archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 12
27 augustus 2015
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Politie kiest verkeerde prioriteiten Paul Bordewijk

1218BS PolitieHet is goed dat er politie is. Zonder politie waren we letterlijk ons leven niet zeker. Daarom heeft de politie ook vergaande bevoegdheden: de politie kan ons aanhouden, opsluiten en doodschieten. Essentieel daarbij is dat die bevoegdheden zorgvuldig worden gebruikt en dat er voldoende controle is. Anders verkeert de functie van de politie in zijn tegendeel.

Helaas blijkt regelmatig dat politiemensen hun bevoegdheden verkeerd gebruiken. Onschuldigen worden tot bekentenissen geprest en wanneer ze zo’n bekentenis intrekken worden ze door de rechter niet geloofd. Er wordt gemanipuleerd bij de transcriptie van telefoongesprekken. Wie een bordje omhoogsteekt om zijn republikeinse gezindheid te uiten, maakt grote kans gearresteerd te worden. Soms wordt iemand gewurgd of zonder noodzaak doodgeschoten.

Gekleurde jongeren klagen regelmatig door politiemensen op straat om hun identificatie te worden gevraagd, wat mij nog nooit is overkomen. Het lijkt er op dat de identificatieplicht vaak gebruikt wordt als zelfstandig middel om iemand te grazen te nemen wiens gezicht de politie op basis van hun ‘professionele intuïtie’ niet aanstaat, in plaats van als een middel om bij twijfel de opgegeven identiteit te controleren wanneer iemand om een andere reden geverbaliseerd wordt.

In NRC Handelsblad van 6 augustus j.l. lazen we hoe iemand toen hij een jongeman bewusteloos op straat zag liggen gebeld had om een ambulance, maar er met de ambulance ook een aantal politiemensen verschenen die de jongeman geboeid afvoerden omdat hij zich niet wilde of kon identificeren. Nu was degene die hierover schreef hoogleraar in de Middeleeuwse Geschiedenis, dus iemand die strijdt met de wapenen van de geest. Anderen hadden wellicht geprobeerd de jongeman te ontzetten, en dan hadden we het zoveelste verhaal gelezen over geweld tegen hulpverleners.

Soms doet de politie te veel, soms doet de politie te weinig. Toen Bart van U., die later Els Borst zou vermoorden, zich meldde bij de politie in Nieuwegein om een straf uit te zitten waartoe hij veroordeeld was, kreeg hij het advies eerst maar eens het formulier te downloaden. In ten minste twee gevallen heeft de politie bedreigde vrouwen niet willen bijstaan die later door hun ex vermoord werden.

Wat zit hier achter? Een van de problemen van de politie is dat de capaciteit in geen verhouding staat tot wat er nodig zou zijn om elk misdrijf aan te pakken. Dat is een groot verschil met de brandweer. Wanneer er brand uitbreekt en je belt, rukt de brandweer uit. De politie heeft niet de mogelijkheid om bij elke aangifte een groot onderzoek te doen. Dat dwingt tot selectie, maar men is daar niet altijd eerlijk over. Bovendien kunnen buitenstaanders zich niet altijd in die selectie vinden.

Het heeft er veel van weg dat politieagenten ingrijpen wanneer ze zelf stuiten op wat zij verdacht vinden, zoals een linksachtig negroïde type met een bordje tegen de monarchie, terwijl wanneer anderen om hulp vragen, ze het laten afweten: ‘Nee mevrouw, daar kunnen we echt niet aan beginnen’. Uit de tijd dat er nog sigarettenautomaten waren, herinner ik mij het verhaal van een winkelier die eerst op de bon ging omdat hij op heterdaad betrapt was toen hij na sluitingstijd zijn automaat bijvulde, terwijl toen hij later diezelfde avond beroofd werd de politie geen tijd had om te komen.

Daarbij komt dat onze maatschappij een steeds sterkere polarisatie kent tussen hoogopgeleiden en autochtone laag opgeleiden. De gewone politieagent behoort tot die laatste groep en de PVV is daar oververtegenwoordigd. Je kunt aan een politieagent beter niet vragen of hij meer of minder Marokkanen wil. Het zijn vaak macho-types, die het eigenlijk wel begrijpen wanneer een man zijn overspelige vriendin een lesje wil leren. Hero Brinkman werkte en werkt weer bij de politie.

Rechters daarentegen stemmen boven gemiddeld vaak op D66, overigens niet vanwege de kroonjuwelen, maar vanwege de sfeer van ruimdenkendheid in die partij. D66 is nu net de partij die het verst verwijderd is van de PVV. Het is dus niet verwonderlijk dat agenten weinig vertrouwen hebben in de rechter, en stukken buiten het proces-verbaal houden waar anders ‘de advocaat mee op de loop gaat’. En dat ze met grote verontwaardiging reageren wanneer een van hun maten tot een  gevangenisstraf wordt veroordeelt wanneer hij volgens de rechter zonder goede reden iemand heeft doodgeschoten.

In dat koor heeft zich ook korpschef Gerard Bouman gevoegd. Die vind zelfs dat agenten in dergelijke situaties verdedigd moeten worden door een topadvocaat. Daarmee erkent hij in feite dat wie zich geen topadvocaat kan veroorloven, een grotere kans heeft veroordeeld te worden. Dan is er toch iets heel erg mis met onze rechtstaat. Intussen wil Bouman juist niet dat advocaten in gewone zaken het verhoor door de recherche bijwonen.

Dat juist politieagenten over een topadvocaat zouden moeten beschikken is des te vreemder omdat het vaak zaken zijn die voorkomen op last van de rechter (art. 12), waarbij het Openbaar Ministerie tegen strafoplegging pleit. Ze hoeven dus niet beschermd te worden tegen manipulaties met het bewijsmateriaal. Dergelijke art.-12 zaken komen steeds vaker voor, omdat omstanders met hun mobieltje filmen wat er gebeurt en dat nog wel eens wil afwijken van wat de politie rapporteert. In de zaak van de bij een nekklem overleden Mitch Henriquez toonde ook het Openbaar Ministerie zich pijnlijk verrast dat de politie aanvankelijk de gang van zaken verkeerd weergaf.

De politie krijgt steeds meer neiging als een eigenstandige organisatie te opereren, los van andere participanten in het openbaar bestuur. Toen in 2011 in Alphen aan den Rijn een psychopaat zeven mensen neerschoot, werd de burgemeester daar niet door de politie over geïnformeerd, maar moest hij het horen van een wethouder die daar toevallig aanwezig was.

Om hun grieven over de te lage beloning kracht bij te zetten waren politieagenten van plan tijdens de Tour de France verkeerscontroles te houden op de Erasmusbrug. Dat was dus niet in opdracht van de burgemeester of de officier van justitie, maar op eigen gezag, om mensen te hinderen. Het is niet doorgegaan omdat de actievoerende agenten bang waren goodwill te verspelen, maar ik kreeg niet de indruk dat daarbij het inzicht een grote rol heeft gespeeld dat het principieel verwerpelijk is wanneer politieagenten hun bevoegdheden gebruiken om andere mensen ter wille van hun eigenbelang te hinderen.

Met de vorming van de Nationale Politie wordt de politie nog meer een gesloten gemeenschap die zich laat leiden door eigen belangen en prioriteiten. Blauwe baas Gerard Bouman doet weinig om de zorgen daarover weg te nemen.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel


© 2015 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Politie kiest verkeerde prioriteiten Paul Bordewijk
1218BS PolitieHet is goed dat er politie is. Zonder politie waren we letterlijk ons leven niet zeker. Daarom heeft de politie ook vergaande bevoegdheden: de politie kan ons aanhouden, opsluiten en doodschieten. Essentieel daarbij is dat die bevoegdheden zorgvuldig worden gebruikt en dat er voldoende controle is. Anders verkeert de functie van de politie in zijn tegendeel.

Helaas blijkt regelmatig dat politiemensen hun bevoegdheden verkeerd gebruiken. Onschuldigen worden tot bekentenissen geprest en wanneer ze zo’n bekentenis intrekken worden ze door de rechter niet geloofd. Er wordt gemanipuleerd bij de transcriptie van telefoongesprekken. Wie een bordje omhoogsteekt om zijn republikeinse gezindheid te uiten, maakt grote kans gearresteerd te worden. Soms wordt iemand gewurgd of zonder noodzaak doodgeschoten.

Gekleurde jongeren klagen regelmatig door politiemensen op straat om hun identificatie te worden gevraagd, wat mij nog nooit is overkomen. Het lijkt er op dat de identificatieplicht vaak gebruikt wordt als zelfstandig middel om iemand te grazen te nemen wiens gezicht de politie op basis van hun ‘professionele intuïtie’ niet aanstaat, in plaats van als een middel om bij twijfel de opgegeven identiteit te controleren wanneer iemand om een andere reden geverbaliseerd wordt.

In NRC Handelsblad van 6 augustus j.l. lazen we hoe iemand toen hij een jongeman bewusteloos op straat zag liggen gebeld had om een ambulance, maar er met de ambulance ook een aantal politiemensen verschenen die de jongeman geboeid afvoerden omdat hij zich niet wilde of kon identificeren. Nu was degene die hierover schreef hoogleraar in de Middeleeuwse Geschiedenis, dus iemand die strijdt met de wapenen van de geest. Anderen hadden wellicht geprobeerd de jongeman te ontzetten, en dan hadden we het zoveelste verhaal gelezen over geweld tegen hulpverleners.

Soms doet de politie te veel, soms doet de politie te weinig. Toen Bart van U., die later Els Borst zou vermoorden, zich meldde bij de politie in Nieuwegein om een straf uit te zitten waartoe hij veroordeeld was, kreeg hij het advies eerst maar eens het formulier te downloaden. In ten minste twee gevallen heeft de politie bedreigde vrouwen niet willen bijstaan die later door hun ex vermoord werden.

Wat zit hier achter? Een van de problemen van de politie is dat de capaciteit in geen verhouding staat tot wat er nodig zou zijn om elk misdrijf aan te pakken. Dat is een groot verschil met de brandweer. Wanneer er brand uitbreekt en je belt, rukt de brandweer uit. De politie heeft niet de mogelijkheid om bij elke aangifte een groot onderzoek te doen. Dat dwingt tot selectie, maar men is daar niet altijd eerlijk over. Bovendien kunnen buitenstaanders zich niet altijd in die selectie vinden.

Het heeft er veel van weg dat politieagenten ingrijpen wanneer ze zelf stuiten op wat zij verdacht vinden, zoals een linksachtig negroïde type met een bordje tegen de monarchie, terwijl wanneer anderen om hulp vragen, ze het laten afweten: ‘Nee mevrouw, daar kunnen we echt niet aan beginnen’. Uit de tijd dat er nog sigarettenautomaten waren, herinner ik mij het verhaal van een winkelier die eerst op de bon ging omdat hij op heterdaad betrapt was toen hij na sluitingstijd zijn automaat bijvulde, terwijl toen hij later diezelfde avond beroofd werd de politie geen tijd had om te komen.

Daarbij komt dat onze maatschappij een steeds sterkere polarisatie kent tussen hoogopgeleiden en autochtone laag opgeleiden. De gewone politieagent behoort tot die laatste groep en de PVV is daar oververtegenwoordigd. Je kunt aan een politieagent beter niet vragen of hij meer of minder Marokkanen wil. Het zijn vaak macho-types, die het eigenlijk wel begrijpen wanneer een man zijn overspelige vriendin een lesje wil leren. Hero Brinkman werkte en werkt weer bij de politie.

Rechters daarentegen stemmen boven gemiddeld vaak op D66, overigens niet vanwege de kroonjuwelen, maar vanwege de sfeer van ruimdenkendheid in die partij. D66 is nu net de partij die het verst verwijderd is van de PVV. Het is dus niet verwonderlijk dat agenten weinig vertrouwen hebben in de rechter, en stukken buiten het proces-verbaal houden waar anders ‘de advocaat mee op de loop gaat’. En dat ze met grote verontwaardiging reageren wanneer een van hun maten tot een  gevangenisstraf wordt veroordeelt wanneer hij volgens de rechter zonder goede reden iemand heeft doodgeschoten.

In dat koor heeft zich ook korpschef Gerard Bouman gevoegd. Die vind zelfs dat agenten in dergelijke situaties verdedigd moeten worden door een topadvocaat. Daarmee erkent hij in feite dat wie zich geen topadvocaat kan veroorloven, een grotere kans heeft veroordeeld te worden. Dan is er toch iets heel erg mis met onze rechtstaat. Intussen wil Bouman juist niet dat advocaten in gewone zaken het verhoor door de recherche bijwonen.

Dat juist politieagenten over een topadvocaat zouden moeten beschikken is des te vreemder omdat het vaak zaken zijn die voorkomen op last van de rechter (art. 12), waarbij het Openbaar Ministerie tegen strafoplegging pleit. Ze hoeven dus niet beschermd te worden tegen manipulaties met het bewijsmateriaal. Dergelijke art.-12 zaken komen steeds vaker voor, omdat omstanders met hun mobieltje filmen wat er gebeurt en dat nog wel eens wil afwijken van wat de politie rapporteert. In de zaak van de bij een nekklem overleden Mitch Henriquez toonde ook het Openbaar Ministerie zich pijnlijk verrast dat de politie aanvankelijk de gang van zaken verkeerd weergaf.

De politie krijgt steeds meer neiging als een eigenstandige organisatie te opereren, los van andere participanten in het openbaar bestuur. Toen in 2011 in Alphen aan den Rijn een psychopaat zeven mensen neerschoot, werd de burgemeester daar niet door de politie over geïnformeerd, maar moest hij het horen van een wethouder die daar toevallig aanwezig was.

Om hun grieven over de te lage beloning kracht bij te zetten waren politieagenten van plan tijdens de Tour de France verkeerscontroles te houden op de Erasmusbrug. Dat was dus niet in opdracht van de burgemeester of de officier van justitie, maar op eigen gezag, om mensen te hinderen. Het is niet doorgegaan omdat de actievoerende agenten bang waren goodwill te verspelen, maar ik kreeg niet de indruk dat daarbij het inzicht een grote rol heeft gespeeld dat het principieel verwerpelijk is wanneer politieagenten hun bevoegdheden gebruiken om andere mensen ter wille van hun eigenbelang te hinderen.

Met de vorming van de Nationale Politie wordt de politie nog meer een gesloten gemeenschap die zich laat leiden door eigen belangen en prioriteiten. Blauwe baas Gerard Bouman doet weinig om de zorgen daarover weg te nemen.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
© 2015 Paul Bordewijk
powered by CJ2