archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 11
17 oktober 2013
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Nieuw Fries Museum op Zaailand Dik Kruithof

1101VG Fries1
Het nieuwe Fries Museum staat op het Zaailand, dat tien jaar geleden het grootste stadsplein van Nederland genoemd werd. De Friese architect Abe Bonnema liet bij zijn overlijden in 2001 18 miljoen euro na aan het Fries Museum met als voorwaarden bouw op of aan het Zaailand / Wilhelminaplein in Leeuwarden en de architect Hubert-Jan Henket als architect van de nieuwbouw. Provincie, Gemeente en Fries Museum hebben deze kans aangegrepen om de sterk verouderde panden aan de Tweebaksmarkt te kunnen verlaten.

Het nieuwe museum op het Zaailand is de derde nieuwbouw van Henket die deze zomer is geopend. Het is het eerste volledig nieuwe gebouw en het is een mooi museum geworden, dat goed spiegelt met het Paleis van Justitie aan de andere kant van het plein.
Er zijn drie museumverdiepingen waar in drie aparte tentoonstellingen, It Ferhaal fan Fryslan, Oud Geld en Horizonnen de verschillende kanten van de zeer uitgebreide collectie van het Fries Museum getoond worden.

It Ferhaal fan Fryslan is een nieuwe museumervaring. Het is een gebeuren waarin kijken, zien, lezen, denken en ondergaan gecombineerd worden. Het gaat om ruim honderd verhalen over onderwerpen uit de Friese geschiedenis waarmee wat bijzonders is. De volledige verhalen staan in een Verhalenboek, dat in de museumboekwinkel te koop is. In de grote zaal worden op vijf eilanden de vijf thema’s waarin de verhalen geordend zijn verbeeld. In het nieuwe Fries Museum zijn de wanden van de zalen ook heel belangrijk, bij deze zaal is op de wanden een grote doorlopende foto van het Friese landschap aangebracht waarin veel kenmerkende beelden voorkomen, zoals de toren van de dorpskerk, het paard, het water maar vooral de weidsheid en de vlakte.

Op losse eilanden in de zaal zijn de vijf thema’s: Friesland en de wereld, It beste lân fan d’ierde, Tussen droom en werkelijkheid, Waar een klein land groot in is en Rare jongens, Friezen, uitgebeeld aan de hand van een voorwerp dat voor ieder verhaal kenmerkend is. Zo loop je bij binnenkomst van de zaal tegen de beroemdste Fries aan. Er hangt een schilderij van Laurens Alma Tadema. Niet iedereen weet dat dat de beroemdste Fries aller tijden is. Dan heb je dus direct het boek nodig om op te zoeken wie hij was en waarom hij zo beroemd is geworden (Hij was omstreeks 1850 één van de beroemdste en best betaalde schilders ter wereld en hofschilder in Londen).

Bij It beste lân fan d’ierde kom je de pestbosjes tegen, stille getuigen van de veepest uit het eerste kwartaal van de 18e eeuw, toen de Friese veestapel bijna werd uitgeroeid. Dood vee moest begraven worden, dat gebeurde in een weiland, ver van de boerderij af. Een slootje erom en bomen erop geplant als teken dat die grond niet meer bruikbaar was. Er zijn er nog zeker honderd te vinden in Friesland.
In Tussen droom en werkelijkheid ontmoet je kunstenaars zoals Claudy Jongstra, die natuurlijk gekleurd vilt wereldberoemd heeft gemaakt. Ze heeft ook nog een eigen zaal in het museum en een heel groot kunstwerk van haar hand hangt achter de kassa’s op de begane grond.
Waar een klein land groot in is, dat levert natuurlijk de grootste verzameling verhalen op. Van ons koningshuis dat van Friese afkomst is, via het zwaard van Grutte1101VG Fries2 Pier die de Hollanders in de pan hakte bij Medemblik, tot de wereld beroemde Friese paarden en pootaardappelen, komt alles voorbij.
In Rare jongens die Friezen ruim aandacht voor de aparte gebruiken en tradities als Fries dammen (ook rechtuit slaan), kaatsen, skûtsjesilen en fierljeppen, naast bij voorbeeld een luxe visvergiet en begraven in een boom.
Een prachtige vernieuwde versie van het traditionele historische museum in een vormgeving die veel aandacht en tijd vraagt.

Eén verdieping hoger presenteert Jort Kelder de tentoonstelling Oud Geld, waarin hij aan de hand van vijf namen uit de gouden eeuw de rijkdom laat zien van de bovenlaag van de Friese samenleving: na Holland was Friesland in de 17e eeuw de rijkste provincie van de Republiek. Oud Geld toont in vijf zalen circa tweehonderd topstukken van het Friese erfgoed, zoals: de zilveren Poptaschat, borduurwerk in goud en zilver, kostbaar damast en portretten van de belangrijke Friese schilder Wybrand de Geest. Ter vergelijking presenteert Jort Kelder de weelde uit de hedendaagse maatschappij, zoals: een dure damestas, een Spijker-sportauto en zijn eigen exclusieve creditcard. Deze tentoonstelling laat met name de uitgebreide verzameling middeleeuwse portretten en de zilvercollectie zien.

In Horizonnen op de bovenste verdieping wordt in prachtig natuurlijk licht de verzameling moderne kunst getoond, waarin de nadruk gelegd is op het weidse landschap. Friesland heeft al een eigen museum voor schilderkunst (Belvedère in Heerenveen) en waarschijnlijk omdat het verstilde van Belvedère midden in de stad nooit bereikt kan worden, is gekozen voor een nieuwe manier van presenteren, waarbij de hele wand gebruikt wordt om het verhaal bij de schilderijen te vertellen. Het is dus wel even wennen: geen statige ruimte waarin schilderijen hangen met kleine naambordjes erbij waarop: titel, maker, jaartal en materiaal zijn vermeld maar grote witte wanden met schilderijen en met pijlen om verbanden te leggen. De onderwerpen en thema’s staan in grote letters op bijschriften die van ruime afstand nog leesbaar zijn. Ik had er al over gelezen, het kwam dus niet als een verrassing en ik vond dat het goed werkte. Mooi werk van Benner en Robert Zandvliet, veel ruimtelijk werk van minder bekende namen, maar ook van Gerhard Richter. Net als bij It Ferhaal is ook hier in de zaal gedrukte informatie over het werk te krijgen. Ik kende dat nog niet in deze vorm maar het doet prettig aan.
 
Naast de drie grote tentoonstellingen is er nog meer: Het Fries Verzetsmuseum is meegegaan en ook geheel gemoderniseerd, met onder meer makkelijk toegankelijke digitale databanken en veel verhalen. Uiteraard is de beroemde Hindelooper Stijlkamer er nog – hoewel het nu meer een museumstuk is dan een woonruimte zoals in de oude gebouwen, en er is nog speciale aandacht voor Mata Hari en voor de strijd tegen het water. Verder is er nog een aantal kleinere onderwerpen, waarvan ik de foto’s van werk van Claudy Jongstra en de zaal over het huis van Van Bonnema het mooist vond.

Informatie op www.friesmuseum.nl 
 
************************
De foto’s zijn van Dik Kruithof


© 2013 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Nieuw Fries Museum op Zaailand Dik Kruithof
1101VG Fries1
Het nieuwe Fries Museum staat op het Zaailand, dat tien jaar geleden het grootste stadsplein van Nederland genoemd werd. De Friese architect Abe Bonnema liet bij zijn overlijden in 2001 18 miljoen euro na aan het Fries Museum met als voorwaarden bouw op of aan het Zaailand / Wilhelminaplein in Leeuwarden en de architect Hubert-Jan Henket als architect van de nieuwbouw. Provincie, Gemeente en Fries Museum hebben deze kans aangegrepen om de sterk verouderde panden aan de Tweebaksmarkt te kunnen verlaten.

Het nieuwe museum op het Zaailand is de derde nieuwbouw van Henket die deze zomer is geopend. Het is het eerste volledig nieuwe gebouw en het is een mooi museum geworden, dat goed spiegelt met het Paleis van Justitie aan de andere kant van het plein.
Er zijn drie museumverdiepingen waar in drie aparte tentoonstellingen, It Ferhaal fan Fryslan, Oud Geld en Horizonnen de verschillende kanten van de zeer uitgebreide collectie van het Fries Museum getoond worden.

It Ferhaal fan Fryslan is een nieuwe museumervaring. Het is een gebeuren waarin kijken, zien, lezen, denken en ondergaan gecombineerd worden. Het gaat om ruim honderd verhalen over onderwerpen uit de Friese geschiedenis waarmee wat bijzonders is. De volledige verhalen staan in een Verhalenboek, dat in de museumboekwinkel te koop is. In de grote zaal worden op vijf eilanden de vijf thema’s waarin de verhalen geordend zijn verbeeld. In het nieuwe Fries Museum zijn de wanden van de zalen ook heel belangrijk, bij deze zaal is op de wanden een grote doorlopende foto van het Friese landschap aangebracht waarin veel kenmerkende beelden voorkomen, zoals de toren van de dorpskerk, het paard, het water maar vooral de weidsheid en de vlakte.

Op losse eilanden in de zaal zijn de vijf thema’s: Friesland en de wereld, It beste lân fan d’ierde, Tussen droom en werkelijkheid, Waar een klein land groot in is en Rare jongens, Friezen, uitgebeeld aan de hand van een voorwerp dat voor ieder verhaal kenmerkend is. Zo loop je bij binnenkomst van de zaal tegen de beroemdste Fries aan. Er hangt een schilderij van Laurens Alma Tadema. Niet iedereen weet dat dat de beroemdste Fries aller tijden is. Dan heb je dus direct het boek nodig om op te zoeken wie hij was en waarom hij zo beroemd is geworden (Hij was omstreeks 1850 één van de beroemdste en best betaalde schilders ter wereld en hofschilder in Londen).

Bij It beste lân fan d’ierde kom je de pestbosjes tegen, stille getuigen van de veepest uit het eerste kwartaal van de 18e eeuw, toen de Friese veestapel bijna werd uitgeroeid. Dood vee moest begraven worden, dat gebeurde in een weiland, ver van de boerderij af. Een slootje erom en bomen erop geplant als teken dat die grond niet meer bruikbaar was. Er zijn er nog zeker honderd te vinden in Friesland.
In Tussen droom en werkelijkheid ontmoet je kunstenaars zoals Claudy Jongstra, die natuurlijk gekleurd vilt wereldberoemd heeft gemaakt. Ze heeft ook nog een eigen zaal in het museum en een heel groot kunstwerk van haar hand hangt achter de kassa’s op de begane grond.
Waar een klein land groot in is, dat levert natuurlijk de grootste verzameling verhalen op. Van ons koningshuis dat van Friese afkomst is, via het zwaard van Grutte1101VG Fries2 Pier die de Hollanders in de pan hakte bij Medemblik, tot de wereld beroemde Friese paarden en pootaardappelen, komt alles voorbij.
In Rare jongens die Friezen ruim aandacht voor de aparte gebruiken en tradities als Fries dammen (ook rechtuit slaan), kaatsen, skûtsjesilen en fierljeppen, naast bij voorbeeld een luxe visvergiet en begraven in een boom.
Een prachtige vernieuwde versie van het traditionele historische museum in een vormgeving die veel aandacht en tijd vraagt.

Eén verdieping hoger presenteert Jort Kelder de tentoonstelling Oud Geld, waarin hij aan de hand van vijf namen uit de gouden eeuw de rijkdom laat zien van de bovenlaag van de Friese samenleving: na Holland was Friesland in de 17e eeuw de rijkste provincie van de Republiek. Oud Geld toont in vijf zalen circa tweehonderd topstukken van het Friese erfgoed, zoals: de zilveren Poptaschat, borduurwerk in goud en zilver, kostbaar damast en portretten van de belangrijke Friese schilder Wybrand de Geest. Ter vergelijking presenteert Jort Kelder de weelde uit de hedendaagse maatschappij, zoals: een dure damestas, een Spijker-sportauto en zijn eigen exclusieve creditcard. Deze tentoonstelling laat met name de uitgebreide verzameling middeleeuwse portretten en de zilvercollectie zien.

In Horizonnen op de bovenste verdieping wordt in prachtig natuurlijk licht de verzameling moderne kunst getoond, waarin de nadruk gelegd is op het weidse landschap. Friesland heeft al een eigen museum voor schilderkunst (Belvedère in Heerenveen) en waarschijnlijk omdat het verstilde van Belvedère midden in de stad nooit bereikt kan worden, is gekozen voor een nieuwe manier van presenteren, waarbij de hele wand gebruikt wordt om het verhaal bij de schilderijen te vertellen. Het is dus wel even wennen: geen statige ruimte waarin schilderijen hangen met kleine naambordjes erbij waarop: titel, maker, jaartal en materiaal zijn vermeld maar grote witte wanden met schilderijen en met pijlen om verbanden te leggen. De onderwerpen en thema’s staan in grote letters op bijschriften die van ruime afstand nog leesbaar zijn. Ik had er al over gelezen, het kwam dus niet als een verrassing en ik vond dat het goed werkte. Mooi werk van Benner en Robert Zandvliet, veel ruimtelijk werk van minder bekende namen, maar ook van Gerhard Richter. Net als bij It Ferhaal is ook hier in de zaal gedrukte informatie over het werk te krijgen. Ik kende dat nog niet in deze vorm maar het doet prettig aan.
 
Naast de drie grote tentoonstellingen is er nog meer: Het Fries Verzetsmuseum is meegegaan en ook geheel gemoderniseerd, met onder meer makkelijk toegankelijke digitale databanken en veel verhalen. Uiteraard is de beroemde Hindelooper Stijlkamer er nog – hoewel het nu meer een museumstuk is dan een woonruimte zoals in de oude gebouwen, en er is nog speciale aandacht voor Mata Hari en voor de strijd tegen het water. Verder is er nog een aantal kleinere onderwerpen, waarvan ik de foto’s van werk van Claudy Jongstra en de zaal over het huis van Van Bonnema het mooist vond.

Informatie op www.friesmuseum.nl 
 
************************
De foto’s zijn van Dik Kruithof
© 2013 Dik Kruithof
powered by CJ2