|
Het was dezelfde dag dat onze nieuwe televisie werd
gebracht. Twee mannen van de plaatselijke elektronicazaak stonden rond de
middag met een enorme doos voor de deur. Philips stond erop, met grote blauwe
letters. Mijn moeder deed open en slaakte een kreet, hij was er: de televisie. Het
was passen en meten om de doos onbeschadigd door de smalle gang de kamer in te
loodsen. Deze zijde boven schreeuwde
de sticker op elke kant van het ongeveer vierkante karton. De doos werd voorzichtig
uitgepakt. De kamer lag vol verpakkingsmateriaal, maar daartussenuit kwam een
houten kast tevoorschijn die ternauwernood paste op het oude theetafeltje dat
voor onze nieuwe televisie was gereserveerd. Mijn vader had aan de linkerzijde
al een luidspreker bevestigd waar de Draadomroep
door naar buiten zou schallen. Een compleet muziek- en beeldmeubel avant la
lettre.
De mannen hadden nog een stuk plastic bij zich
waarin de antenne zat gerold. Een langwerpig lichtmetalen dubbele stang, die zo
hoog mogelijk in of op het huis gemonteerd moest worden. Mijn vader was al op
de hoogte en had antennesnoer aangelegd van beneden vanaf het theetafeltje,
via gaten in het plafond en door het kozijn van mijn slaapkamer naar buiten
omhoog het dak op. Zo ook mijn vader. Het waaide met windstoten, het was een gewaagde
klus, zijn jas en das wapperden als vlaggen op ons huis. Hij hield zich
staande, scheef geleund tegen de schoorsteen, waaraan de antenne bevestigd ging
worden. Als een rij middeleeuwse brandweermannen stonden wij op een rij om door
te geven dat de antenne nog iets gedraaid moest worden. We hadden wat minder
mannen nodig, want geluid draagt immers verder dan emmers water. Mijn moeder voor de televisie, mijn zusje
onder aan de trap en ik boven met mijn hoofd afwisselend in, voor de orders van
beneden en uit het raam roepend naar mijn vader dat de antenne nog iets moest
worden gedraaid. En vervolgens de weg terug, “dat ie nu hopelijk wel goed stond”.
Onze nieuwe televisie met een grote ronde knop aan
de zijkant die nog geen dienst deed omdat wij alleen Nederland konden ontvangen
vanwege die kleine antenne. Onze overbuurvrouw was een Duitse mevrouw, op hun
dak stond een fiere antenne met allerlei zijsprieten, want Duitsland moest
bereikt worden en daar hadden ze ook al meer netten. Aan de voorkant van het
toestel een serie knopjes, waarvan niemand wist waar ze voor dienden, op het
meest linkse knopje na, dat na een tijdje ging hangen omdat hiermee de
televisie aan en uit gezet kon worden. De-hard-en-zacht-knop zat half verzonken
naast de knopjes. We vonden die pas na het lezen van de handleiding.
De volgende morgen zat ik voor de televisie. Ik keek
naar het lege scherm en hoorde het apparaat nog natikken. Mijn ouders hadden zo
lang mogelijk gekeken en het leek of het nog warm aanvoelde en langzaam aan het
afkoelen was. Het was een mooi apparaat in een lichthouten kleur en ik genoot al
bij de gedachte dat ik niet meer naar de overburen hoefde om nu eindelijk thuis
mijn favoriete programma te zien.
Terwijl ik daar zo zat kwam mijn vader de deur binnen
met een ernstig gezicht. Hij moest mij iets vertellen. Tijdens de eerste
uitzending die ze hadden gezien was er een bericht uit de Verenigde Staten. Er
was daar iets verschrikkelijks gebeurd en de hele avond hadden ze zitten
wachten op verder nieuws. En dat kwam uiteindelijk.
Wij kregen onze eerste televisie op dezelfde dag dat
J.F.Kennedy in Dallas werd vermoord.
******************************
Het
plaatje is gemaakt door Henk Klaren
|
|