archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 2 Jaargang 2 28 oktober 2004 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > In de polder | ||||
Controle van de macht | Ruurd Kunnen | |||
Vorige week moest Cees van der Hoeven voorkomen. In betere tijden was hij president-commissaris van Ahold, maar toen aan het licht kwam dat op grote schaal met de boekhouding was gesjoemeld, was hij gedwongen het veld te ruimen. Hij wordt beschuldigd van oplichting en valsheid in geschrifte, evenals drie voormalige medebestuurders. De heren hebben nog bezwaar gemaakt tegen de aanklacht en de rechtbank verzocht om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren, maar zo gemakkelijk kwamen ze er niet van af. Het verzoek werd afgewezen, zodat er in elk geval een rechterlijke uitspraak komt. Dertig jaar geleden konden we er alleen maar van dromen dat topbestuurders van multinationals voor de rechter werden gedaagd. De tijden zijn veranderd.
Ook tegen Cor Boonstra die een paar jaar terug de hoogste man bij Philips was, is een procedure aangespannen. De reden was in zijn geval heel wat romantischer dan bij de jongens van Ahold. Boonstra zou aandelen met voorkennis hebben verkocht en die voorkennis had hij gekregen in het liefdesnestje dat hij deelde met Silvia Tòth, ook een captain of industry. Stel dat Van der Hoeven c.s. schuldig worden bevonden. Kunnen we dan zeggen dat de Ahold-top een criminele organisatie vormde? Het gaat om gigantische bedragen. Het aandeel Ahold is gekelderd en beleggers zijn gedupeerd. Het bedrijf moet miljoenen euro’s aan boetes betalen, is in de rode cijfers geraakt, sluit vestigingen en zet honderden werknemers op straat.
Er doemde onlangs een vrijwel vervlogen beeld uit de jaren 70 op. Nederland bleek plotseling weer een schaduwkabinet te hebben. In mijn optimisme dacht ik dat de oppositie de krachten had gebundeld, net zoals in 1971 toen PvdA, D’66 en PPR een schaduwkabinet hadden gevormd, maar dit keer waren het de leiders van de regeringsfracties in de Tweede Kamer die, rijk voorzien van spijs en drank, kabinetsalternatiefje speelden. Dit schaduwkabinet is een uiting van het dualisme in de politiek, het principe dat de regering regeert en het parlement controleert. Dat is echter eenvoudiger gezegd dan gedaan, omdat het parlement verdeeld is. De regeringspartijen controleren of het kabinet zich houdt aan het wat het de kiezers heeft beloofd. De controlerende taak van de oppositie is daarentegen dat zij probeert te verhinderen dat beslissingen worden genomen die in strijd zijn met haar verkiezingsprogramma’s. Hoe moeten we de gezamenlijke oppositie noemen? Tegenkabinet?
Het kabinet vond vorige week zowel een schaduwkabinet als een tegenkabinet tegenover zich. Het schaduwkabinet stelde voor om langdurig werklozen voor minder dan het minimumloon aan het werk te zetten. Het tegenkabinet verlangde dat het kabinet zou beloven om het minimumloon onaangetast te laten. De minister van sociale zaken en werkgelegenheid, De Geus, die namens het kabinet het woord voerde, zat stevig in de klem. Hij gaf het tegenkabinet gelijk en nodigde het schaduwkabinet uit om een nader uitgewerkt voorstel in te dienen. Dat was niet consequent en kwam hem dan ook op een motie van wantrouwen van het tegenkabinet te staan, maar het gaf hem de kans om in een achterkamertje een paar plooien in het kleed van het schaduwkabinet glad te strijken. Zo wordt het parlementaire spel gespeeld.
Van der Hoeven en Boonstra worden gecontroleerd door Justitie. De Geus wordt gecontroleerd door een schaduw- en een tegenkabinet. De grote vraag in politiek Den Haag is momenteel wie Zalm controleert. Zalm heeft in de jaren dat hij ’s Rijks financiën beheert heel wat wapenfeiten op zijn naam geschreven, maar zijn mooiste moment was de invoering van de euro. Onlangs kwam op een congres van politici en bankdirecteuren in Amsterdam echter aan het licht dat de euro na vijf jaar niet de economische groei heeft opgeleverd waarop was gerekend. Voor Zalm en zijn collega’s in Europa was dat geen reden voor enige zelfkritiek. De oorzaak van de achterblijvende groei ligt volgens hen bij het economisch beleid van de afzonderlijke lidstaten en niet bij de euro. De heren waren bovendien bij elkaar gekomen om het succes van de euro te evalueren, niet het falen. Dat het leven extra duur was geworden doordat winkeliers bij het omrekenen van de prijzen het bedrag in guldens eenvoudig hadden vervangen door hetzelfde bedrag in euro’s of in het gunstigste geval de prijs in guldens door 2 in plaats van door 2,20371 hadden gedeeld, werd als een misvatting weggewuifd. Zalm heeft wel eens toegegeven dat er hier en daar (met name in de horeca) misbruik van de overgang van de gulden naar de euro is gemaakt, maar voegde daar direct aan toe dat de inflatie niet extra was gestegen. Voor het gemak ging hij eraan voorbij dat dit kwam doordat onalledaagse benodigdheden als computers en reizen naar exotische bestemmingen goedkoper waren geworden.
Het consumentenvertrouwen is in Nederland laag. Diverse commentatoren hebben redenen genoemd waarom de Nederlandse consument de hand op de knip houdt. Er heerst in het land een pessimistische stemming die niet alleen is veroorzaakt door de aanslagen van 11 september en de oorlog in Irak, maar ook door het kabinetsbeleid. De uitgaven voor de Joint Strike Fighter en de kostenoverschrijdingen van de toch al peperdure HSL- en Betuwelijn zijn niet te rijmen met de bezuinigingen op de gezondheidszorg en de sociale zekerheid. De verhoging van de pensioenpremie die nodig was omdat de pensioenfondsen kapitalen op de beurs hadden verloren, de afschaffing van de VUT en het prepensioen en de toenemende discussie over de pensioengerechtigde leeftijd zijn tekenen aan de wand: je moet zelf voor je oude dag zorgen, want op de overheid kun je niet meer aan. Toen Zalm in de Tweede Kamer met een zuinig mondje verklaarde dat dit kabinet niet van plan was aan de pensioenleeftijd van 65 jaar te tornen, dacht iedereen: dit kabinet misschien niet, maar het volgende vast en zeker wel.
De controlerende taak van de volksvertegenwoordiging heeft mede de functie om maatschappelijk draagvlak voor het overheidsbeleid te creëren. Dat gebeurt in Nederland momenteel te weinig. Politieke en economische elites maken de dienst uit en in de Tweede Kamer worden te vaak spelletjes gespeeld. Eens was de top van het bedrijfsleven vrijwel oncontroleerbaar, maar Van der Hoeven en Boonstra weten nu wel beter. De Tweede Kamer zou het instrument van het parlementaire onderzoek en de parlementaire enquête nog vaker moeten gebruiken. Voor zaken met een lange termijnkarakter zijn dat veel betere controle-instrumenten dan het doordeweekse debat en bovendien kunnen er onrechtmatige daden aan het licht komen die direct kunnen worden doorgegeven aan Justitie. De tijden veranderen. Dan horen we, als het allemaal zo erg is als we wel eens denken, misschien ooit eens op het nieuws dat de voormalige minister G.Z. moet voorkomen. Benieuwd welk effect dat heeft op het consumentenvertrouwen. |
||||
© 2004 Ruurd Kunnen | ||||
powered by CJ2 |