archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 11 Jaargang 12 26 maart 2015 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > In de polder | ||||
Verkiezingen: het verlies van links | Paul Bordewijk | |||
Het meest opvallende aan de Statenverkiezingen van vorige week was uiteraard het grote verlies van de PvdA. In de Eerste Kamer gaat de PvdA daardoor zes van zijn 14 zetels verliezen, omgerekend betekent het dat er van de 38 zetels in de Tweede Kamer nog maar 16 over zouden blijven. Onverwacht is dat echter niet: in de peilingen van Maurice de Hond, die ook deze keer in weerwil van alle jalouzie de métier het betrouwbaarst zijn gebleken, stond de PvdA het afgelopen jaar meerdere malen op 10 zetels, en nooit boven de 15. Zo bezien heeft de PvdA het nog niet eens zo slecht gedaan. Met 16 zetels is de PvdA terug op het niveau van begin 2010. Daarna viel het kabinet en steeg de PvdA naar 24 virtuele Kamerzetels ten tijde van de raadsverkiezingen, waaruit je kunt afleiden dat een derde van de toen gekozen PvdA-raadsleden zijn zetel te danken had aan de kabinetscrisis. Daarna liep met Cohen als lijsttrekker het aantal virtuele zetels op naar 34, waarvan er bij de Kamerverkiezingen dat jaar 30 overbleven. In de zomer van 2012 was de PvdA weer terug op 15 zetels. Toen lukte het Diederik Samsom om de PvdA van 15 naar 38 zetels te brengen, maar na de kabinetsformatie ging die winst weer verloren. Een jaar na de verkiezingen scoorde de PvdA nog maar 14 zetels, in februari 2014 nog maar 12. Anders dan in 2010 bleef de PvdA echter regeren, met als gevolg een dramatische uitslag bij de raadsverkiezingen, waardoor de PvdA bijvoorbeeld nog slechts in één van de vier grote steden een wethouder heeft. Nu heeft men ook de positie van de PvdA in de provincies en de Eerste Kamer opgeofferd aan het verlangen de rit uit te zitten. Nadat dit offer gebracht is zal de PvdA niet snel uit het kabinet stappen en daarmee zijn macht prijs geven op het enige bestuursniveau waar men nog veel te vertellen heeft. Het kader zal daar ook niet op aandringen; dat gunde oud-voorzitter Ruud Koole niet eens een senaatszetel vanwege zijn kritische opstelling. Misschien komt er wel een breuk voor de volgende Kamerverkiezingen, maar het is de vraag of de kiezers dat nog zullen willen honoreren. Viel het resultaat voor de PvdA nog mee wanneer je het op korte termijn bekijkt, op de lange termijn is het natuurlijk dramatisch. Van de 53 zetels die de PvdA in 1977 veroverde is minder dan een derde over. Het verval is ingezet in 1986, toen Wim Kok de leiding overnam van Joop den Uyl, en ‘de ramen open gingen’. Dat betekende dat de PvdA ging meewerken aan de afbraak van de verzorgingsstaat, verkocht als ‘hervorming’ of ‘modernisering’, die nog steeds voortduurt. Tegelijkertijd speelde het vraagstuk van de multiculturele samenleving op, waarbij de PvdA veel te lang reële problemen wegwuifde uit schuldgevoel over de passiviteit van de meerderheid van de Nederlandse bevolking ten tijde van de holocaust. De paradox is dat men juist daardoor wegkeek bij het nieuwe antisemitisme dat zich ontwikkelde onder moslim immigranten. De PvdA toont ook een chronische zelfoverschatting bij het toetreden als junior-partner tot kabinetten die door anderen geleid worden. Die leiden altijd tot zetelverlies. Dat gold al in 1948 na het kabinet Beel, maar we zagen het op nog veel grotere schaal bij het Kabinet Cals, bij Van Agt II, bij Lubbers III, bij Balkenende IV en nu weer bij Rutte II. Het dwingt tot het verdedigen van maatregelen waar men anders fel oppositie tegen zou voeren. De PvdA is trouwens niet de enige partij voor wie meeregeren tot verlies leidt. Bij D66 zie je nog sterker dat men verliest als regeringspartij, maar dat terugwint in de oppositie. Alleen ligt daar tot nu toe de bodem nog veel lager, op drie zetels (2006). Al deze factoren hebben ertoe geleid dat de PvdA-kiezers alle kanten op gegaan zijn. In het voormalige rode bolwerk Rotterdam is nu de PVV de grootste partij. De neergang van de PvdA is gepaard gegaan met de opkomst van de SP. Voorafgaand aan de verkiezingscampagne van 2012 scoorde die partij 37 zetels, waarvan er bij de verkiezingen slechts 15 overbleven. Het verlies van de SP werd de winst van de PvdA. Maar nu de PvdA zes zetels in de Eerste Kamer kwijtraakt, gaat slechts één daarvan naar de SP, en zijn de SP-aanhangers die in 2012 switchten naar de PvdA slechts in geringe mate teruggekeerd. Eigenlijk vind ik dat het meest verrassende en het meest teleurstellende van deze verkiezingsuitslag. Daardoor staat geheel Links (PvdA+SP+GL) nu (omgerekend) op 42 zetels, terwijl de PvdA in zijn eentje er in 1986 tien meer had. Ik vind dat vreemd in een periode waarin het falen van het kapitalisme zo duidelijk is en velen lijden onder de ‘hervorming’ van de verzorgingsstaat, of ze nu vernederd worden als bijstandsvrager of in de financiële problemen zitten omdat hun PGB niet wordt uitbetaald. Ook al ben ik al een halve eeuw lid van de PvdA, ik kan mij voorstellen dat het beleid van Rutte II mensen afschrikt, maar het verbaast me dat ze daarmee voor links verloren zijn gegaan. Ik krijg overigens niet de indruk dat ze daar bij de SP erg mee zitten. Daar is meer vreugde over het verlies van de PvdA dan bezorgdheid over de eigen stagnatie. De SP is nu ‘de grootste op links’, maar wat heb je daaraan als links zo verzwakt is? Waarom wint de SP zijn vroegere aanhang niet terug? Achteraf denk ik dat de overwinning van de PvdA in 2012 niet alleen het gevolg was van listig debatteren door Samsom, maar dat Roemer toen volledig door het ijs gezakt is. Wie om die reden ervan heeft afgezien SP te stemmen, komt niet snel terug, ook niet wanneer Roemer zijn haar verandert. Voormalige GroenLinksers zullen eerder zijn teruggekeerd, omdat Bram van Ojik de puinhoop die Jolande Sap heeft achtergelaten bekwaam heeft opgeruimd. Maar haar verraad aan de verzorgingsstaat is natuurlijk nog niet vergeten. Toch zou het best kunnen zijn dat er voor GroenLinks nog een groot potentieel open ligt. Veel linkse stemmers zijn nu bij D66 uitgekomen. Dat doet denken aan 1994, toen de PvdA werd afgerekend op de samenwerking met het CDA, en D66 op 24 zetels uitkwam. Onder Van Mierlo had D66 toen nog een beetje linksig image en D66 was ook tegen de voorgestelde WAO-maatregelen. Inmiddels moet je bij D66 niet wezen als je de verzorgingsstaat wilt behouden, maar neemt D66 wel op immateriële punten traditioneel linkse posities in. En we zien toch met meer vertrouwen Alexander Pechtold afreizen naar Brussel dan Emile Roemer. Maar de geschiedenis leert dat de aanhang van D66 weer snel kan slinken als D66 de positie van de PvdA in het kabinet overneemt. Maar of de linkse kiezers in 2017 al zullen terugkeren zal vooral afhangen van wat er gebeurt binnen de drie linkse partijen. Vindt men binnen de SP iemand die geloofwaardiger is als premier dan Emile Roemer? Is de PvdA bereid tijdig voor de verkiezingen te breken met het kabinet op een geloofwaardig links punt? Het is niet denkbeeldig dat wanneer de nieuwe vluchtelingennota van de VVD tot een breuk met de PvdA geleid had, veel PvdA-kiezers die zijn uitgeweken naar D66 zouden zijn teruggekomen. Bij GroenLinks is de vraag juist of de huidige koers wordt voortgezet: heeft Bram van Ojik zin in een afmattende verkiezingscampagne, en houdt hij dat vol zonder te veel fouten te maken? ------------------------------------------------- Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren -------------------------------------------------- Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! -------------------------------------- Abonneert u op de Nieuwsbrief. Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2015 Paul Bordewijk | ||||
powered by CJ2 |