bouwen. Er moet ruimte genoeg voor hen zijn geweest. Een dode heiden mag dan een goede heiden geweest zijn, hij was geen landbouwer. Wat heb je als Duitse Orde aan veroverd land als daar niemand leeft? Reden genoeg voor Hollanders en vele anderen to go east om daar een toekomst op te bouwen.

In november 1386 trok Willem van Oostervant, die later als Willem VI graaf van Holland werd, naar het oosten. Wat deed deze Willem daar? Niet vechten. Zijn tocht was er vooral één van feesten, partijen en ontvangsten. Gevochten werd er niet. Toch werd hij na zijn terugkeer als een held onthaald. Het enige bloed dat had gevloeid, was dat van Willem zelf. Onderweg had hij een bloedneus gekregen. Dat weten wij omdat hij zich schoonmaakte met wat water. De man die hem dat bracht, kreeg een fooi en dat werd geregistreerd.

Wat ik mij nu afvraag: zou het enige ware geloof Willem de neus uit zijn gekomen?

--------------------------------------------
De tekening is van Annemiek Meijer
--------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel


© 2015 Ronald van der Spiegel meer Ronald van der Spiegel - meer "Buitenlandse zaken"
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Strijden voor het enige ware geloof Ronald van der Spiegel
1218BS GeloofsstrijdGo east young man, go east. Strijden voor het enige ware geloof heeft altijd jonge idealisten aangetrokken en sensatiezoekers. Na terugkeer uit het oosten werd men thuis, dat is in West-Europa, als een held ontvangen.

In de late Middeleeuwen was het in West-Europa een tijdje in de mode om tegen heidenen te vechten in het Baltische gebied. De mensen daar waren niet zo een-twee-drie bereid om tot het enige ware geloof over te gaan. Dat was toen het Katholieke geloof. Het ging niet zachtzinnig. Er werd veel geweld gebruikt. Het lijkt er op dat men toen dacht: ‘Een goede heiden is een dode heiden’.

In West-Europa werd de strijd tegen de Oosterlingen aan de man en vrouw gebracht als een kruistocht. Oorspronkelijk gingen kruistochten naar een wat zuidelijker gelegen oosten. Maar die waren op een fiasco uitgelopen. Het lokale enige ware geloof was te sterk gebleken voor het bezoekende enige ware geloof. De ridders van de Duitse Orde, oorspronkelijk actief in Palestina, gingen op zoek naar een andere plaats om hun enige ware geloof aan de man en vrouw te brengen. Dat werd het Baltische gebied.

Christianity is coming. Wie waren daar de potentiële bekeerlingen? In eerste instantie de Pruisen. Zij werden door de ridders van de Duitse Orde met het zwaard bekeerd tot het enige ware geloof. In de loop van de 13e eeuw waren de overlevende Pruisen allen onder het gezag van de Duitse Orde gebracht. Ook waren zij, al dan niet overtuigd van de waarde van het enige ware geloof van die dagen, onder het gezag van de Katholieke kerk gebracht.

De volgende potentiële bekeerlingen waren de Litouwers. Die waren niet gemakkelijk te bekeren. Zij vochten terug en bouwden ondertussen een machtige staat op. Onder leiding van vorsten met namen als Jaunutis, Kestutis, Jogaila en vooral Vytautas de Grote werd gestreden tegen de Duitse Orde, Russen en Mongolen. Het resulteerde in een staat die strekte van de Oostzee tot de Zwarte Zee. In 1410 kreeg de Duitse Orde bij Tannenberg een enorme tik tegen zijn neus van Vytautas. Daarmee eindigden de veroveringspogingen van de Duitse Orde. Veroveringspogingen, want de Litouwers waren ondertussen al lang overgegaan tot het enige ware geloof. In het algemeen echter niet het Katholieke maar de Grieks-Orthodoxe variant van het Christendom.

Follow the money. Zo was ondertussen ook de aap uit de mouw gekomen: de strijd voor het enige ware geloof was vooral een strijd om land, rijkdom, macht en aanzien. Het geloof als doekje voor het veroveringsbloeden. Ondertussen was het adagium niet alleen meer ‘Een dode heiden is een goede heiden’. Het was vaak ‘Een goede heiden is een verkochte heiden’. Doden leverden geen geld op, slaven wel. Christenen mochten niet tot slaaf worden gemaakt, wie niet behoorde tot het enige ware geloof wel. Bekeren was dus contraproductief, wie een heiden bekeerde was een dief van zijn eigen portemonnee.

Aan de strijd tegen Pruisen en Litouwers had niet alleen de paus als leider van de Katholieke kerk zijn zegen gegeven. Dat is logisch, hij was de religieuze leider van de volgelingen van het toenmalige enige ware geloof in West-Europa. Om de een of andere reden schijnen religieuze leiders graag meer volgelingen te willen, is het niet goedschiks, dan kwaadschiks. Maar geloven zal je!

Ook de Duitse keizer Lodewijk IV deed zijn duit in het zakje. In 1336 gaf hij de Duitse Orde het recht om Litouwen te veroveren. Gemakkelijk hoor, land weggeven dat je niet bezit. Lodewijk was de zwager van Willem IV, graaf van Holland, die drie keer naar het oosten trok om tegen de heidenen te vechten. Ook de Hollandse edelman Daniël van de Merwede trok later in de 14e eeuw naar Pruisen. Hij had als hobby het doden van mensen en reisde daarvoor heel Europa door.

Drang nach Osten. Al eerder moeten er Hollanders naar het oosten zijn getrokken. In Pruisen is vanaf 1297 een plaats met de naam Preussisch Hollandt aan te wijzen. Oostvaarders uit Holland kwamen daar herhaald op bezoek, in 1344, 1363 en 1369. Het zou goed kunnen dat er kolonisten uit Holland om wat voor reden ook naar het Oostzeegebied trokken om daar een bestaan op te bouwen. Er moet ruimte genoeg voor hen zijn geweest. Een dode heiden mag dan een goede heiden geweest zijn, hij was geen landbouwer. Wat heb je als Duitse Orde aan veroverd land als daar niemand leeft? Reden genoeg voor Hollanders en vele anderen to go east om daar een toekomst op te bouwen.

In november 1386 trok Willem van Oostervant, die later als Willem VI graaf van Holland werd, naar het oosten. Wat deed deze Willem daar? Niet vechten. Zijn tocht was er vooral één van feesten, partijen en ontvangsten. Gevochten werd er niet. Toch werd hij na zijn terugkeer als een held onthaald. Het enige bloed dat had gevloeid, was dat van Willem zelf. Onderweg had hij een bloedneus gekregen. Dat weten wij omdat hij zich schoonmaakte met wat water. De man die hem dat bracht, kreeg een fooi en dat werd geregistreerd.

Wat ik mij nu afvraag: zou het enige ware geloof Willem de neus uit zijn gekomen?

--------------------------------------------
De tekening is van Annemiek Meijer
--------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
© 2015 Ronald van der Spiegel
powered by CJ2