archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 11
5 december 2013
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
De muur van mijn opa Bas Geeraets

1104BS Sabel

Later zou ik alles op alles zetten om schrijver te worden, maar op dat moment had ik geen vastomlijnde wensen voor de toekomst. Vage ideeën waren gebaseerd op een gevoel – de mogelijkheden van kinderboeken, niet meer dan dat. Het waren tijden dat de achtertuin nog geheimen voor je had, dat een vergrootglas en een felle zon de eindeloze zomer nog op konden leuken. De wereld was nog zo klein, ook met alle ongekende mogelijkheden. De toekomst was beperkt tot de komende avond of misschien die volgende dag. Je keek alleen verder bij een naderende verjaardag, kerstmis, Pasen of Sinterklaas. Toekomst was er niet. Wat er wel was ...

…de kamer van mijn opa en oma. Ik mors een klodder ketchup op mijn T-shirt en ik denk eraan. Dat hele geestesoog heeft de kamer meteen op het netvlies. De elektrische kachel, de vloerbedekking, het kristallen schaaltje met snoepjes, de stoelen, de tafel en de loodzware kast die inmiddels – wit geschilderd en al – op de kamer van mijn eigen zoon staat, inclusief alle ornamenten. Het is een gedeelte van mijn jeugd dat bij vlagen terug komt. En terecht.

Wat ik me verder van de kamer kan herinneren is de deur achter in de kamer die toegang gaf tot een kleine keuken. Een voorraadkast, met daarnaast weer een deur naar de gang, waar weer een deur was naar de huiskamer. Je kon rondjes lopen in het huis van opa en oma. De voorraadkast was natuurlijk een van de favorieten, want daar resideerde snoep. Een onuitputtelijke bron als je het destijds had gevraagd.

In de kamer kon je opa altijd vinden, de vader van mijn vader, maar in niets gelijk. Tenzij ik het mis heb. Mijn grootvader stierf toen ik 8 was, dus ik heb ze beiden nooit goed met elkaar kunnen vergelijken. Mijn vader is aanwezig, hij houdt van de aandacht, zoals ik doe. Die vergelijking mag gemaakt worden, maar opa, opa die zat achter aan de tafel. In stilzwijgen sloeg hij gade. In stilzwijgen knikte hij soms meewarig, of schudde zijn hoofd. Nu ik er over nadenk, ik kan me zijn stem niet meer herinneren, maar wel zijn aanwezigheid en zijn geur. Hij leerde me schaken, leerde mij vooruit te denken en leegte in te vullen zonder dat er iets aanwezig was. Mijn fantasie komt van hem.

Aan de schoorsteenmantel – ik moet dat niet vergeten – hing een erfstuk. Het magische erfstuk. Een stuk dat ooit van mij zou zijn, al moest ik er jaren op wachten. Ik zou het ooit bezitten. Pontificaal tekende het de rijke geschiedenis van onze familie. Het enige mannelijke aspect in de kamer die (overduidelijk) ingericht was door oma. Dat stuk, aan de schoorsteenmantel, zou gedurende de jaren zijn zoals ik mijn opa herinner. In stilzwijgen hangt een sabel uit de Eerste Wereldoorlog aan de mantel, hij slaat gade en zegt niets en in zijn stilzwijgen is hij aanwezig in zijn pracht. Aan de schoorsteenmantel hangt opa.

Helaas, zoals de geschiedenis soms vertroebeld raakt, hoe je dingen, waarvan je stelt ze nooit te zullen vergeten, toch vergeet, zo verloor ik het erfstuk. Een klodder ketchup echter, brengt me er wederom naar terug.

‘Het is voor jou’, zo zei mijn grootmoeder, 'voor jou.'

Zwijgend zie ik mijn opa kijken, zijn ogen zijn warm, hij heeft geen stem meer – die ben ik al jaren kwijt. Hij kijkt op me neer en ik voel zijn hand op mijn schouder dalen. Een flauwe glimlach, nauwelijks waarneembaar de knik.

Het sabel is van mij, daar in mijn troebele geschiedenis. Het hangt daar gewoon aan de muur, voor het grijpen als ik er aan denk.



© 2013 Bas Geeraets meer Bas Geeraets - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
De muur van mijn opa Bas Geeraets
1104BS Sabel

Later zou ik alles op alles zetten om schrijver te worden, maar op dat moment had ik geen vastomlijnde wensen voor de toekomst. Vage ideeën waren gebaseerd op een gevoel – de mogelijkheden van kinderboeken, niet meer dan dat. Het waren tijden dat de achtertuin nog geheimen voor je had, dat een vergrootglas en een felle zon de eindeloze zomer nog op konden leuken. De wereld was nog zo klein, ook met alle ongekende mogelijkheden. De toekomst was beperkt tot de komende avond of misschien die volgende dag. Je keek alleen verder bij een naderende verjaardag, kerstmis, Pasen of Sinterklaas. Toekomst was er niet. Wat er wel was ...

…de kamer van mijn opa en oma. Ik mors een klodder ketchup op mijn T-shirt en ik denk eraan. Dat hele geestesoog heeft de kamer meteen op het netvlies. De elektrische kachel, de vloerbedekking, het kristallen schaaltje met snoepjes, de stoelen, de tafel en de loodzware kast die inmiddels – wit geschilderd en al – op de kamer van mijn eigen zoon staat, inclusief alle ornamenten. Het is een gedeelte van mijn jeugd dat bij vlagen terug komt. En terecht.

Wat ik me verder van de kamer kan herinneren is de deur achter in de kamer die toegang gaf tot een kleine keuken. Een voorraadkast, met daarnaast weer een deur naar de gang, waar weer een deur was naar de huiskamer. Je kon rondjes lopen in het huis van opa en oma. De voorraadkast was natuurlijk een van de favorieten, want daar resideerde snoep. Een onuitputtelijke bron als je het destijds had gevraagd.

In de kamer kon je opa altijd vinden, de vader van mijn vader, maar in niets gelijk. Tenzij ik het mis heb. Mijn grootvader stierf toen ik 8 was, dus ik heb ze beiden nooit goed met elkaar kunnen vergelijken. Mijn vader is aanwezig, hij houdt van de aandacht, zoals ik doe. Die vergelijking mag gemaakt worden, maar opa, opa die zat achter aan de tafel. In stilzwijgen sloeg hij gade. In stilzwijgen knikte hij soms meewarig, of schudde zijn hoofd. Nu ik er over nadenk, ik kan me zijn stem niet meer herinneren, maar wel zijn aanwezigheid en zijn geur. Hij leerde me schaken, leerde mij vooruit te denken en leegte in te vullen zonder dat er iets aanwezig was. Mijn fantasie komt van hem.

Aan de schoorsteenmantel – ik moet dat niet vergeten – hing een erfstuk. Het magische erfstuk. Een stuk dat ooit van mij zou zijn, al moest ik er jaren op wachten. Ik zou het ooit bezitten. Pontificaal tekende het de rijke geschiedenis van onze familie. Het enige mannelijke aspect in de kamer die (overduidelijk) ingericht was door oma. Dat stuk, aan de schoorsteenmantel, zou gedurende de jaren zijn zoals ik mijn opa herinner. In stilzwijgen hangt een sabel uit de Eerste Wereldoorlog aan de mantel, hij slaat gade en zegt niets en in zijn stilzwijgen is hij aanwezig in zijn pracht. Aan de schoorsteenmantel hangt opa.

Helaas, zoals de geschiedenis soms vertroebeld raakt, hoe je dingen, waarvan je stelt ze nooit te zullen vergeten, toch vergeet, zo verloor ik het erfstuk. Een klodder ketchup echter, brengt me er wederom naar terug.

‘Het is voor jou’, zo zei mijn grootmoeder, 'voor jou.'

Zwijgend zie ik mijn opa kijken, zijn ogen zijn warm, hij heeft geen stem meer – die ben ik al jaren kwijt. Hij kijkt op me neer en ik voel zijn hand op mijn schouder dalen. Een flauwe glimlach, nauwelijks waarneembaar de knik.

Het sabel is van mij, daar in mijn troebele geschiedenis. Het hangt daar gewoon aan de muur, voor het grijpen als ik er aan denk.

© 2013 Bas Geeraets
powered by CJ2