archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 12
18 december 2014
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Middelburg na de oorlog Jan Willem Minderhout

1205BS OorlogHet eiland Walcheren, de poort naar de Westerschelde en Antwerpen, was hevig gefortificeerd door de Duitsers. De op zee gerichte kanonnen van de Atlantik Wall hadden het eiland in een vrijwel onneembare vesting veranderd. De geallieerden besloten het eiland in te nemen door op vier plaatsen de zeewering kapot te bombarderen en met amfibievoertuigen door de gaten te varen zodat de Duitse stellingen in de rug konden worden aangevallen. Deze tactiek was succesvol maar kende een hoge prijs: veel eilandbewoners verdronken en een groot deel van het eiland werd door het zeewater verzwolgen. Middelburg bleef grotendeels droog, maar werd omringd door water. Mijn vader verbleef in die tijd bij zijn grootmoeder in Middelburg. Hij tekende een paar herinneringen op. (W.M.)

Het haakje
In 1945, ik was toen 12 jaar, had ik een nichtje dat in Klein Vlaanderen (Middelburg) woonde. Ik hielp soms een beetje mee om de paardenstal van Labrujere, die tegenover de Kloveniersdoelen naast de brug aan het water stond, schoon te houden. Als beloning mocht ik dan met Bram Steutel op de paardenwagen meerijden of kreeg ik een paar liter melk. We reden met ladingen klei, die uit een enorme put op het Molenwater geschept werden, naar de kofferdammen die de zee uit de stad moesten houden.

Ik was beretrots als we een lading hadden voor de kofferdam die Klein Vlaanderen moest beschermen en mijn nichtje me zag op de bok van die wagen. Soms speelde ik met haar bij een vriendinnetje dat op de Herengracht woonde. We konden dan in huis komen via een deur die, vanuit de tuin in een souterrain kwam. We tilden dan een haakje op door een latje in de kier van de deur naar boven te drukken.

Op een nacht brak de kofferdam en Klein Vlaanderen kwam tot aan de dakgoten in het water te staan. Zes mensen verdronken. Mijn familie vluchtte voor het aanstormende water door de tuinen naar de Herengracht waar mijn nichtje precies wist hoe ze de deur moest openen om via de trap de woonkamer te bereiken die boven hoogwaterniveau lag. Ze hadden alleen maar natte voeten en werden liefdevol ontvangen door de bewoners.

Ik bracht ze een dag later een paar liter melk. De melk kwam van koeien die illegaal gehouden werden door Labrujere achter een dubbele wand van de paardenstal. Ik was Labrujere erg dankbaar. Mijn dankbaarheid kon ik tot uitdrukking brengen door de stal extra goed schoon te maken.

De Schroevendraaier
Mijn oom had een slotenmakerij op de Varkensmarkt in Middelburg. Nadat in 1944 Walcheren onder water gelopen was stond ook het PZEM- kantoor aan de Poelendaelesingel in het water. Hij kreeg als opdracht om de sloten die onder water kwamen bij hoog water, te demonteren, in het vet te zetten en te bewaren tot betere tijden.

Met zijn knecht, Dingeman, voer ik, 12 jaar oud, op een vrijdagmiddag met een bak naar de PZEM. Dit moest bij hoog water gebeuren anders konden we het gebouw niet in. Het eerste slot,  van de deur van de portiersloge, was gemakkelijk te openen en vervolgens demonteerbaar. In de loge was nog een kast met een slot. Bij het demonteren liet Dingeman onze enige schroevendraaier vallen. Schroevendraaiers waren schaars. We zagen hem liggen maar konden er niet bij. Duiken in het koude zeewater was onmogelijk.

We roeiden terug. Mijn oom werd erg boos op zijn knecht vanwege de verloren schroevendraaier en de verloren werkuren.
Dingeman moest op zaterdagmorgen, bij eb, terug om de schroevendraaier uit het water te halen. Ik ging mee; een vriend laat je niet in de steek. We voeren tot waar we niet verder konden, ongeveer waar nu de slagbomen staan. De knecht deed zijn bovenkleren uit en waadde de loge in. Hij had de schroevendraaier vlug te pakken en trok zijn bovengoed over zijn natte ondergoed aan. Naakt was taboe. In de boot hebben we gewacht op hoog water om de verloren uren in te halen. Het viel me op dat Dingeman zijn bovengoed steeds meer vochtvlekken ging vertonen en dat hij steeds meer ging rillen van de kou.

De loge is weg. In mijn herinnering zie ik het gebouwtje nog. Verder weg in mijn herinnering zie ik de palen heien van het PZEM- kantoor.

Een Vaartochtje
In 1945, toen Walcheren onder water stond, had ik een neef bij de hulppolitie. Hij moest met een roeibak door de ondergelopen straten van Middelburg patrouilleren om diefstal te voorkomen. Soms mocht ik mee. Op één zo’n feestelijk dag had hij een passagier, een meisje met dik haar en witte sokjes.

Vanaf het Noordpoortplein roeiden we voor de ebstroom naar de kruising Nadorstweg-Noordsingel. We schoten met grote snelheid tussen de twee zijgevels om onze vaartocht te vervolgen. Het doel was de ruïne van Brigdamme. Bij dood tij zou dan onze controletocht aan vangen.

In Brigdamme meerden we aan bij het kerkhof bij de ruïne. Enkele overgebleven inwoners  legden op het kerkhof een moestuin aan. Beenderen en enkele doodshoofden lagen opgestapeld tegen de muur van de ruïne. Mijn neef praatte wat met de mannen en kwam terug met twee doodshoofden. Rustig roeiden we via de Noordweg richting Middelburg. Bij het huis van mijn neef roeide hij de voorkamer in.

Hij ging met Sientje naar boven. Vanuit de boot stapten ze op een gietijzeren tafeltje met marmeren blad en verdwenen de trap op. Ik moest in de boot blijven en kreeg de instructie om met mijn roeispaan tegen het plafond stompen als het water zo hoog gestegen was dat de boot nog net naar buiten kon.

Het wou maar geen hoog water worden. De wachttijd werd slechts onderbroken door onduidelijke geluiden boven me. Eindelijk kon ik tegen het plafond stompen. Het stel kwam naar beneden. Het haar van het meisje was erg in de war, ik miste haar sokken.

Voor de vloed voeren we naar Middelburg en ging ik weer, 12 jaar oud, naar mijn grootmoeder waar ik in huis was. Het heeft lang geduurd voordat ik me realiseerde waarom het haar van dat meisje zo in de war geraakt was.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2014 Jan Willem Minderhout meer Jan Willem Minderhout - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Middelburg na de oorlog Jan Willem Minderhout
1205BS OorlogHet eiland Walcheren, de poort naar de Westerschelde en Antwerpen, was hevig gefortificeerd door de Duitsers. De op zee gerichte kanonnen van de Atlantik Wall hadden het eiland in een vrijwel onneembare vesting veranderd. De geallieerden besloten het eiland in te nemen door op vier plaatsen de zeewering kapot te bombarderen en met amfibievoertuigen door de gaten te varen zodat de Duitse stellingen in de rug konden worden aangevallen. Deze tactiek was succesvol maar kende een hoge prijs: veel eilandbewoners verdronken en een groot deel van het eiland werd door het zeewater verzwolgen. Middelburg bleef grotendeels droog, maar werd omringd door water. Mijn vader verbleef in die tijd bij zijn grootmoeder in Middelburg. Hij tekende een paar herinneringen op. (W.M.)

Het haakje
In 1945, ik was toen 12 jaar, had ik een nichtje dat in Klein Vlaanderen (Middelburg) woonde. Ik hielp soms een beetje mee om de paardenstal van Labrujere, die tegenover de Kloveniersdoelen naast de brug aan het water stond, schoon te houden. Als beloning mocht ik dan met Bram Steutel op de paardenwagen meerijden of kreeg ik een paar liter melk. We reden met ladingen klei, die uit een enorme put op het Molenwater geschept werden, naar de kofferdammen die de zee uit de stad moesten houden.

Ik was beretrots als we een lading hadden voor de kofferdam die Klein Vlaanderen moest beschermen en mijn nichtje me zag op de bok van die wagen. Soms speelde ik met haar bij een vriendinnetje dat op de Herengracht woonde. We konden dan in huis komen via een deur die, vanuit de tuin in een souterrain kwam. We tilden dan een haakje op door een latje in de kier van de deur naar boven te drukken.

Op een nacht brak de kofferdam en Klein Vlaanderen kwam tot aan de dakgoten in het water te staan. Zes mensen verdronken. Mijn familie vluchtte voor het aanstormende water door de tuinen naar de Herengracht waar mijn nichtje precies wist hoe ze de deur moest openen om via de trap de woonkamer te bereiken die boven hoogwaterniveau lag. Ze hadden alleen maar natte voeten en werden liefdevol ontvangen door de bewoners.

Ik bracht ze een dag later een paar liter melk. De melk kwam van koeien die illegaal gehouden werden door Labrujere achter een dubbele wand van de paardenstal. Ik was Labrujere erg dankbaar. Mijn dankbaarheid kon ik tot uitdrukking brengen door de stal extra goed schoon te maken.

De Schroevendraaier
Mijn oom had een slotenmakerij op de Varkensmarkt in Middelburg. Nadat in 1944 Walcheren onder water gelopen was stond ook het PZEM- kantoor aan de Poelendaelesingel in het water. Hij kreeg als opdracht om de sloten die onder water kwamen bij hoog water, te demonteren, in het vet te zetten en te bewaren tot betere tijden.

Met zijn knecht, Dingeman, voer ik, 12 jaar oud, op een vrijdagmiddag met een bak naar de PZEM. Dit moest bij hoog water gebeuren anders konden we het gebouw niet in. Het eerste slot,  van de deur van de portiersloge, was gemakkelijk te openen en vervolgens demonteerbaar. In de loge was nog een kast met een slot. Bij het demonteren liet Dingeman onze enige schroevendraaier vallen. Schroevendraaiers waren schaars. We zagen hem liggen maar konden er niet bij. Duiken in het koude zeewater was onmogelijk.

We roeiden terug. Mijn oom werd erg boos op zijn knecht vanwege de verloren schroevendraaier en de verloren werkuren.
Dingeman moest op zaterdagmorgen, bij eb, terug om de schroevendraaier uit het water te halen. Ik ging mee; een vriend laat je niet in de steek. We voeren tot waar we niet verder konden, ongeveer waar nu de slagbomen staan. De knecht deed zijn bovenkleren uit en waadde de loge in. Hij had de schroevendraaier vlug te pakken en trok zijn bovengoed over zijn natte ondergoed aan. Naakt was taboe. In de boot hebben we gewacht op hoog water om de verloren uren in te halen. Het viel me op dat Dingeman zijn bovengoed steeds meer vochtvlekken ging vertonen en dat hij steeds meer ging rillen van de kou.

De loge is weg. In mijn herinnering zie ik het gebouwtje nog. Verder weg in mijn herinnering zie ik de palen heien van het PZEM- kantoor.

Een Vaartochtje
In 1945, toen Walcheren onder water stond, had ik een neef bij de hulppolitie. Hij moest met een roeibak door de ondergelopen straten van Middelburg patrouilleren om diefstal te voorkomen. Soms mocht ik mee. Op één zo’n feestelijk dag had hij een passagier, een meisje met dik haar en witte sokjes.

Vanaf het Noordpoortplein roeiden we voor de ebstroom naar de kruising Nadorstweg-Noordsingel. We schoten met grote snelheid tussen de twee zijgevels om onze vaartocht te vervolgen. Het doel was de ruïne van Brigdamme. Bij dood tij zou dan onze controletocht aan vangen.

In Brigdamme meerden we aan bij het kerkhof bij de ruïne. Enkele overgebleven inwoners  legden op het kerkhof een moestuin aan. Beenderen en enkele doodshoofden lagen opgestapeld tegen de muur van de ruïne. Mijn neef praatte wat met de mannen en kwam terug met twee doodshoofden. Rustig roeiden we via de Noordweg richting Middelburg. Bij het huis van mijn neef roeide hij de voorkamer in.

Hij ging met Sientje naar boven. Vanuit de boot stapten ze op een gietijzeren tafeltje met marmeren blad en verdwenen de trap op. Ik moest in de boot blijven en kreeg de instructie om met mijn roeispaan tegen het plafond stompen als het water zo hoog gestegen was dat de boot nog net naar buiten kon.

Het wou maar geen hoog water worden. De wachttijd werd slechts onderbroken door onduidelijke geluiden boven me. Eindelijk kon ik tegen het plafond stompen. Het stel kwam naar beneden. Het haar van het meisje was erg in de war, ik miste haar sokken.

Voor de vloed voeren we naar Middelburg en ging ik weer, 12 jaar oud, naar mijn grootmoeder waar ik in huis was. Het heeft lang geduurd voordat ik me realiseerde waarom het haar van dat meisje zo in de war geraakt was.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2014 Jan Willem Minderhout
powered by CJ2