|
Een
kookboek natuurlijk. Want zo’n heerlijk overbodig, veel te duur boek met
glanzende foto’s om van te watertanden, dat koop je toch niet voor jezelf? Een
merkwaardig soort calvinisme houdt me tegen om zo’n groot dik boek helemaal
voor mij alleen te kopen.
Om
te beginnen kan je niet kiezen, je kan toch moeilijk thuiskomen met en
de nieuwe Ottolenghi, en de prijswinnende Polpo, en De Smaken van
Spanje van Claudia Roden (met prachtig blauw omslag) onder je arm? En je weet
dat je waarschijnlijk maar hooguit twee of drie recepten gaat maken uit zo’n
boek; dat heeft de ervaring geleerd. Een kookboek is meer iets om te hebben dan
om te gebruiken. Het
gaat om het bladeren, het genieten van de plaatjes, de voorpret over de diners
die je allemaal gaat bereiden, de vakanties die je binnenkort gaat maken.
Dromen, fantaseren, watertanden, dat doe je bij het lezen van een kookboek.
Gelukkig
moet een mens af en toe een cadeau kopen en als de ontvanger een foody is, is
dat een makkelijke opdracht. Zeker dit seizoen, want er is een aantal geweldige
kookboeken verschenen als ik de recensies in de kranten mag geloven. Wat
maakt een kookboek een goed kookboek is de vraag. Ik schreef hier een
paar jaar geleden dat een recept duidelijk moet zijn en makkelijk te volgen
voor iemand die wel eens gekookt heeft. Jonah Freud, eigenaar van de
Kookboekhandel in Amsterdam, gaat twee stappen verder: ‘Je moet het zo
opschrijven dat iedere malloot het begrijpt’. Volgens haar zijn er in Nederland
maar een stuk of vijf mensen die goed een recept op kunnen schrijven. Het is
namelijk heel moeilijk om een recept goed op te schrijven, ik ondervind dat
iedere twee weken aan den lijve!
Ik
kook bijna iedere dag, maar sta er vaak helemaal niet bij stil wat ik nou eigenlijk
precies doe. Het
is zoiets als bij een choreografie, je doet argeloos een dansje en dan vraagt iemand
of je dat even op wilt schrijven. ‘Je
helt naar links en dan houd je je rechterarm boven je hoofd, ook een beetje
naar links en dan doe je je linkerbeen naar voren, een gestrekt linkerbeen’
schei uit, je kan het beter even voordoen. Daarom
vind ik al die instructiefilmpjes op youtube ook zo geweldig. Een professionele
kok of een amateur die met een serie gevulde schaaltjes in het gelid klaarstaat
om voor te doen hoe je de enige echte spaghetti a la carbonara moet
maken. Het
hele internet is trouwens een bron van recepten en productinformatie, het is
een wonder dat er toch nog zoveel kookboeken verkocht worden.
Dus
welke gaat het worden? Vrij Nederland maakte een top 40 die me deed duizelen,
maar ook watertanden. Koop
voor de visliefhebber ‘Werken met vis’ van Bart van Olpen. Voor
de Aziëliefhebber ‘Hanoi Saigon’ van de heren Youssouf of ‘De
echte Chinese keuken thuis’ van Fuchsia Dunlop. Voor
een stoere man ‘Gastrovan’ – uitgegeven door D’Jonge Hond, de naam zegt het al. De
vegetarische kookboeken komen er niet zo goed vanaf, maar er zijn genoeg mooie half-vegetarische
boeken, en goede boeken over groente zoals ‘De Groentebijbel’ van Mari Maris.
Misschien krijg ik die wel cadeau vanavond. Dan ga ik nu in de winkel ‘Polpo’
van Russell Norman bekijken, en wie weet ook kopen…
Een
eenvoudig receptje heeft de lezer nu wel verdiend. Het komt uit de pocket ‘The
complete book of pasta’ uit 1975 waar ik zeker meer dan tien recepten uit heb gemaakt
(er staan er meer dan tweehonderd in).
Bucatini
met ansjovis
In
Napels eet je dit op kerstavond omdat 24 december daar een soort vastendag
(giorno di magro) is waarop je geen vlees eet.
Voor
2 personen 200
gram bucatini of spaghetti schepje
zout blikje
ansjovis, of 8 gezouten ansjovisjes, in stukken gesneden drie
eetlepels olijfolie versgemalen
zwarte peper kwart
bos peterselie, gewassen en zeer fijn gesneden.
Zet
een ruime pan water op, breng aan de kook, doe eerst het zout, dan de pasta
erin. Kijk voor de kooktijd op het pak, voor dit recept moet de pasta al dente
zijn. Af en toe roeren. De
ansjovis licht aanbakken in een koekenpan met een beetje olie. Pasta
snel afgieten (zorg dat er wat water aan blijft hangen) en in de koekenpan bij
de visjes doen, omroeren op zacht vuur. Flink veel peper en de peterselie
erdoor roeren. Als laatste nog een scheutje olie erbij. Mijn
persoonlijke touch: een theelepeltje sambal brandal erdoor. Als je het in huis
hebt, doen. Een eenvoudige rode of witte wijn erbij.
Op
naar de kerst!
*********************************** De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl
|
|