archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 11
17 oktober 2013
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De conservatieve revolutie van de PVV Ewout Klei

1101BS Maistre
Op het eerste gezicht is de PVV een conservatieve partij. De partij swaffelt met de prinsenvlag, komt op voor de joods-christelijke wortels van de Nederlandse cultuur en keert zich tegen de islam en Europa. Maar klopt deze oppervlakkige analyse wel? Is de PVV eigenlijk ook geen kind van de culturele revolutie van de jaren zestig?
 
Hoewel progressieve experimenten als Provo en D’66 ook de buitenlandse kranten haalden, viel onze culturele revolutie in het niet bij de Franse. In mei 1968 vonden de grote studentendemonstraties in Parijs plaats. Linkse studenten voerden actie onder de leus l'imagination au pouvoir, de verbeelding aan de macht. Ze hekelden de traditionele gezagsstructuren in politiek en maatschappij en wilden een gedemocratiseerde samenleving, waarin creativiteit en idealisme centraal stonden.
 
Voor hedendaagse conservatieven is mei 1968 wat 14 juli 1789 was voor negentiende-eeuwse conservatieven, een revolutionaire gebeurtenis die de sociale verhoudingen heeft omgedraaid en daarom moet worden teruggedraaid. Een volledige terugkeer naar het ancien régime, het absolutistische Frankrijk van Lodewijk XIV en het verzuilde Nederland van de jaren vijftig, is echter onmogelijk. Conservatieven willen dit ook niet. Als contrarevolutionairen zijn ze in zekere zin namelijk ook revolutionairen. Deze stelling verdient nadere uitleg.
 
De felste tegenstander van de Franse Revolutie was niet Edmund Burke en ook niet Guillaume Groen van Prinsterer, maar de aartsconservatieve Joseph de Maistre (1753-1821). Hij haatte de verworvenheden van de Franse Revolutie – democratie, de rechten van de mens, de afschaffing van de privileges van adel en kerk – en noemde ze satanisch. De staat die De Maistre voorstond leek niettemin heel erg op het Comité de salut public van Robespierre en Marat, dat verantwoordelijk was voor de terreur. Volgens De Maistre was de beul namelijk de hoeksteen van de samenleving. Zoals bij de Franse revolutionairen de beul de wil van het volk uitvoerde, zo was de beul in de ogen van De Maistre de uitvoerder van de wil van God. De beul symboliseerde de goddelijke rechtvaardigheid in de sfeer van het tijdelijke en zichtbare.
 
De negentiende-eeuwse Franse schrijver Émile Faguet vond De Maistre een rabiate reactionair en noemde hem een duistere figuur uit de Middeleeuwen. De Britse politieke filosoof Isaiah Berlin beschouwde De Maistre echter niet als een echo van het middeleeuwse verleden, maar zag in hem een voorafschaduwing van het twintigste-eeuwse totalitarisme. De Maistres haat, zijn verheerlijking van geweld en zijn pleidooi voor een dictatuur, ze waren volgens Berlin ten diepste revolutionair en uiteindelijk fascistisch.
 
Net als De Maistre is de PVV conservatief én revolutionair. De partij appelleert aan de ene kant aan het droombeeld van het vredige Nederland uit de jaren vijftig, toen geluk nog heel gewoon was, maar anderzijds is de PVV bepaald niet vies van agressieve retoriek vol haat en ressentiment. De naam Partij voor de Vrijheid is een verwijzing naar de Partij van de Vrijheid, één van de voorlopers van de VVD, maar partijideoloog Martin Bosma probeert in zijn boek 'De schijn-élite van de valse munters' tegelijkertijd de sociaaldemocratische erfenis van Willem Drees en DS’70 te annexeren. De PVV beroept zich op onze zogenaamd joods-christelijke wortels, maar de partij is voor het verbieden van de onverdoofd rituele slacht en is verantwoordelijk voor het einde van de weigerambtenaar. De partij keert zich verder tegen het antisemitisme in Nederland, maar vindt het geen probleem om met (voormalige) antisemieten samen te werken in Europa. De PVV staat ten slotte zeer kritisch tegenover het koningshuis, maar prefereert het oranje-blanje-bleu van de prinsenvlag boven het patriottische rood-wit-blauw. Wat zit hier eigenlijk achter?
 
Bepaalde standpunten van de PVV zullen ongetwijfeld ingegeven zijn uit cynisch opportunisme, machiavellisme waar Nicollò Machiavelli nog een apart hoofdstukje in Il Principe over zou hebben geschreven als hij ook van de grote blonde leider had gehoord. Het heeft er namelijk heel erg de schijn van dat de PVV alleen opkomt voor homo’s, joden en christenen als zij worden bedreigd door radicale moslims, en anders niet. Geert Wilders keert zich in de Kamer tegen de beschuldiging van fascisme, maar hij wil niet al te concreet afstand nemen van schimmige extreem-rechtse clubjes als Bloud & Honour, omdat de PVV ook hier haar stemmen vandaan haalt.
 
Belangrijker echter dan dit politieke opportunisme is het postmoderne karakter van de PVV. Waar de oude vertrouwde politieke ideologieën – het liberalisme, de sociaaldemocratie en de christendemocratie, maar ook het conservatisme (de degelijke variant althans) en het communisme – ons een coherente wereldbeschouwing willen bieden, daar schotelen Bosma en Wilders ons een ratatouille aan ideeën en vooral leuzen voor. De PVV biedt geen uitgewerkte ideologie, geen ‘groot verhaal’. De ideologie van Bosma en Wilders is beweeglijk en heeft iets willekeurigs. De Nederlandse geschiedenis en cultuur, maar ook de joods-christelijke traditie, vormen voor de PVV één grote grabbelton waaruit je leuke dingen voor rechtse mensen kunt halen.
 
De PVV wordt dikwijls fact free politics verweten. Dat is niet helemaal juist. De PVV maakt dikwijls gebruik van facts, maar die worden uit hun context gerukt en naar een nieuwe omgeving gedeporteerd, waar ze een snelle dan wel langzame dood sterven. Bij de PVV draait het niet om facts maar om frames. Het is geen partij voor boekenlezers maar voor televisiekijkers en internetreaguurders, voor mensen dus die maar kort ergens de aandacht bij kunnen houden. De PVV biedt duidelijke statements, heldere beelden, spanning en sensatie. Waar de PVV in haar strijd tegen de zogenaamde islamisering en de verdergaande Europese eenwording reactionair is, de partij wil terug naar een mythisch verleden waarin Nederland nog Nederland was, is de partij in haar manier van communiceren de andere partijen ver vooruit. Wie neemt er nog kennis van verkiezingsprogramma’s en partijprogramma’s? Het is toch veel fijner, met popcorn binnen handbereik, de politieke debatten te volgen waar oneliners je om de oren vliegen als zoete broodjes over de toonbank? De PVV kan dat veel beter dan andere partijen. De achterban van de PVV vindt het niet erg dat de partij onhaalbare voorstellen indient en verkiezingsbeloften breekt. Diederik Samsom is de minst geloofwaardige politicus van ons land, niet Geert Wilders. Dat komt omdat de PvdA in zekere zin nog hecht aan feiten en context, en de PVV helemaal niet. De PVV-kiezer is geïnteresseerd in authenticiteit, maar of deze authenticiteit ook echt is, dat is zo’n vraag waar Henk en Ingrid niet bij stil zullen staan.
 
Terug naar De Maistre. Veel ideeën van deze contrarevolutionaire filosoof waren in zijn eigen tijd al hopeloos achterhaald, en zijn nu helemaal vergeten. De macht van de adel en de kerk was na de Franse Revolutie gebroken en de inquisitie kwam nooit meer terug. Als pleitbezorger van een conservatieve revolutie – gebaseerd op haat, geweld en onderdrukking – was De Maistre echter een griezelige profeet die de verschrikkingen van de twintigste eeuw goed leek aan te voelen. De PVV verdedigt nu ook ideeën die volkomen achterhaald zijn. De nostalgie naar de jaren vijftig en Drees, het is een terugverlangen naar een Nederland dat nooit heeft bestaan en nooit meer terugkomt. Het cynische opportunisme van de PVV, het anti-intellectualisme van de partij, het verdraaien van feiten en het louter denken in beelden, dát is allemaal wel van deze tijd. Ik geloof niet zo in een terugkeer van het fascisme. Een cynisch en egoïstisch Nederland, van kunst en (multi)cultuur bevrijd, dat is mijn dystopie.
 
************************
De tekening is van Elène Klaren


© 2013 Ewout Klei meer Ewout Klei - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
De conservatieve revolutie van de PVV Ewout Klei
1101BS Maistre
Op het eerste gezicht is de PVV een conservatieve partij. De partij swaffelt met de prinsenvlag, komt op voor de joods-christelijke wortels van de Nederlandse cultuur en keert zich tegen de islam en Europa. Maar klopt deze oppervlakkige analyse wel? Is de PVV eigenlijk ook geen kind van de culturele revolutie van de jaren zestig?
 
Hoewel progressieve experimenten als Provo en D’66 ook de buitenlandse kranten haalden, viel onze culturele revolutie in het niet bij de Franse. In mei 1968 vonden de grote studentendemonstraties in Parijs plaats. Linkse studenten voerden actie onder de leus l'imagination au pouvoir, de verbeelding aan de macht. Ze hekelden de traditionele gezagsstructuren in politiek en maatschappij en wilden een gedemocratiseerde samenleving, waarin creativiteit en idealisme centraal stonden.
 
Voor hedendaagse conservatieven is mei 1968 wat 14 juli 1789 was voor negentiende-eeuwse conservatieven, een revolutionaire gebeurtenis die de sociale verhoudingen heeft omgedraaid en daarom moet worden teruggedraaid. Een volledige terugkeer naar het ancien régime, het absolutistische Frankrijk van Lodewijk XIV en het verzuilde Nederland van de jaren vijftig, is echter onmogelijk. Conservatieven willen dit ook niet. Als contrarevolutionairen zijn ze in zekere zin namelijk ook revolutionairen. Deze stelling verdient nadere uitleg.
 
De felste tegenstander van de Franse Revolutie was niet Edmund Burke en ook niet Guillaume Groen van Prinsterer, maar de aartsconservatieve Joseph de Maistre (1753-1821). Hij haatte de verworvenheden van de Franse Revolutie – democratie, de rechten van de mens, de afschaffing van de privileges van adel en kerk – en noemde ze satanisch. De staat die De Maistre voorstond leek niettemin heel erg op het Comité de salut public van Robespierre en Marat, dat verantwoordelijk was voor de terreur. Volgens De Maistre was de beul namelijk de hoeksteen van de samenleving. Zoals bij de Franse revolutionairen de beul de wil van het volk uitvoerde, zo was de beul in de ogen van De Maistre de uitvoerder van de wil van God. De beul symboliseerde de goddelijke rechtvaardigheid in de sfeer van het tijdelijke en zichtbare.
 
De negentiende-eeuwse Franse schrijver Émile Faguet vond De Maistre een rabiate reactionair en noemde hem een duistere figuur uit de Middeleeuwen. De Britse politieke filosoof Isaiah Berlin beschouwde De Maistre echter niet als een echo van het middeleeuwse verleden, maar zag in hem een voorafschaduwing van het twintigste-eeuwse totalitarisme. De Maistres haat, zijn verheerlijking van geweld en zijn pleidooi voor een dictatuur, ze waren volgens Berlin ten diepste revolutionair en uiteindelijk fascistisch.
 
Net als De Maistre is de PVV conservatief én revolutionair. De partij appelleert aan de ene kant aan het droombeeld van het vredige Nederland uit de jaren vijftig, toen geluk nog heel gewoon was, maar anderzijds is de PVV bepaald niet vies van agressieve retoriek vol haat en ressentiment. De naam Partij voor de Vrijheid is een verwijzing naar de Partij van de Vrijheid, één van de voorlopers van de VVD, maar partijideoloog Martin Bosma probeert in zijn boek 'De schijn-élite van de valse munters' tegelijkertijd de sociaaldemocratische erfenis van Willem Drees en DS’70 te annexeren. De PVV beroept zich op onze zogenaamd joods-christelijke wortels, maar de partij is voor het verbieden van de onverdoofd rituele slacht en is verantwoordelijk voor het einde van de weigerambtenaar. De partij keert zich verder tegen het antisemitisme in Nederland, maar vindt het geen probleem om met (voormalige) antisemieten samen te werken in Europa. De PVV staat ten slotte zeer kritisch tegenover het koningshuis, maar prefereert het oranje-blanje-bleu van de prinsenvlag boven het patriottische rood-wit-blauw. Wat zit hier eigenlijk achter?
 
Bepaalde standpunten van de PVV zullen ongetwijfeld ingegeven zijn uit cynisch opportunisme, machiavellisme waar Nicollò Machiavelli nog een apart hoofdstukje in Il Principe over zou hebben geschreven als hij ook van de grote blonde leider had gehoord. Het heeft er namelijk heel erg de schijn van dat de PVV alleen opkomt voor homo’s, joden en christenen als zij worden bedreigd door radicale moslims, en anders niet. Geert Wilders keert zich in de Kamer tegen de beschuldiging van fascisme, maar hij wil niet al te concreet afstand nemen van schimmige extreem-rechtse clubjes als Bloud & Honour, omdat de PVV ook hier haar stemmen vandaan haalt.
 
Belangrijker echter dan dit politieke opportunisme is het postmoderne karakter van de PVV. Waar de oude vertrouwde politieke ideologieën – het liberalisme, de sociaaldemocratie en de christendemocratie, maar ook het conservatisme (de degelijke variant althans) en het communisme – ons een coherente wereldbeschouwing willen bieden, daar schotelen Bosma en Wilders ons een ratatouille aan ideeën en vooral leuzen voor. De PVV biedt geen uitgewerkte ideologie, geen ‘groot verhaal’. De ideologie van Bosma en Wilders is beweeglijk en heeft iets willekeurigs. De Nederlandse geschiedenis en cultuur, maar ook de joods-christelijke traditie, vormen voor de PVV één grote grabbelton waaruit je leuke dingen voor rechtse mensen kunt halen.
 
De PVV wordt dikwijls fact free politics verweten. Dat is niet helemaal juist. De PVV maakt dikwijls gebruik van facts, maar die worden uit hun context gerukt en naar een nieuwe omgeving gedeporteerd, waar ze een snelle dan wel langzame dood sterven. Bij de PVV draait het niet om facts maar om frames. Het is geen partij voor boekenlezers maar voor televisiekijkers en internetreaguurders, voor mensen dus die maar kort ergens de aandacht bij kunnen houden. De PVV biedt duidelijke statements, heldere beelden, spanning en sensatie. Waar de PVV in haar strijd tegen de zogenaamde islamisering en de verdergaande Europese eenwording reactionair is, de partij wil terug naar een mythisch verleden waarin Nederland nog Nederland was, is de partij in haar manier van communiceren de andere partijen ver vooruit. Wie neemt er nog kennis van verkiezingsprogramma’s en partijprogramma’s? Het is toch veel fijner, met popcorn binnen handbereik, de politieke debatten te volgen waar oneliners je om de oren vliegen als zoete broodjes over de toonbank? De PVV kan dat veel beter dan andere partijen. De achterban van de PVV vindt het niet erg dat de partij onhaalbare voorstellen indient en verkiezingsbeloften breekt. Diederik Samsom is de minst geloofwaardige politicus van ons land, niet Geert Wilders. Dat komt omdat de PvdA in zekere zin nog hecht aan feiten en context, en de PVV helemaal niet. De PVV-kiezer is geïnteresseerd in authenticiteit, maar of deze authenticiteit ook echt is, dat is zo’n vraag waar Henk en Ingrid niet bij stil zullen staan.
 
Terug naar De Maistre. Veel ideeën van deze contrarevolutionaire filosoof waren in zijn eigen tijd al hopeloos achterhaald, en zijn nu helemaal vergeten. De macht van de adel en de kerk was na de Franse Revolutie gebroken en de inquisitie kwam nooit meer terug. Als pleitbezorger van een conservatieve revolutie – gebaseerd op haat, geweld en onderdrukking – was De Maistre echter een griezelige profeet die de verschrikkingen van de twintigste eeuw goed leek aan te voelen. De PVV verdedigt nu ook ideeën die volkomen achterhaald zijn. De nostalgie naar de jaren vijftig en Drees, het is een terugverlangen naar een Nederland dat nooit heeft bestaan en nooit meer terugkomt. Het cynische opportunisme van de PVV, het anti-intellectualisme van de partij, het verdraaien van feiten en het louter denken in beelden, dát is allemaal wel van deze tijd. Ik geloof niet zo in een terugkeer van het fascisme. Een cynisch en egoïstisch Nederland, van kunst en (multi)cultuur bevrijd, dat is mijn dystopie.
 
************************
De tekening is van Elène Klaren
© 2013 Ewout Klei
powered by CJ2