archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 12
23 april 2015
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Wim Derksen: fagotgek Willem Minderhout

1213BS FagotDe bestuurskundige Wim Derksen interviewde ik vier jaar geleden al eens voor De Leunstoel. Ik had me destijds voorgenomen om hem te vragen naar zijn visie op ‘de toestand in het land’ in het algemeen en in de PvdA in het bijzonder. Het interview ging echter grotendeels over marathonlopen. Wim was net de laatste hand aan het leggen aan zijn boek Loopgek, waarin hij zijn avonturen als langeafstandloper beschrijft. Wim was volkomen loopverslaafd en zei: ‘Laat mij op mijn niveau nog maar jaren doorrennen’.

Op 10 januari van dit jaar twitterde Wim echter: ‘Oh ja, de kogel is door de kerk: in 2015 worden door mij geen marathons gelopen; ik ben nu verslaafd aan fagot’. Ik vroeg hem uiteraard per kerende tweet of hij al bezig was met een boek genaamd ‘Fagotgek’. ‘Kom weer eens praten’, antwoordde Wim.

Op 20 maart, twee dagen na de Statenverkiezingen, troffen we elkaar in café Schlemmer. Ik verkeerde in een wat dubbelhartige stemming, want ik mocht me Statenlid noemen, maar wel van een door de uitslag gehalveerde fractie. ‘De hoogopgeleide kosmopolieten lopen massaal naar D66 en de laagopgeleiden naar de PVV. De PvdA is niet meer in staat om die twee groepen bij elkaar te houden’, is Derksens analyse. ‘De toestand in de wereld’ zou echter niet ons gespreksonderwerp zijn dus we schakelen snel over naar de fagot.

‘Nee, ik ben niet bezig met het boek ‘Fagotgek’, maar ik speel al vanaf mijn studententijd fagot. Door een blessure heb ik het lopen vaarwel moeten zeggen en daarom heb ik besloten dat nu eens serieus aan te pakken. Ik zet mijn werkzaamheden op een lager pitje en ga weer terug naar school. Ik ga fagot en muziekwetenschappen studeren in Amsterdam.

Of ik na al die jaren nog wat kan leren? Nou en of. Amateurmusici zoals ik zijn enthousiast, maar ook slordig. Ik moet nog een heleboel leren om mijn spel te perfectioneren. ‘Geen fliebeltjes’, zoals mijn leraar Ronald Karten dat noemt.

Op de middelbare school speelde ik klarinet, dus ik kon al een beetje blazen. Tijdens mijn studie sociologie in Groningen kon ik een fagot lenen. Ik speelde jaren in studentenorkesten. Zat zelfs een tijd in het orkest van het Conservatorium. Zoveel fagottisten waren er in die tijd niet. Sindsdien ben ik altijd fagot blijven spelen in allerlei amateur-orkesten. Eigenlijk is fagotspelen net zo verslavend als hardlopen. Het gevoel na afloop, als je je helemaal leeg gespeeld hebt, is vergelijkbaar.

Ik speel alleen klassiek. Van jazz en zo heb ik geen verstand, daar heb ik me nooit in verdiept. Helaas is er niet zo bijster veel voor fagot als solo-instrument geschreven. Het Fagotconcert van  Mozart is zowat het enige soloconcert van een grote componist. Qua toonzetting lijkt een fagot echter wel op een cello, dus ik speel graag muziek als de cellosuites van Bach. Ik heb me zelfs gewaagd aan de cello zelf. Ik zie dat als een investering in de toekomst. Als je ouder wordt, worden je lippen op den duur wat slapper en zonder goede embouchure is het lastig om goed fagot te spelen. Daar hebben strijkers geen last van.

Het is een hele leerzame ervaring om cello te spelen. Dat heeft alles te maken met wat ik ‘orkest-sociologie’ noem. Strijkers zitten altijd te zeuren dat de blazers te hard spelen. Onder blazers is ‘strijkers zijn zeikerds’ dan ook een bekend gezegde. Als je ineens zelf strijker bent merk je dat je onwillekeurig iets ‘zeikerigs’ krijgt, want je hoort jezelf niet spelen als er zo’n vervelende toeteraar naast je staat te schetteren.

Het zijn natuurlijk generalisaties, maar ieder instrument heeft zo zijn eigen karakteristieke bespelers. Violisten zijn vrijwel altijd hyperserieuze studiebollen; bassisten zijn vrijwel altijd autodidact; fluitisten zijn vaak meisjes of homo’s; koperblazers zijn tegelzetters of loodgieters en de hobo wordt voornamelijk door juristen bespeeld. Het zijn inderdaad cliché’s. Maar zoals vaak met cliché’s: heel herkenbaar.

Wat ik met mijn studie wil bereiken? Tsja, beroepsfagottist in een orkest zal ik nooit meer worden. De plaats van eerste fagottist in het Concertgebouw Orkest gaat aan mij voorbij! Maar fagotspelen op zich is gewoon heerlijk. Net zo verslavend als marathonlopen, dus ik heb er enorm veel zin in. Wat ik wel zal missen dat zijn de andere lange afstandslopers. Lopers zijn een stuk socialer en gezelliger dan muzikanten. Onder lange afstandslopers is geen competitie terwijl de tweede violist niets liever wil dan eerste violist worden. Bovendien praten musici niet met elkaar. Je wisselt een paar woorden tijdens de koffiepauze, maar daar blijft het bij. Tijdens het lopen had ik altijd hele gesprekken. Minder geoefende lopers die helemaal paars aangelopen en buiten adem achter ons aanrenden werden daar wel eens gek van, maar als je goed geoefend bent is dat helemaal geen probleem.

Naschrift:
Ik had dit interview nog maar net uitgewerkt toen Wim Derksen op zijn weblog liet weten dat hij de Marathon van Rotterdam had uitgelopen. Nog steeds loopgek dus. ‘Het was mijn 46e marathon, het was mijn 13e in Rotterdam. Onderweg geniet ik vooral. En als ik denk dan realiseer ik me dat straks alles kapot en over kan zijn. Maar dat ik mijn marathonloopbaan dan wel heb beëindigd met mijn mooiste marathon. Maar alles is niet kapot. Niets is kapot. Dit jaar toch maar proberen die 50 marathons vol te maken.’

-----------------------------------------------
De foto is gemaakt door de interviewer
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Wim Derksen: fagotgek Willem Minderhout
1213BS FagotDe bestuurskundige Wim Derksen interviewde ik vier jaar geleden al eens voor De Leunstoel. Ik had me destijds voorgenomen om hem te vragen naar zijn visie op ‘de toestand in het land’ in het algemeen en in de PvdA in het bijzonder. Het interview ging echter grotendeels over marathonlopen. Wim was net de laatste hand aan het leggen aan zijn boek Loopgek, waarin hij zijn avonturen als langeafstandloper beschrijft. Wim was volkomen loopverslaafd en zei: ‘Laat mij op mijn niveau nog maar jaren doorrennen’.

Op 10 januari van dit jaar twitterde Wim echter: ‘Oh ja, de kogel is door de kerk: in 2015 worden door mij geen marathons gelopen; ik ben nu verslaafd aan fagot’. Ik vroeg hem uiteraard per kerende tweet of hij al bezig was met een boek genaamd ‘Fagotgek’. ‘Kom weer eens praten’, antwoordde Wim.

Op 20 maart, twee dagen na de Statenverkiezingen, troffen we elkaar in café Schlemmer. Ik verkeerde in een wat dubbelhartige stemming, want ik mocht me Statenlid noemen, maar wel van een door de uitslag gehalveerde fractie. ‘De hoogopgeleide kosmopolieten lopen massaal naar D66 en de laagopgeleiden naar de PVV. De PvdA is niet meer in staat om die twee groepen bij elkaar te houden’, is Derksens analyse. ‘De toestand in de wereld’ zou echter niet ons gespreksonderwerp zijn dus we schakelen snel over naar de fagot.

‘Nee, ik ben niet bezig met het boek ‘Fagotgek’, maar ik speel al vanaf mijn studententijd fagot. Door een blessure heb ik het lopen vaarwel moeten zeggen en daarom heb ik besloten dat nu eens serieus aan te pakken. Ik zet mijn werkzaamheden op een lager pitje en ga weer terug naar school. Ik ga fagot en muziekwetenschappen studeren in Amsterdam.

Of ik na al die jaren nog wat kan leren? Nou en of. Amateurmusici zoals ik zijn enthousiast, maar ook slordig. Ik moet nog een heleboel leren om mijn spel te perfectioneren. ‘Geen fliebeltjes’, zoals mijn leraar Ronald Karten dat noemt.

Op de middelbare school speelde ik klarinet, dus ik kon al een beetje blazen. Tijdens mijn studie sociologie in Groningen kon ik een fagot lenen. Ik speelde jaren in studentenorkesten. Zat zelfs een tijd in het orkest van het Conservatorium. Zoveel fagottisten waren er in die tijd niet. Sindsdien ben ik altijd fagot blijven spelen in allerlei amateur-orkesten. Eigenlijk is fagotspelen net zo verslavend als hardlopen. Het gevoel na afloop, als je je helemaal leeg gespeeld hebt, is vergelijkbaar.

Ik speel alleen klassiek. Van jazz en zo heb ik geen verstand, daar heb ik me nooit in verdiept. Helaas is er niet zo bijster veel voor fagot als solo-instrument geschreven. Het Fagotconcert van  Mozart is zowat het enige soloconcert van een grote componist. Qua toonzetting lijkt een fagot echter wel op een cello, dus ik speel graag muziek als de cellosuites van Bach. Ik heb me zelfs gewaagd aan de cello zelf. Ik zie dat als een investering in de toekomst. Als je ouder wordt, worden je lippen op den duur wat slapper en zonder goede embouchure is het lastig om goed fagot te spelen. Daar hebben strijkers geen last van.

Het is een hele leerzame ervaring om cello te spelen. Dat heeft alles te maken met wat ik ‘orkest-sociologie’ noem. Strijkers zitten altijd te zeuren dat de blazers te hard spelen. Onder blazers is ‘strijkers zijn zeikerds’ dan ook een bekend gezegde. Als je ineens zelf strijker bent merk je dat je onwillekeurig iets ‘zeikerigs’ krijgt, want je hoort jezelf niet spelen als er zo’n vervelende toeteraar naast je staat te schetteren.

Het zijn natuurlijk generalisaties, maar ieder instrument heeft zo zijn eigen karakteristieke bespelers. Violisten zijn vrijwel altijd hyperserieuze studiebollen; bassisten zijn vrijwel altijd autodidact; fluitisten zijn vaak meisjes of homo’s; koperblazers zijn tegelzetters of loodgieters en de hobo wordt voornamelijk door juristen bespeeld. Het zijn inderdaad cliché’s. Maar zoals vaak met cliché’s: heel herkenbaar.

Wat ik met mijn studie wil bereiken? Tsja, beroepsfagottist in een orkest zal ik nooit meer worden. De plaats van eerste fagottist in het Concertgebouw Orkest gaat aan mij voorbij! Maar fagotspelen op zich is gewoon heerlijk. Net zo verslavend als marathonlopen, dus ik heb er enorm veel zin in. Wat ik wel zal missen dat zijn de andere lange afstandslopers. Lopers zijn een stuk socialer en gezelliger dan muzikanten. Onder lange afstandslopers is geen competitie terwijl de tweede violist niets liever wil dan eerste violist worden. Bovendien praten musici niet met elkaar. Je wisselt een paar woorden tijdens de koffiepauze, maar daar blijft het bij. Tijdens het lopen had ik altijd hele gesprekken. Minder geoefende lopers die helemaal paars aangelopen en buiten adem achter ons aanrenden werden daar wel eens gek van, maar als je goed geoefend bent is dat helemaal geen probleem.

Naschrift:
Ik had dit interview nog maar net uitgewerkt toen Wim Derksen op zijn weblog liet weten dat hij de Marathon van Rotterdam had uitgelopen. Nog steeds loopgek dus. ‘Het was mijn 46e marathon, het was mijn 13e in Rotterdam. Onderweg geniet ik vooral. En als ik denk dan realiseer ik me dat straks alles kapot en over kan zijn. Maar dat ik mijn marathonloopbaan dan wel heb beëindigd met mijn mooiste marathon. Maar alles is niet kapot. Niets is kapot. Dit jaar toch maar proberen die 50 marathons vol te maken.’

-----------------------------------------------
De foto is gemaakt door de interviewer
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Willem Minderhout
powered by CJ2