archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 2
28 oktober 2004
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Nicotine uit een Zweeds zakje Floris Wiegerinck

0202Nicotine uit een zakje
 
Soms, als ik door de straten van Umeå fiets, op weg naar de Universiteit, vergeet ik wel eens dat ik in Zweden ben. Dan denk ik dat het prachtige licht glooiende landschap en de wijde straten met de steeds herfstiger wordende berken tot een Nederlandse stad behoren. Een die ik nog niet kende en die ik nu steeds beter leer kennen. Natuurlijk, de Zweedse taal is aanzienlijk zangeriger dan Nederlands; maar daar merk je weinig van als je door de stad fietst met een lekkere warme muts over de oren.
 
Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen die je pas gaan opvallen als je van de fiets bent afgestapt. Zo gebruiken de noordelijke Zweden snus. Dat is een soort klein theezakje van 3 bij 1 cm dat gevuld is met tabak. Men stopt het onopvallend onder de bovenlip, sabbelt er enige tijd op en laat het dan zo discreet mogelijk weer verdwijnen in de prullenbak. Eén zakje snus staat gelijk aan vier sigaretten qua nicotine maar het bevat geen longbevuilende teer. Het succes valt betrekkelijk eenvoudig te verklaren: roken in openbare gebouwen is verboden in Zweden en roken in de buitenlucht is tijdens de lange winter geen pretje. Snus dus. Als u dit theezakjesverhaal niet geloofwaardig vindt moet u maar eens kijken op: www.websnus.com.
Misschien is het een idee voor Nederlandse bedrijven die moeite hebben om de rokers en de fanatieke niet-rokers gelijkelijk aan hun trekken te laten komen. Naast de koffieautomaat is vast nog wel een plekje voor een kastje met theezakjes.
 
Nog een ding dat opvalt als je door het stille Umeå rijdt: de auto’s maken een zacht knarsend geluid bij contact met het asfalt. De Zweden bereiden zich voor op de koude winter die voor de deur staat. Het zijn namelijk de spikes op de banden die het geluid maken. Menige fiets wordt zelfs uitgerust met bespijkerde banden. De wegen worden hier wel schoon geschoven, maar zout wordt er niet gestrooid: dat zou immers de sneeuw voor de rest van de vier of vijf witte maanden bederven met een laag grijze smeltsneeuw. Veelal worden de auto’s hier bovendien uitgerust met een extra serie koplampen. Om zich te wapenen tegen een in het donker weg op rennend rendier? Wie zal het zeggen.
 
Dan zijn er nog de dingen die je pas opvallen als je de Zweden persoonlijk leert kennen. Zo zijn pijnlijke stiltes hier bijvoorbeeld niet pijnlijk. Deze noorderlingen maken hun zwijgzame reputatie meer dan waar, met als uitzondering die de regel bevestigt: de dronken Zweed. Het initiatief van de overheid om de verkoop van sterke alcohol (boven 3,5%) te reguleren in speciale supermarkten (systembolaget genaamd) en de drank in uitgaansgelegenheden schrikbarend duur te maken, lijkt een averechts effect te hebben. De Zweden stellen al hun drankgebruik uit tot het weekend, maar dan drinken ze elkaar ook meteen onder tafel. Voordat ze naar een uitgaansgelegenheid vertrekken, hebben ze zichzelf al volgegooid met schnaps om vooral maar niets duurs te hoeven bestellen in de kroeg. Dit alles gaat gepaard met flinke luidruchtigheid: van dranklied tot gebrul in de buitenlucht.
 
Dan zijn er nog de dingen die te vergelijken zijn met Nederland. De Zweden spreken bijvoorbeeld prima Engels, wat ertoe leidt dat buitenlanders nauwelijks degelijk Zweeds leren praten. En als je je dan in een groep met allemaal Zweden bevindt, vinden ze het geen enkel probleem om al hun grappen in een Zweedse geheimtaal te maken. Zo moet een buitenlander in Nederland zich ook voelen af en toe, denk ik.
 
Ja, hoewel het fantastisch is om hier ’s ochtends tijdens het aanbreken van de dag vanuit de heuvels naar de stad te fietsen, verlang ik ook al een beetje terug naar het Nederlandse landschap met zijn polders, dichtbebouwde stedelijkheid en de bijbehorende bewoners. Eigenlijk zie ik ook wel een beetje op tegen de echte kou en de bijbehorende duisternis. Daarom ben ik blij dat ik me, voordat de winter hier eind februari echt losbarst, al weer af laat zakken naar de o zo heerlijke Nederlandse kwakkelwinter. De kans op echte kou wordt daar gelukkig steeds kleiner, zeggen de deskundigen.


© 2004 Floris Wiegerinck meer Floris Wiegerinck - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Nicotine uit een Zweeds zakje Floris Wiegerinck
0202Nicotine uit een zakje
 
Soms, als ik door de straten van Umeå fiets, op weg naar de Universiteit, vergeet ik wel eens dat ik in Zweden ben. Dan denk ik dat het prachtige licht glooiende landschap en de wijde straten met de steeds herfstiger wordende berken tot een Nederlandse stad behoren. Een die ik nog niet kende en die ik nu steeds beter leer kennen. Natuurlijk, de Zweedse taal is aanzienlijk zangeriger dan Nederlands; maar daar merk je weinig van als je door de stad fietst met een lekkere warme muts over de oren.
 
Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen die je pas gaan opvallen als je van de fiets bent afgestapt. Zo gebruiken de noordelijke Zweden snus. Dat is een soort klein theezakje van 3 bij 1 cm dat gevuld is met tabak. Men stopt het onopvallend onder de bovenlip, sabbelt er enige tijd op en laat het dan zo discreet mogelijk weer verdwijnen in de prullenbak. Eén zakje snus staat gelijk aan vier sigaretten qua nicotine maar het bevat geen longbevuilende teer. Het succes valt betrekkelijk eenvoudig te verklaren: roken in openbare gebouwen is verboden in Zweden en roken in de buitenlucht is tijdens de lange winter geen pretje. Snus dus. Als u dit theezakjesverhaal niet geloofwaardig vindt moet u maar eens kijken op: www.websnus.com.
Misschien is het een idee voor Nederlandse bedrijven die moeite hebben om de rokers en de fanatieke niet-rokers gelijkelijk aan hun trekken te laten komen. Naast de koffieautomaat is vast nog wel een plekje voor een kastje met theezakjes.
 
Nog een ding dat opvalt als je door het stille Umeå rijdt: de auto’s maken een zacht knarsend geluid bij contact met het asfalt. De Zweden bereiden zich voor op de koude winter die voor de deur staat. Het zijn namelijk de spikes op de banden die het geluid maken. Menige fiets wordt zelfs uitgerust met bespijkerde banden. De wegen worden hier wel schoon geschoven, maar zout wordt er niet gestrooid: dat zou immers de sneeuw voor de rest van de vier of vijf witte maanden bederven met een laag grijze smeltsneeuw. Veelal worden de auto’s hier bovendien uitgerust met een extra serie koplampen. Om zich te wapenen tegen een in het donker weg op rennend rendier? Wie zal het zeggen.
 
Dan zijn er nog de dingen die je pas opvallen als je de Zweden persoonlijk leert kennen. Zo zijn pijnlijke stiltes hier bijvoorbeeld niet pijnlijk. Deze noorderlingen maken hun zwijgzame reputatie meer dan waar, met als uitzondering die de regel bevestigt: de dronken Zweed. Het initiatief van de overheid om de verkoop van sterke alcohol (boven 3,5%) te reguleren in speciale supermarkten (systembolaget genaamd) en de drank in uitgaansgelegenheden schrikbarend duur te maken, lijkt een averechts effect te hebben. De Zweden stellen al hun drankgebruik uit tot het weekend, maar dan drinken ze elkaar ook meteen onder tafel. Voordat ze naar een uitgaansgelegenheid vertrekken, hebben ze zichzelf al volgegooid met schnaps om vooral maar niets duurs te hoeven bestellen in de kroeg. Dit alles gaat gepaard met flinke luidruchtigheid: van dranklied tot gebrul in de buitenlucht.
 
Dan zijn er nog de dingen die te vergelijken zijn met Nederland. De Zweden spreken bijvoorbeeld prima Engels, wat ertoe leidt dat buitenlanders nauwelijks degelijk Zweeds leren praten. En als je je dan in een groep met allemaal Zweden bevindt, vinden ze het geen enkel probleem om al hun grappen in een Zweedse geheimtaal te maken. Zo moet een buitenlander in Nederland zich ook voelen af en toe, denk ik.
 
Ja, hoewel het fantastisch is om hier ’s ochtends tijdens het aanbreken van de dag vanuit de heuvels naar de stad te fietsen, verlang ik ook al een beetje terug naar het Nederlandse landschap met zijn polders, dichtbebouwde stedelijkheid en de bijbehorende bewoners. Eigenlijk zie ik ook wel een beetje op tegen de echte kou en de bijbehorende duisternis. Daarom ben ik blij dat ik me, voordat de winter hier eind februari echt losbarst, al weer af laat zakken naar de o zo heerlijke Nederlandse kwakkelwinter. De kans op echte kou wordt daar gelukkig steeds kleiner, zeggen de deskundigen.
© 2004 Floris Wiegerinck
powered by CJ2