archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 12
12 maart 2015
Beschouwingen > Amsterdam werelddorp delen printen terug
PvdA toen ook al niet de grootste Jasper Klapwijk

1210BS GrootsteHet kan niemand ontgaan zijn: de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 verliepen voor de PvdA desastreus. Ter illustratie werd vaak verwezen naar Amsterdam, waar de sociaaldemocraten hun positie als grootste partij verloren. Daarbij werd wel gezegd: sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar dat klopt niet. In 1946, bij de eerste gemeenteraadsverkiezingen van de hoofdstad, werd de PvdA niet de grootste, maar de tweede partij. De grootste partij werd, geheel volgens de verwachting, de CPN. Maar dat duurde niet lang.

Doorbraak
De eerste verkiezingen na de Tweede Wereldoorlog waren de Tweede Kamerverkiezingen van mei 1946. Het waren ook de eerste verkiezingen waaraan de PvdA ooit meedeed. De partij was in februari van dat jaar opgericht door de sociaaldemocratische SDAP, de protestantse CDU, de sociaalliberale VDB en een groep katholieke confessionelen. Het doel was de vooroorlogse politieke stagnatie van de verzuiling te doorbreken met een brede volkspartij: naast de onkerkelijke arbeiders van de SDAP moesten ook katholieke en protestantse arbeiders en de middenklasse PvdA gaan stemmen. Het lukte de PvdA om een deel van de hervormde middenklasse aan zich te binden, maar de katholieke en gereformeerde arbeiders bleven weg. Bovendien vertrokken juist in Amsterdam veel traditionele SDAP’ers naar de CPN.

Bevrijding
De CPN had de wind in de zeilen door de geallieerde overwinning in de Tweede Wereldoorlog. In Amsterdam werden na de bevrijding drie straten die uitkwamen op het Victorieplein omgedoopt: de Churchilllaan, de Rooseveltlaan en de Stalinlaan, die pas in 1956 Vrijheidslaan werd. De CPN was een grote factor geweest in het verzet en voerde na de bezetting campagne met de belofte af te rekenen met het fascisme door de politiek en de arbeidsverhoudingen te democratiseren. De communistische Eenheidsvakcentrale groeide snel en de CPN haalde bij de Kamerverkiezingen in Amsterdam 30% van de stemmen. De PvdA ging daar overheen met krap 33%. Anderhalve week later was het verschil bij de Statenverkiezingen teruggelopen tot 1.705 stemmen.

Samenwerking
De PvdA bleef de communisten dus nipt voor, maar haalde een kleiner percentage dan de SDAP voor de oorlog, terwijl de CPN meer dan verdubbelde ten opzichte van 1937. Gesterkt door deze 'landslide' zochten de communisten toenadering tot de PvdA om bij de gemeenteraadsverkiezingen als progressief blok campagne te voeren. Dat wilde de PvdA absoluut niet. Ze hadden samenwerking met de katholieke KVP eerder ook al afgewezen uit angst voor stemmenverlies aan de CPN. De PvdA ging daarom vol in de aanval om de uitstroom van onkerkelijke arbeiders te stuiten. Maar de CPN wist een aantal oud-SDAP’ers voor zich te winnen, die ze als onafhankelijke kandidaten op de lijst zetten om zo aan te geven dat ze de rode samenwerking uit het verzet wilden doorzetten na de bevrijding.

CPN sterkste
‘Communisten sterkste partij van Amsterdam, socialistische samenwerking boekt succes’, kon De Waarheid na de verkiezingen melden. De opkomst lag net onder de 80%, wat men erg laag vond en aan de vakanties weet. Onder leiding van timmerman Henk Gortzak haalde de CPN ruim vierduizend stemmen meer dan de PvdA. De sociaaldemocratische partijkrant Het Vrije Volk hield het bij een zuinig ‘Amsterdam stelt teleur’. De PvdA durfde het na deze communistische overwinning niet aan om alleen met de CPN te gaan regeren, maar de plaatselijke partijleider Ab de Roos kon ook niet om de communisten heen. Hij vormde een breed college met twee sociaaldemocraten, twee communisten en twee confessionelen: een katholiek en een protestant.

Machtsovername
De communisten werkten in het college aanvankelijk goed samen met de sociaaldemocraten, maar in 1948 ging het mis. Na de door Moskou gesteunde machtsovername van de communisten in Praag zegde de gemeenteraad het vertrouwen in de communistische wethouders Ben Polak en Leendert — ‘ome Leen’ — Seegers op, omdat ze zich voor de machtsovername hadden uitgesproken. Ze kregen in de gemeenteraad alleen steun van de CPN-fractie en van de onafhankelijke Hermine Heijermans (ex-SDAP), maar weigerden op te stappen. Met een wijziging van de Gemeentewet lukte het alsnog de communisten uit het college te werken. Het markeerde het begin van een 'cordon sanitaire' rond de CPN: de PvdA werkte op geen enkele manier meer samen met de communisten.

Geen Russische kolonie
Een jaar later voerde de PvdA een felle campagne tegen de CPN onder het motto ‘Nederland geen Russische kolonie’. De sociaaldemocraten dwongen de communisten verder in het isolement door hun mogelijkheden om campagne te voeren zonder scrupules te beperken. Dat werkte. Bij de Kamerverkiezingen in 1948 verloor de PvdA in Amsterdam licht, maar de CPN haalde nog maar een kwart van de stemmen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1949 bleven de communisten weer op een kwart steken. De PvdA werd met 30% van de stemmen voor het eerst de grootste partij en zou dat tot de afslachting onder leiding van Pieter Hilhorst in 2014 blijven.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
---------------------------------------
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php

© 2015 Jasper Klapwijk meer Jasper Klapwijk - meer "Amsterdam werelddorp" -
Beschouwingen > Amsterdam werelddorp
PvdA toen ook al niet de grootste Jasper Klapwijk
1210BS GrootsteHet kan niemand ontgaan zijn: de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 verliepen voor de PvdA desastreus. Ter illustratie werd vaak verwezen naar Amsterdam, waar de sociaaldemocraten hun positie als grootste partij verloren. Daarbij werd wel gezegd: sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar dat klopt niet. In 1946, bij de eerste gemeenteraadsverkiezingen van de hoofdstad, werd de PvdA niet de grootste, maar de tweede partij. De grootste partij werd, geheel volgens de verwachting, de CPN. Maar dat duurde niet lang.

Doorbraak
De eerste verkiezingen na de Tweede Wereldoorlog waren de Tweede Kamerverkiezingen van mei 1946. Het waren ook de eerste verkiezingen waaraan de PvdA ooit meedeed. De partij was in februari van dat jaar opgericht door de sociaaldemocratische SDAP, de protestantse CDU, de sociaalliberale VDB en een groep katholieke confessionelen. Het doel was de vooroorlogse politieke stagnatie van de verzuiling te doorbreken met een brede volkspartij: naast de onkerkelijke arbeiders van de SDAP moesten ook katholieke en protestantse arbeiders en de middenklasse PvdA gaan stemmen. Het lukte de PvdA om een deel van de hervormde middenklasse aan zich te binden, maar de katholieke en gereformeerde arbeiders bleven weg. Bovendien vertrokken juist in Amsterdam veel traditionele SDAP’ers naar de CPN.

Bevrijding
De CPN had de wind in de zeilen door de geallieerde overwinning in de Tweede Wereldoorlog. In Amsterdam werden na de bevrijding drie straten die uitkwamen op het Victorieplein omgedoopt: de Churchilllaan, de Rooseveltlaan en de Stalinlaan, die pas in 1956 Vrijheidslaan werd. De CPN was een grote factor geweest in het verzet en voerde na de bezetting campagne met de belofte af te rekenen met het fascisme door de politiek en de arbeidsverhoudingen te democratiseren. De communistische Eenheidsvakcentrale groeide snel en de CPN haalde bij de Kamerverkiezingen in Amsterdam 30% van de stemmen. De PvdA ging daar overheen met krap 33%. Anderhalve week later was het verschil bij de Statenverkiezingen teruggelopen tot 1.705 stemmen.

Samenwerking
De PvdA bleef de communisten dus nipt voor, maar haalde een kleiner percentage dan de SDAP voor de oorlog, terwijl de CPN meer dan verdubbelde ten opzichte van 1937. Gesterkt door deze 'landslide' zochten de communisten toenadering tot de PvdA om bij de gemeenteraadsverkiezingen als progressief blok campagne te voeren. Dat wilde de PvdA absoluut niet. Ze hadden samenwerking met de katholieke KVP eerder ook al afgewezen uit angst voor stemmenverlies aan de CPN. De PvdA ging daarom vol in de aanval om de uitstroom van onkerkelijke arbeiders te stuiten. Maar de CPN wist een aantal oud-SDAP’ers voor zich te winnen, die ze als onafhankelijke kandidaten op de lijst zetten om zo aan te geven dat ze de rode samenwerking uit het verzet wilden doorzetten na de bevrijding.

CPN sterkste
‘Communisten sterkste partij van Amsterdam, socialistische samenwerking boekt succes’, kon De Waarheid na de verkiezingen melden. De opkomst lag net onder de 80%, wat men erg laag vond en aan de vakanties weet. Onder leiding van timmerman Henk Gortzak haalde de CPN ruim vierduizend stemmen meer dan de PvdA. De sociaaldemocratische partijkrant Het Vrije Volk hield het bij een zuinig ‘Amsterdam stelt teleur’. De PvdA durfde het na deze communistische overwinning niet aan om alleen met de CPN te gaan regeren, maar de plaatselijke partijleider Ab de Roos kon ook niet om de communisten heen. Hij vormde een breed college met twee sociaaldemocraten, twee communisten en twee confessionelen: een katholiek en een protestant.

Machtsovername
De communisten werkten in het college aanvankelijk goed samen met de sociaaldemocraten, maar in 1948 ging het mis. Na de door Moskou gesteunde machtsovername van de communisten in Praag zegde de gemeenteraad het vertrouwen in de communistische wethouders Ben Polak en Leendert — ‘ome Leen’ — Seegers op, omdat ze zich voor de machtsovername hadden uitgesproken. Ze kregen in de gemeenteraad alleen steun van de CPN-fractie en van de onafhankelijke Hermine Heijermans (ex-SDAP), maar weigerden op te stappen. Met een wijziging van de Gemeentewet lukte het alsnog de communisten uit het college te werken. Het markeerde het begin van een 'cordon sanitaire' rond de CPN: de PvdA werkte op geen enkele manier meer samen met de communisten.

Geen Russische kolonie
Een jaar later voerde de PvdA een felle campagne tegen de CPN onder het motto ‘Nederland geen Russische kolonie’. De sociaaldemocraten dwongen de communisten verder in het isolement door hun mogelijkheden om campagne te voeren zonder scrupules te beperken. Dat werkte. Bij de Kamerverkiezingen in 1948 verloor de PvdA in Amsterdam licht, maar de CPN haalde nog maar een kwart van de stemmen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1949 bleven de communisten weer op een kwart steken. De PvdA werd met 30% van de stemmen voor het eerst de grootste partij en zou dat tot de afslachting onder leiding van Pieter Hilhorst in 2014 blijven.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
---------------------------------------
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php
© 2015 Jasper Klapwijk
powered by CJ2