archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 11
31 oktober 2013
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
De natuur is overal in Amsterdam Katharina Kouwenhoven

1102VG Verstedelijking
Iemand schreef op de opiniepagina van de NRC dat er door de verstedelijking nooit eerder zoveel kinderen opgroeiden zonder natuur als vandaag de dag. Argumenten, laat staan feiten werden voor deze bewering niet gegeven en ik geloof er, eerlijk gezegd, niets van. Maar wie ook deze menig is toegedaan, moet in Amsterdam gaan wonen. Amsterdam telt bijna 800.000 inwoners. Meer dan 160.000 hiervan (ongeveer 20%) zijn jonger dan 19 jaar. Om te genieten van de natuur staan hen 40 parken en parkjes ter beschikking. Dat is al niet gering, maar er is nog veel meer.

Er zijn legio plantsoenen, in bijna elke buurt, en groenstroken langs wegen en vaarten. Er is het groen van Artis en van de twee horti, er is een groot bos op fietsafstand en een rivier, verschillende geenszins kleine plassen en voor wie wat verder fietst is de enige echte natuur, de zee en het strand, ook niet ver. Rondom Amsterdam ligt een schat aan volkstuincomplexen, waar je je eigen natuur kunt creëren.
Overal zijn beschermde speelplaatsjes voor kinderen, met zandbakken en klimtuig. En er zijn heel wat kleinere en grotere speeltuinen; geen natuur, maar wel buitenlucht. Vanaf bijna elke plek in de stad ben je binnen een kwartier tot een half uur de stad uit, langs de Amstel, langs het IJ, op de Zuiderzeedijk, tussen de weidevogels in de polder, langs de Nieuwe Meer of de Sloterplas, in de nieuwe natuur van Spaarnwoude en 't Twiske, langs het Noord Hollandskanaal of de Ringvaart. Het is te veel om op te noemen.

Mensen, die buiten wonen hebben meestal veel minder natuur om zich heen, want weilanden met koeien en schapen reken ik daar niet toe. Je kunt daar ook helemaal niet wandelen vanwege al dat prikkeldraad. Er moet al een bos in de buurt zijn of een plas, of je moet vlak bij zee wonen, want anders valt er niet veel te genieten.
Het valt mij trouwens altijd op dat mensen opgegroeid op het platteland vaak heel weinig van de natuur weten. Welke bomen er op hun erf staan, hoe die wilde planten heten, die zij als onkruid beschouwen, wie die weidevogels zijn die zij moeten beschermen en welke roofvogels er hun muizen vangen. Een stadsbewoner gaat met een bomen-, bloemen- en vogelgids onder de arm op stap en vertelt zijn kinderen wat voor vreemde exemplaren zij allemaal tegenkomen.

Alleen al de achtertuinen van de stad bevatten een vogelboek vol gevederde vrienden, de een nog gekker dan de ander, want vogels zijn onbegrijpelijke wezens. Wat drijft de Mees! Om van de Vlaamse Gaai nog maar te zwijgen. De krankzinnigste vogel is voor mij de aalscholver, waarvan er gelukkig steeds meer in de stad verschijnen. Die zwarte onheilsprofeet kan jou vanuit een boom als een gier observeren, aan de waterkant als een reiger zijn prooi beloeren en bijna onzichtbaar door het water klieven. Van een enorme troep aalscholvers gaat een zekere dreiging uit, maar ze doen niemand kwaad, behalve de vissers.
Er zwemmen haringen in het IJ en in de Amstel leven gigantische mosselen.
Geen natuur door de verstedelijking? Alleen als je niet om je heen kijkt.

In de zomer zwermen de vlinders door het open raam naar binnen en buitelen buiten in de schemer de vleermuisjes boven de bomen. Overal zie je de altijd vliegende gierzwaluw. En heb je een vijver in de tuin dan verschijnen er padden en kikkers en dus in het voorjaar die ontroerende kikkervisjes. Zelfs de tuinliefhebbers die hun hele tuin hebben vol gelegd met kiezeltegels krijgen nog wel eens een hagedisje te zien.
In dit jaargetijde verschijnen op de meest onwaarschijnlijke plaatsen paddenstoelen en boleten, genoeg voor een hele maaltijd en overal zijn eetbare en oneetbare vruchten en noten te oogsten. Je kunt in de stad eetbare planten plukken, stenen zoeken en zelfs schelpen verzamelen. Er zitten overal mensen te vissen, dus die zijn er ook en niet alleen voor de watervogels. Natuur in de stad? Breek me de bek niet open.
 
*****************************
De foto is gemaakt door de schrijfster


© 2013 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
De natuur is overal in Amsterdam Katharina Kouwenhoven
1102VG Verstedelijking
Iemand schreef op de opiniepagina van de NRC dat er door de verstedelijking nooit eerder zoveel kinderen opgroeiden zonder natuur als vandaag de dag. Argumenten, laat staan feiten werden voor deze bewering niet gegeven en ik geloof er, eerlijk gezegd, niets van. Maar wie ook deze menig is toegedaan, moet in Amsterdam gaan wonen. Amsterdam telt bijna 800.000 inwoners. Meer dan 160.000 hiervan (ongeveer 20%) zijn jonger dan 19 jaar. Om te genieten van de natuur staan hen 40 parken en parkjes ter beschikking. Dat is al niet gering, maar er is nog veel meer.

Er zijn legio plantsoenen, in bijna elke buurt, en groenstroken langs wegen en vaarten. Er is het groen van Artis en van de twee horti, er is een groot bos op fietsafstand en een rivier, verschillende geenszins kleine plassen en voor wie wat verder fietst is de enige echte natuur, de zee en het strand, ook niet ver. Rondom Amsterdam ligt een schat aan volkstuincomplexen, waar je je eigen natuur kunt creëren.
Overal zijn beschermde speelplaatsjes voor kinderen, met zandbakken en klimtuig. En er zijn heel wat kleinere en grotere speeltuinen; geen natuur, maar wel buitenlucht. Vanaf bijna elke plek in de stad ben je binnen een kwartier tot een half uur de stad uit, langs de Amstel, langs het IJ, op de Zuiderzeedijk, tussen de weidevogels in de polder, langs de Nieuwe Meer of de Sloterplas, in de nieuwe natuur van Spaarnwoude en 't Twiske, langs het Noord Hollandskanaal of de Ringvaart. Het is te veel om op te noemen.

Mensen, die buiten wonen hebben meestal veel minder natuur om zich heen, want weilanden met koeien en schapen reken ik daar niet toe. Je kunt daar ook helemaal niet wandelen vanwege al dat prikkeldraad. Er moet al een bos in de buurt zijn of een plas, of je moet vlak bij zee wonen, want anders valt er niet veel te genieten.
Het valt mij trouwens altijd op dat mensen opgegroeid op het platteland vaak heel weinig van de natuur weten. Welke bomen er op hun erf staan, hoe die wilde planten heten, die zij als onkruid beschouwen, wie die weidevogels zijn die zij moeten beschermen en welke roofvogels er hun muizen vangen. Een stadsbewoner gaat met een bomen-, bloemen- en vogelgids onder de arm op stap en vertelt zijn kinderen wat voor vreemde exemplaren zij allemaal tegenkomen.

Alleen al de achtertuinen van de stad bevatten een vogelboek vol gevederde vrienden, de een nog gekker dan de ander, want vogels zijn onbegrijpelijke wezens. Wat drijft de Mees! Om van de Vlaamse Gaai nog maar te zwijgen. De krankzinnigste vogel is voor mij de aalscholver, waarvan er gelukkig steeds meer in de stad verschijnen. Die zwarte onheilsprofeet kan jou vanuit een boom als een gier observeren, aan de waterkant als een reiger zijn prooi beloeren en bijna onzichtbaar door het water klieven. Van een enorme troep aalscholvers gaat een zekere dreiging uit, maar ze doen niemand kwaad, behalve de vissers.
Er zwemmen haringen in het IJ en in de Amstel leven gigantische mosselen.
Geen natuur door de verstedelijking? Alleen als je niet om je heen kijkt.

In de zomer zwermen de vlinders door het open raam naar binnen en buitelen buiten in de schemer de vleermuisjes boven de bomen. Overal zie je de altijd vliegende gierzwaluw. En heb je een vijver in de tuin dan verschijnen er padden en kikkers en dus in het voorjaar die ontroerende kikkervisjes. Zelfs de tuinliefhebbers die hun hele tuin hebben vol gelegd met kiezeltegels krijgen nog wel eens een hagedisje te zien.
In dit jaargetijde verschijnen op de meest onwaarschijnlijke plaatsen paddenstoelen en boleten, genoeg voor een hele maaltijd en overal zijn eetbare en oneetbare vruchten en noten te oogsten. Je kunt in de stad eetbare planten plukken, stenen zoeken en zelfs schelpen verzamelen. Er zitten overal mensen te vissen, dus die zijn er ook en niet alleen voor de watervogels. Natuur in de stad? Breek me de bek niet open.
 
*****************************
De foto is gemaakt door de schrijfster
© 2013 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2