|
Een paar dagen terug kregen de vaste bezoekers van Filmhuis Den Haag een
mooi strak mailtje toegestuurd met de koptekst: ‘Films gemist op het
IFFR? Geen nood! Want niet alleen deze week maar ook de komende maanden
draaien wij verschillende festivaltoppers. Kun je ze alsnog zien!’ Dit
werd gevolgd door wel 12 filmtitels met evenzovele foto’s en een rake
beschrijving van thema, perscommentaar, Oscarnominaties en
festivalprijzen.
Zo doe je dat. Het Filmhuis draait niet zomaar
artistiekerige probeersels, maar onvervalste Festivaltoppers. Van het
IFFR! Daar kun je mee voor de dag komen, net zoals met Cannes, Venetië
of Berlijn. De filmliefhebber die het te druk had (of misschien het
bestaan van het festival uit het oog was verloren), kan nu op zijn gemak
de schade inhalen.
We mogen aannemen dat niet alleen Filmhuis
Den Haag aldus zijn voordeel met IFFR doet. En met uitzondering van de
lichtvaardig gebruikte term ‘festivaltoppers’, is de propaganda niet in
strijd met de werkelijkheid. Op dit moment hebben de Nederlandse
filmdistributeurs al ruim 30 titels van de laatste festivaleditie
aangekocht, en dit aantal zal zeker nog stijgen. Of hij dat nu beseft of
niet, de trouwe arthousebezoeker ziet per jaar meer festivalfilms dan
iemand die bij wijze van uitje een dagje Rotterdam doet en daar twee of
drie IFFR-films meepakt.
De eerste film die het bioscoopcircuit
opfleurt heeft de pakkende titel The Selfish Giant. Tijdens het Leidse
festival van november 2013 beleefde deze Britse productie al een
‘stiekeme’, eenmalige vertoning, maar dat hebben toen alleen de 180
bezoekers opgemerkt. Inmiddels is de film in Cannes bekroond tot Beste
Europese film van 2013, en dat is geheel terecht.
Het verhaal is
gesitueerd in Bradford, het soort troosteloze industriestadje waar
Engeland patent op heeft. Hoofdpersonen zijn twee dertienjarige jongens.
De iele Arbor is een regelrecht ADHD-geval, die vrijwel permanent op
het punt lijkt te staan in een driftaanval uit te barsten. Swifty, een
kop groter en met een gelijkmatiger karakter, is de enige die een
kalmerende invloed op hem heeft. Wanneer het tweetal na het zoveelste
incident door de schoolleiding geschorst wordt, benutten ze hun
onverwachte vakantie om gestolen staaldraad te verkopen aan een
criminele schroothandelaar. Als deze toevallig ontdekt dat Swifty meer
verstand van renpaarden heeft dan de huidige jockey die hij gebruikt
voor zijn illegale paardenraces, schopt hij de jongen zonder pardon de
laan uit en bombardeert Swifty tot diens opvolger.
The Selfish
Giant is beslist geen feelgood-movie. Vooral het slot komt hard aan,
zelfs voor de kijker die al lang begreep dat het verhaal niet op een
happy end afkoerste. De film is nog rauwer dan het werk van erkende
kitchen sink-specialisten als Mike Leigh en Ken Loach in hun meest
zwartgallige momenten. De overige drie bioscooppremières zijn van
minder allooi. Dat de gay-thriller L’inconnu du lac in Cannes de Roze
Palm in ontvangst mocht nemen, wekt geen verbazing. Wél dat het
gerespecteerde filmblad Cahiers du Cinéma het drama uitriep tot beste
film van 2013. Je weet soms niet wat die Fransen bezielt.
Een
pittoresk strandje aan een meer dient als ontmoetingsplaats voor
homoseksuele mannen. Vrijwel iedereen komt er voor de herenliefde.
Alleen de heteroseksuele nieuwkomer Henri, sinds kort gescheiden van
zijn vrouw, bezoekt het strand om wat aanspraak te hebben tijdens zijn
zonnebad. Wanneer aan het eind van een lome dag vrijwel iedereen naar
huis is, ziet badgast Franck hoe van twee in het water stoeiende mannen
er één niet meer bovenkomt. Moord, maar waarom? Je zou verwachten dat
Franck de politie inlicht. Het blijkt echter dat hij verliefd is op de
moordenaar en bereid is zijn moreel besef tot nader order te negeren. De
film is best spannend, maar regisseur Alain Guiraudielaat laat het
psychologische puzzelwerk volledig aan de kijker over. We moeten
aannemen dat de redactie van de Cahiers du cinéma vele uren over de
toedracht heeft gediscussieerd en daaruit een intellectuele voldoening
peurde zoals alleen de Fransen dat kunnen.
De Amerikaan Jim
Jarmusch maakt al 30 jaar sympathieke films. Het is alleen jammer dat ze
er niet beter op worden. Terwijl de personen in zijn doorbraakfilm
Stranger than Paradise een innemend soort wereldvreemdheid aan de dag
legden, komen anno nu de protagonisten van Only Lovers Left Alive bijna
om in hun eigen sophistication. De vampiers Adam (Tom Hiddleston) en Eve
(Tilda Swinton) hebben een al eeuwenoude latrelatie. Adam is een
muzikaal genie en heeft lang geleden zelfs Schubert een leuke compositie
cadeau gedaan. Eve ontbeert deze kunstzinnige gave. Ze kan echter wel
snel lezen door in enkele seconden met haar vinger over een geschreven
tekst te wrijven, als op een laptop. En dan hebben ze nog een oude
vriend, Christopher Marlowe, die onder het pseudoniem William
Shakespeare een paar aardige toneelstukken heeft geschreven.
Het leven van een ondode is vandaag de dag geen pretje, omdat het bloed
van de meeste stervelingen te vervuild is om risicoloos te consumeren.
Wat nu gedaan? Dit klinkt spannender dan het is. De film van ruim twee
uur bevat één onderhoudend kwartiertje, wanneer het onbesuisde zusje van
Eve op het toneel verschijnt. Daarna kabbelt het verhaal weer voort,
op weg naar een vampiervriendelijk einde. In veel commentaren kom je de
mening tegen dat Jarmusch een intelligent spel speelt met het genre, of
woorden van gelijke strekking. Dat is een eufemisme voor de constatering
dat er nauwelijks iets gebeurt dat de moeite van het kijken waard is.
De
laatste film die ik zag van de Chinese meestercineast Jia Zhang-ke was
24 City, uit 2008. In een wonderlijke mengeling van feit en fictie
(bijvoorbeeld met gebruikmaking van zowel authentieke- als
nepinterviews) toont hij hoe onder invloed van het kapitalisme een
aftandse fabriek van vliegtuigmotoren het veld moet ruimen voor een luxe
woonwijk, compleet met school en bioscoop. Het enige dat in A Touch of
Sin daaraan herinnert, is de mozaïekstructuur. Tot verbazing van vooral
zijn Aziatische critici gaat de beschaafde regisseur dit keer eens
lekker los in een viertal filmfragmenten die hij heeft geplukt van een
Chinese Twittervariant. In drie verhalen leidt iemands frustratie met
en/of vervreemding van het dagelijks leven tot een indrukwekkende
geweldsexplosie, terwijl in het vierde fragment de hoofdpersoon de eer
aan zichzelf houdt en zich van een flatgebouw stort. Kijkers die het
eerdere werk van de regisseur niet kennen, weten uiteraard niet dat Jia
gerekend wordt (of werd) tot de kopstukken van de Chinese cinema. Het
kan verkeren.
Natuurlijk zegt deze selectie van vier films (uit
een aanbod van ruim aanbod van ruim 200) niets over de kwaliteit van het
totale festival. Evenmin kan men eruit concluderen dat de distributeurs
bij voorkeur rommel selecteren voor vertoning in reguliere
bioscoopvoorstellingen. Behalve The Selfish Giant heb ik nog vier andere
meer dan verdienstelijke films op het festival gezien die in de loop
van dit jaar de filmtheaters zullen aandoen: Suzanne, Qissa, Sacro GRA
en Eastern Boys. (Als u dan toch een gay-film wil zien, is dit de beste
keus die u kunt maken.) Minstens zo belangrijk is dat van de
bioscoopkandidaten minstens vier stuks hoog op mijn lijstje ‘nog te
zien’ prijken: Nebraska, Her, Ida, en Die Frau des Polizisten.
Maar
het zou te makkelijk zijn, hieruit te concluderen dat de distributeurs
het festival grondig hebben uitgemolken. Zo heb ik bij mijn
festivalselectie nog meer dan anders gelet op filmmakers aan wier
eerdere werk ik goede herinneringen bewaar. De Japanner Kurosawa
Kiyoshi bijvoorbeeld, wiens tv-miniserie Shokuzai deze zomer als
speelfilm werd vertoond en die nu als vanouds uitpakt in de griezelfilm
Real. Of de eveneens Japanse filmer Yabashita Nobuhiro, die in 2005 een
onwaarschijnlijke culthit scoorde met de meidenfilm Linda Linda Linda.
Nu was hij terug met de vader-dochterkomedie Tamako in Moratorium.
Totaal onvergelijkbaar, maar minstens zo goed. En de IJslandse regisseur
Ragnar Bragason die in 2007 het festival veroverde met het tweeluik
Children en Parents, bleek nog steeds even briljant in de muziekfilm
Metalhead. Ik wil maar zeggen: filmdistributeurs hebben de wijsheid niet in pacht. Wie een beetje thuis is op filmterrein zal
persoonlijk naar Rotterdam moeten om zijn favoriete programma te kunnen
bijwonen.
-------------------------------------------- De Leunstoel wordt uitgegeven door: Het Genootschap De Leunstoel. Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
|
|