archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 11
19 december 2013
Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Urlaub auf Rügen (1) Thomas van der Steen

1105BZ RugenOoit zag ik een documentaire over KdF ( Kraft durch Freude ): Hitlers reisbureau. Ik zag knokige, en vooral witte Duitsers, onwennig vakantie vierend in vooroorlogs en zonnig Italië. Ook zag ik een immens cruiseschip afmeren in de haven van Madeira. De Wilhelm Gustloff, de drijvende trots van Nazi-Duitsland eindigde begin 1945 op de bodem van de zee, getorpedeerd door een Russische onderzeeër. De 9000 oorlogsvluchtelingen - voornamelijk vrouwen en kinderen - verdronken allemaal: ‘s werelds grootste scheepsramp. Maar het eigenaardigste vond ik wel het Seebad Prora-project op het eiland Rügen. Daar wilde de dictator zijn vlijtigste arbeiders vakantie laten vieren en dat met zijn 20.000-en tegelijk. Tot op de dag van vandaag is ‘der Koloss von Prora’, het langste gebouw ter wereld. Daar wilde ik nou weleens langsfietsen, langs een hotel van 4,5 kilometer!

Vanuit mijn FEWO ( Ferienwohnung, sorry, Duitsers hebben zo hun eigenaardigheden ) is het 2 minuten lopen naar de fietsverhuurder. Voor een luttele 6 euro heb ik voor de hele dag een degelijk karretje tot mijn beschikking. Ik probeer zoveel mogelijk over rustige fietspaden te rijden. Maar de infrastructuur voor wielrijders laat te wensen over. Aan het begin van de trip is het hemels: kleine dorpjes met schattige kerkjes en dito begraafplaatsen, glooiende velden met paars bloeiende klaver en landelijke rust. Maar om aan de kust te komen moet ik over de zogenaamde B196, de belangrijkste verkeersader van het eiland. De weg is totaal niet berekend op fietsers, en de automobilisten nog minder. Ze rijden te hard en te dicht langs me.

Bij Sellin kan ik gelukkig van de Bundesstrasse af, de Wilhelmsallee op. Een brede weg met aan weerszijden prachtige huizen met witgeschilderd houtsnijwerk. Ze hebben allemaal een naam, van Villa Annika tot Villa Zoë. Bij zee gekomen stap ik verbaasd af. In de diepte ligt het strand met honderden voor de Oostzee zo specifieke strandstoelen. Een ellenlange pier strekt zich tot ver in de zee. De strandcultuur van de Duitse Oostzee in één beeld gevangen.

Het witte gebouw dat dwars op de pier staat ziet er uit als een bruidstaart. Ongetwijfeld kitsch maar dan wel authentieke kitsch. Om er te komen moet je een lange trap af, maar links van de trap is een lift. Het wordt almaar mooier, een houten lift, eigenlijk een cabine op een tandrad, uit 1901. Tijdens de afdaling heb ik een meesterlijk uitzicht over de zee. Hier een stralende zon, in de verte krijtrotsen, hun wit bedreigd door duistere onweerswolken. Als ik de pier oploop begint het te spetteren. In het restaurant eet ik mijn lunch, ‘currywurst mit pommes’, Duits cultureel erfgoed. De pier en zijn restaurant zijn van eind 19e eeuw, maar door ijsgang vernietigd in 1942. Na ‘die Wende’ weer in originele staat gebracht. Na het eten loop ik naar het einde van de 500 meter lange pier. Daar kun je in een duikklok samen met 20 anderen tot op de bodem van de zee zinken. Claustrofobie speelt al op als ik een duikbril op heb dus deze excursie sla ik maar over.

Als ik weer op mijn fiets zit begint het echt te regenen. De wolken drijven boven zee en maar een klein stukje landinwaarts. Om Prora te bereiken moet ik eigenlijk langs de kust noordwaarts. Door het bos is om, maar droog. Ik moet afgaan op mijn richtingsgevoel. Langs de kleine bospaadjes geen bord, pijl of paddenstoel te bekennen. Mensen kom ik, op een hippiestelletje na, überhaupt niet tegen. Als ik het bos verlaat stel ik opgelucht vast dat ik in Binz ben. Net als Sellin een echte badplaats maar veel moderner. Het pas gerestaureerde Kurhaus is roomwit met baksteenrode daken. Langs het strand loopt een promenade met winkeltjes, hotels en weer veel van die klassieke witte villa’s. Er wordt gewandeld, gekuierd, geslenterd maar vooral geflaneerd. Het is een raadsel wat zoveel Duitsers aan onze kust zoeken: hier is veel meer allure.
Als ik Binz verlaat fiets ik op de Proraerstrasse. Mijn doel, dat krankzinnige, reusachtige bouwwerk kan niet ver meer zijn.

*****************************
De foto is gemaakt door de schrijver


© 2013 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Urlaub auf Rügen (1) Thomas van der Steen
1105BZ RugenOoit zag ik een documentaire over KdF ( Kraft durch Freude ): Hitlers reisbureau. Ik zag knokige, en vooral witte Duitsers, onwennig vakantie vierend in vooroorlogs en zonnig Italië. Ook zag ik een immens cruiseschip afmeren in de haven van Madeira. De Wilhelm Gustloff, de drijvende trots van Nazi-Duitsland eindigde begin 1945 op de bodem van de zee, getorpedeerd door een Russische onderzeeër. De 9000 oorlogsvluchtelingen - voornamelijk vrouwen en kinderen - verdronken allemaal: ‘s werelds grootste scheepsramp. Maar het eigenaardigste vond ik wel het Seebad Prora-project op het eiland Rügen. Daar wilde de dictator zijn vlijtigste arbeiders vakantie laten vieren en dat met zijn 20.000-en tegelijk. Tot op de dag van vandaag is ‘der Koloss von Prora’, het langste gebouw ter wereld. Daar wilde ik nou weleens langsfietsen, langs een hotel van 4,5 kilometer!

Vanuit mijn FEWO ( Ferienwohnung, sorry, Duitsers hebben zo hun eigenaardigheden ) is het 2 minuten lopen naar de fietsverhuurder. Voor een luttele 6 euro heb ik voor de hele dag een degelijk karretje tot mijn beschikking. Ik probeer zoveel mogelijk over rustige fietspaden te rijden. Maar de infrastructuur voor wielrijders laat te wensen over. Aan het begin van de trip is het hemels: kleine dorpjes met schattige kerkjes en dito begraafplaatsen, glooiende velden met paars bloeiende klaver en landelijke rust. Maar om aan de kust te komen moet ik over de zogenaamde B196, de belangrijkste verkeersader van het eiland. De weg is totaal niet berekend op fietsers, en de automobilisten nog minder. Ze rijden te hard en te dicht langs me.

Bij Sellin kan ik gelukkig van de Bundesstrasse af, de Wilhelmsallee op. Een brede weg met aan weerszijden prachtige huizen met witgeschilderd houtsnijwerk. Ze hebben allemaal een naam, van Villa Annika tot Villa Zoë. Bij zee gekomen stap ik verbaasd af. In de diepte ligt het strand met honderden voor de Oostzee zo specifieke strandstoelen. Een ellenlange pier strekt zich tot ver in de zee. De strandcultuur van de Duitse Oostzee in één beeld gevangen.

Het witte gebouw dat dwars op de pier staat ziet er uit als een bruidstaart. Ongetwijfeld kitsch maar dan wel authentieke kitsch. Om er te komen moet je een lange trap af, maar links van de trap is een lift. Het wordt almaar mooier, een houten lift, eigenlijk een cabine op een tandrad, uit 1901. Tijdens de afdaling heb ik een meesterlijk uitzicht over de zee. Hier een stralende zon, in de verte krijtrotsen, hun wit bedreigd door duistere onweerswolken. Als ik de pier oploop begint het te spetteren. In het restaurant eet ik mijn lunch, ‘currywurst mit pommes’, Duits cultureel erfgoed. De pier en zijn restaurant zijn van eind 19e eeuw, maar door ijsgang vernietigd in 1942. Na ‘die Wende’ weer in originele staat gebracht. Na het eten loop ik naar het einde van de 500 meter lange pier. Daar kun je in een duikklok samen met 20 anderen tot op de bodem van de zee zinken. Claustrofobie speelt al op als ik een duikbril op heb dus deze excursie sla ik maar over.

Als ik weer op mijn fiets zit begint het echt te regenen. De wolken drijven boven zee en maar een klein stukje landinwaarts. Om Prora te bereiken moet ik eigenlijk langs de kust noordwaarts. Door het bos is om, maar droog. Ik moet afgaan op mijn richtingsgevoel. Langs de kleine bospaadjes geen bord, pijl of paddenstoel te bekennen. Mensen kom ik, op een hippiestelletje na, überhaupt niet tegen. Als ik het bos verlaat stel ik opgelucht vast dat ik in Binz ben. Net als Sellin een echte badplaats maar veel moderner. Het pas gerestaureerde Kurhaus is roomwit met baksteenrode daken. Langs het strand loopt een promenade met winkeltjes, hotels en weer veel van die klassieke witte villa’s. Er wordt gewandeld, gekuierd, geslenterd maar vooral geflaneerd. Het is een raadsel wat zoveel Duitsers aan onze kust zoeken: hier is veel meer allure.
Als ik Binz verlaat fiets ik op de Proraerstrasse. Mijn doel, dat krankzinnige, reusachtige bouwwerk kan niet ver meer zijn.

*****************************
De foto is gemaakt door de schrijver
© 2013 Thomas van der Steen
powered by CJ2