archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 11
28 augustus 2014
Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Hoppla! De terugkeer van Zeerover Jenny Willem Minderhout

1118BS Jenny‘Mooi lied is dat. Brecht?’
‘Ja, dat is een lied van Bertolt Brecht op muziek van Kurt Weil uit de Dreigroschenoper. Een echte klassieker. Iedereen heeft het gezongen van Lotte Lenya tot Hildegard Knef. Zelfs Corry Brokken heeft het gezongen. Het is inderdaad prachtig.’
‘Waarom kijkt u dan zo bedrukt?’
‘Het zijn de tijden, denk ik. Het is net of ik het voor het eerst hoor. Of beter gezegd: alsof ik het ineens heel anders hoor.’

‘Wat bedoelt u?’
‘Luister maar eens naar de tekst. Het gaat over Jenny, een meisje dat een onbeduidend en slecht betaald baantje heeft in een goedkoop hotelletje. Terwijl ze haar werk doet fantaseert ze dat ze eigenlijk bij een bende zeerovers hoort, die haar binnenkort uit haar saaie bestaan zullen bevrijden. Met een schip met acht zeilen en vijftig kanonnen aan boord zullen ze haar op komen halen.’

‘Dat hoort u toch niet voor het eerst?’
‘Ja, maar vroeger zag ik dat als een metafoor voor de arbeidersklasse die droomt van de bevrijding. Of, luister maar eens naar de versie van Nina Simone, van de zwarte emancipatie in de Verenigde Staten.’

‘Nu niet meer?’
‘Nee, de metafoor is werkelijkheid geworden. Luister maar eens naar het laatste couplet. Als de zeerovers eenmaal gekomen zijn zullen ze aan Jenny vragen wat ze met de bewoners van haar havenstadje moeten doen. En dan zegt ze … Ach, luister zelf maar

Und es werden kommen hundert den Mittag an Land
Und werden in den Schatten treten
Und fangen einen jeglichen aus jeglicher Tür
Und legen ihn in Ketten und bringen vor mir
Und fragen: Welchen sollen wir töten?
Und an diesem Mittag wird es still sein am Hafen
Wenn man fragt, wer wohl sterben muss.
Und dann werden Sie mich sagen hören: Alle!
Und wenn dann der Kopf fällt, sag ich: Hoppla!

 
‘Ik begrijp nu wat u bedoelt. De aanpak van de heer al-Baghdadi, kalief te Irak en Syrië, met betrekking tot andersdenkenden wordt hier nauwkeurig door Bertolt Brecht beschreven.’
‘Precies. Ik  zie nu overal Jennys. Geminacht of – misschien nog wel erger – veronachtzaamd doen ze stilletjes hun werk en onderwijl dromen ze van de grote afrekening.’

‘Bent u nu niet al te somber?’
‘Ik hoop het, maar ik zie overal de bloeddorst groeien.’

***********************************
De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl


© 2014 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Hoppla! De terugkeer van Zeerover Jenny Willem Minderhout
1118BS Jenny‘Mooi lied is dat. Brecht?’
‘Ja, dat is een lied van Bertolt Brecht op muziek van Kurt Weil uit de Dreigroschenoper. Een echte klassieker. Iedereen heeft het gezongen van Lotte Lenya tot Hildegard Knef. Zelfs Corry Brokken heeft het gezongen. Het is inderdaad prachtig.’
‘Waarom kijkt u dan zo bedrukt?’
‘Het zijn de tijden, denk ik. Het is net of ik het voor het eerst hoor. Of beter gezegd: alsof ik het ineens heel anders hoor.’

‘Wat bedoelt u?’
‘Luister maar eens naar de tekst. Het gaat over Jenny, een meisje dat een onbeduidend en slecht betaald baantje heeft in een goedkoop hotelletje. Terwijl ze haar werk doet fantaseert ze dat ze eigenlijk bij een bende zeerovers hoort, die haar binnenkort uit haar saaie bestaan zullen bevrijden. Met een schip met acht zeilen en vijftig kanonnen aan boord zullen ze haar op komen halen.’

‘Dat hoort u toch niet voor het eerst?’
‘Ja, maar vroeger zag ik dat als een metafoor voor de arbeidersklasse die droomt van de bevrijding. Of, luister maar eens naar de versie van Nina Simone, van de zwarte emancipatie in de Verenigde Staten.’

‘Nu niet meer?’
‘Nee, de metafoor is werkelijkheid geworden. Luister maar eens naar het laatste couplet. Als de zeerovers eenmaal gekomen zijn zullen ze aan Jenny vragen wat ze met de bewoners van haar havenstadje moeten doen. En dan zegt ze … Ach, luister zelf maar

Und es werden kommen hundert den Mittag an Land
Und werden in den Schatten treten
Und fangen einen jeglichen aus jeglicher Tür
Und legen ihn in Ketten und bringen vor mir
Und fragen: Welchen sollen wir töten?
Und an diesem Mittag wird es still sein am Hafen
Wenn man fragt, wer wohl sterben muss.
Und dann werden Sie mich sagen hören: Alle!
Und wenn dann der Kopf fällt, sag ich: Hoppla!

 
‘Ik begrijp nu wat u bedoelt. De aanpak van de heer al-Baghdadi, kalief te Irak en Syrië, met betrekking tot andersdenkenden wordt hier nauwkeurig door Bertolt Brecht beschreven.’
‘Precies. Ik  zie nu overal Jennys. Geminacht of – misschien nog wel erger – veronachtzaamd doen ze stilletjes hun werk en onderwijl dromen ze van de grote afrekening.’

‘Bent u nu niet al te somber?’
‘Ik hoop het, maar ik zie overal de bloeddorst groeien.’

***********************************
De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl
© 2014 Willem Minderhout
powered by CJ2