archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 17
Jaargang 10
11 juli 2013
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Nooit meer 3D Hans Knegtmans

1017VG Film
3D kijken is niet mijn ding. De eerste film die ik zag in dit format was de megahit Avatar, tijdens een kerstuitstapje in 2009 naar Madrid. De vroege voorstelling op oudejaarsavond leek me een ideaal moment om met het nieuwe procedé kennis te maken. Dat beviel maar matig. Ontegenzeggelijk kreeg ik door mijn speciale bril meer diepte te zien dan ik in de bioscoop gewend was. Omdat het echter een animatiefilm was, bleef het de vraag of die overdreven dieptedimensie inherent was aan de nieuwe techniek of dat hij alleen bij deze specifieke film hoorde.
 
Sindsdien heb ik weinig moeite gedaan om de ins en outs van het genre nader te bestuderen. Dat kwam deels omdat het in die beginperiode zeker niet de beste of interessantste films waren die op die manier werden uitgebracht. Toy Story 3 (2010) bleek zoals te verwachten een schitterende film te zijn. Maar de enige reden dat ik in december 2010 – dit keer in Barcelona! – het onbenullige Tron: Legacy bekeek, was dat het overige bioscoopaanbod in die stad ook niet overhield. En mijn volgende 3D-bezoek betrof de alom verguisde actiefilm Drive Angry, omdat daarin Nicolas Cage – een van mijn favoriete acteurs, hoe waardeloos de film ook – de hoofdrol had.
 
Ook hierna bleef mijn 3D-bezoek zeer bescheiden, maar mijn attitude tegenover het format stond inmiddels wel vast: ik zag zo op tegen een 3D-voorstelling dat ik de afgelopen maanden zelfs films waar ik normaal wél heen zou gaan, liet schieten. Iron Man 3 bijvoorbeeld, en The Great Gatsby.
 
Het belangrijkste bezwaar had ik al bij Avatar ontdekt, en dat werd er bij volgende films niet minder op. De derde dimensie – de diepte dus – is nep. De diepte die de bezoeker door zijn malle brilletje ziet, is een karikatuur van de werkelijkheid. De film World War Z (sinds 11/4 in de bioscoop) opent met een shot van hoofdpersoon Brad Pitt en zijn gezin: vrouw en twee dochtertjes. Ze zitten aan een rommelig, gezellig geïmproviseerd ontbijt. De een is al uitgegeten, de ander moet net beginnen. De helft van de moderne Amerikaanse speelfilms bevat minstens één zo’n ontbijtscène. Er is echter een levensgroot verschil tussen een 3D-ontbijt en een klassiek.
 
In 3D moet de kijker een enorme geestelijke inspanning leveren om objecten te negeren die zijn zicht op de personages achter de ontbijttafel belemmeren: props als ongebruikte stoelen, een plafondlamp, een deel van de koelkast, een hond als ze die zouden hebben. De achtergrond dringt zich dusdanig op, dat het psychologische zicht van de kijker op de hoofdzaken – personages en hun handelingen – ernstig wordt bemoeilijkt.
 
Aldus voelt de ‘realiteit’ van 3D aanzienlijk minder natuurlijk aan dan het vertrouwde 2D, waar de gesuggereerde diepte slechts afhangt van de kwaliteit van de opnameapparatuur en het vernuft van de cameraman. Heeft u, of een kennis, wel eens geklaagd over de visuele platheid van een ouderwetse speelfilm? In de trant van:‘Ginger & Rosa? Fantastische film, op zich. Maar ja, dat gebrek aan diepte hè, dat doet toch wel erg afbreuk aan de mogelijkheid je in te leven in die meisjes!’ Natuurlijk niet. Zo gaat het nooit. De perceptie van diepte in de film is geen discrete (wel/niet) eigenschap, evenmin als bijvoorbeeld in de schilderkunst. Een beetje (klassieke) schilder legt diepte in zijn werk, maar Pieter de Hooch (die man van de doorkijkjes) was er net wat handiger in dan veel van zijn collega’s.
 
Ik zou World War Z hebben gelaten voor wat het was, ware het niet dat ik kort geleden op het internet het bestaan van de 2D-bril ontdekte. Zo’n bril corrigeert voor de nepdiepte van de 3D-film. Het is alsof je naar een gewone dertien-in-een-dozijn film kijkt, zij het met een soort zonnebril op je neus. De clou wordt op een populaire internetsite als volgt geformuleerd. ‘De brillen die je in de bioscoop krijgt om 3D te kijken, werken met twee glazen die verschillend van elkaar gepolariseerd zijn. Dus je linkeroog krijgt een ander beeld te zien dan je rechteroog, waardoor je diepte1017VG Fillum te zien krijgt. 2D-glasses zijn niks anders dan twee keer hetzelfde glaasje, waardoor je met beide ogen hetzelfde beeld krijgt en je dus gewoon 2D ziet.’
 
Eerder merkte ik al op dat 3D kijken mij veel inspanning kost en soms ten koste gaat van het begrijpen van de film. Maar ook blijken mijn ogen niet altijd in staat te zijn de beelden die ze afzonderlijk ontvangen naar behoren te coördineren. (Het duidelijkst merk ik dat aan de ondertiteling van buitenlandse films, die ik soms ineens dubbel zie, alsof mijn bril tijdelijk zijn 3D-werking heeft verloren.) Ik begrijp dat ik niet de enige ben met die raadselachtige handicap.
 
Bij postorderbedrijven kun je de weldadige 2D-bril aanschaffen voor slechts € 7,99. (Voor 16.00 uur besteld, de volgende werkdag bezorgd.) Ik zou wel gek zijn als ik me deze opgewaardeerde kwaliteit van mijn leven liet ontgaan. Toen één dag later de bril inderdaad onbeschadigd werd bezorgd, kon ik hem uittesten bij World War Z.
Tevoren had ik al bedacht dat ik de bril zou testen in een incompleet en methodisch volstrekt ontoereikend experimenteel design. Ik begon met mijn oude 3D-bril op. Die zou ik na zo’n 50 minuten verwisselen voor de gloednieuwe 2D-bril, eveneens gedurende 50 minuten. Tot slot zou ik de laatste 20 minuten film weer consumeren met de 3D-bril op, om te zien wat het effect was van de toevoeging van de derde dimensie. Zo gezegd, zo gedaan.
 
Als deze test één heldere conclusie opleverde, was het wel dat in follow-up onderzoek een andere film gebruikt moet worden. Ik had me lelijk verkeken op de omvang en complexiteit van het verhaal. De grote lijn is redelijk helder. Nagenoeg wereldwijd is een zombievirus uitgebroken. Iedereen die wordt besmet, verandert binnen 12 seconden in een zombie, en steekt op zijn beurt anderen aan. Anders dan hun deerniswekkende soortgenoten die wij kennen en geleerd hebben te waarderen, is de nieuwe variëteit snel ter been, en beschikt ze over een opgefokte energie, waarbij het ADHD-syndroom verbleekt.
 
De makers, regisseur Marc Fortster voorop, hebben geen boodschap aan een psychologische insteek en leggen het accent op filmactie anno nu. Denk aan de trailers in de bioscoop en u weet wat ik bedoel: de actiescènes zijn net zo onbegrijpelijk maar duren, in tegenstelling tot in de trailers, een eeuwigheid. Alles beweegt en maakt lawaai, maar door de chaotische montage heeft de kijker binnen enkele minuten geen idee meer of hij getuige is van een schietpartij, een explosie, een tsunami of een invasie van aliens. Soms kun je actie bijna benoemen, ook al begrijp je er niets van. Drie mannen rijden bij nacht en ontij per fiets ergens heen. Waarheen en vooral, waarom op de fiets? Het is in ieder geval levensgevaarlijk, dat kun je wel zien en horen aan de striemende regen.
 
World War Z is een film die je zonder de minste gewetensnood kunt overslaan, zelfs de fans van hoofdpersoon Brad Pitt waartoe ik ook mezelf reken. Dit is een andere Pitt dan de aandoenlijke sportschoolinstructeur in de komedie Burn after Reading, van de gebroeders Coen (niet gezien? Huur snel de DVD). Je hebt de indruk dat Brad, wanneer hij door een onnavolgbare reeks associaties en syllogismen de Achilleshiel van de zombies heeft blootgelegd (waardoor de aarde gered wordt), zich een beetje schaamt voor de onzin die het script hem laat uitkramen.

Is nu mijn test mislukt? Nee, dat niet. Hoewel ‘verder onderzoek gewenst is’, kan ik met zekerheid zeggen dat in dit geval de overgang van 3D- naar 2D-bril de film bijna onherkenbaar verandert. Wat aanvankelijk een surrealistisch kijkspel is, wordt door een simpele handeling een gewone bioscoopfilm, zij het een film van likmevestje. Ik probeer het nog een keer, nu met een 3D-film die alom geprezen wordt. Als dit tot nieuwe inzichten leidt, hoort u van mij.
 
************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2013 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Nooit meer 3D Hans Knegtmans
1017VG Film
3D kijken is niet mijn ding. De eerste film die ik zag in dit format was de megahit Avatar, tijdens een kerstuitstapje in 2009 naar Madrid. De vroege voorstelling op oudejaarsavond leek me een ideaal moment om met het nieuwe procedé kennis te maken. Dat beviel maar matig. Ontegenzeggelijk kreeg ik door mijn speciale bril meer diepte te zien dan ik in de bioscoop gewend was. Omdat het echter een animatiefilm was, bleef het de vraag of die overdreven dieptedimensie inherent was aan de nieuwe techniek of dat hij alleen bij deze specifieke film hoorde.
 
Sindsdien heb ik weinig moeite gedaan om de ins en outs van het genre nader te bestuderen. Dat kwam deels omdat het in die beginperiode zeker niet de beste of interessantste films waren die op die manier werden uitgebracht. Toy Story 3 (2010) bleek zoals te verwachten een schitterende film te zijn. Maar de enige reden dat ik in december 2010 – dit keer in Barcelona! – het onbenullige Tron: Legacy bekeek, was dat het overige bioscoopaanbod in die stad ook niet overhield. En mijn volgende 3D-bezoek betrof de alom verguisde actiefilm Drive Angry, omdat daarin Nicolas Cage – een van mijn favoriete acteurs, hoe waardeloos de film ook – de hoofdrol had.
 
Ook hierna bleef mijn 3D-bezoek zeer bescheiden, maar mijn attitude tegenover het format stond inmiddels wel vast: ik zag zo op tegen een 3D-voorstelling dat ik de afgelopen maanden zelfs films waar ik normaal wél heen zou gaan, liet schieten. Iron Man 3 bijvoorbeeld, en The Great Gatsby.
 
Het belangrijkste bezwaar had ik al bij Avatar ontdekt, en dat werd er bij volgende films niet minder op. De derde dimensie – de diepte dus – is nep. De diepte die de bezoeker door zijn malle brilletje ziet, is een karikatuur van de werkelijkheid. De film World War Z (sinds 11/4 in de bioscoop) opent met een shot van hoofdpersoon Brad Pitt en zijn gezin: vrouw en twee dochtertjes. Ze zitten aan een rommelig, gezellig geïmproviseerd ontbijt. De een is al uitgegeten, de ander moet net beginnen. De helft van de moderne Amerikaanse speelfilms bevat minstens één zo’n ontbijtscène. Er is echter een levensgroot verschil tussen een 3D-ontbijt en een klassiek.
 
In 3D moet de kijker een enorme geestelijke inspanning leveren om objecten te negeren die zijn zicht op de personages achter de ontbijttafel belemmeren: props als ongebruikte stoelen, een plafondlamp, een deel van de koelkast, een hond als ze die zouden hebben. De achtergrond dringt zich dusdanig op, dat het psychologische zicht van de kijker op de hoofdzaken – personages en hun handelingen – ernstig wordt bemoeilijkt.
 
Aldus voelt de ‘realiteit’ van 3D aanzienlijk minder natuurlijk aan dan het vertrouwde 2D, waar de gesuggereerde diepte slechts afhangt van de kwaliteit van de opnameapparatuur en het vernuft van de cameraman. Heeft u, of een kennis, wel eens geklaagd over de visuele platheid van een ouderwetse speelfilm? In de trant van:‘Ginger & Rosa? Fantastische film, op zich. Maar ja, dat gebrek aan diepte hè, dat doet toch wel erg afbreuk aan de mogelijkheid je in te leven in die meisjes!’ Natuurlijk niet. Zo gaat het nooit. De perceptie van diepte in de film is geen discrete (wel/niet) eigenschap, evenmin als bijvoorbeeld in de schilderkunst. Een beetje (klassieke) schilder legt diepte in zijn werk, maar Pieter de Hooch (die man van de doorkijkjes) was er net wat handiger in dan veel van zijn collega’s.
 
Ik zou World War Z hebben gelaten voor wat het was, ware het niet dat ik kort geleden op het internet het bestaan van de 2D-bril ontdekte. Zo’n bril corrigeert voor de nepdiepte van de 3D-film. Het is alsof je naar een gewone dertien-in-een-dozijn film kijkt, zij het met een soort zonnebril op je neus. De clou wordt op een populaire internetsite als volgt geformuleerd. ‘De brillen die je in de bioscoop krijgt om 3D te kijken, werken met twee glazen die verschillend van elkaar gepolariseerd zijn. Dus je linkeroog krijgt een ander beeld te zien dan je rechteroog, waardoor je diepte1017VG Fillum te zien krijgt. 2D-glasses zijn niks anders dan twee keer hetzelfde glaasje, waardoor je met beide ogen hetzelfde beeld krijgt en je dus gewoon 2D ziet.’
 
Eerder merkte ik al op dat 3D kijken mij veel inspanning kost en soms ten koste gaat van het begrijpen van de film. Maar ook blijken mijn ogen niet altijd in staat te zijn de beelden die ze afzonderlijk ontvangen naar behoren te coördineren. (Het duidelijkst merk ik dat aan de ondertiteling van buitenlandse films, die ik soms ineens dubbel zie, alsof mijn bril tijdelijk zijn 3D-werking heeft verloren.) Ik begrijp dat ik niet de enige ben met die raadselachtige handicap.
 
Bij postorderbedrijven kun je de weldadige 2D-bril aanschaffen voor slechts € 7,99. (Voor 16.00 uur besteld, de volgende werkdag bezorgd.) Ik zou wel gek zijn als ik me deze opgewaardeerde kwaliteit van mijn leven liet ontgaan. Toen één dag later de bril inderdaad onbeschadigd werd bezorgd, kon ik hem uittesten bij World War Z.
Tevoren had ik al bedacht dat ik de bril zou testen in een incompleet en methodisch volstrekt ontoereikend experimenteel design. Ik begon met mijn oude 3D-bril op. Die zou ik na zo’n 50 minuten verwisselen voor de gloednieuwe 2D-bril, eveneens gedurende 50 minuten. Tot slot zou ik de laatste 20 minuten film weer consumeren met de 3D-bril op, om te zien wat het effect was van de toevoeging van de derde dimensie. Zo gezegd, zo gedaan.
 
Als deze test één heldere conclusie opleverde, was het wel dat in follow-up onderzoek een andere film gebruikt moet worden. Ik had me lelijk verkeken op de omvang en complexiteit van het verhaal. De grote lijn is redelijk helder. Nagenoeg wereldwijd is een zombievirus uitgebroken. Iedereen die wordt besmet, verandert binnen 12 seconden in een zombie, en steekt op zijn beurt anderen aan. Anders dan hun deerniswekkende soortgenoten die wij kennen en geleerd hebben te waarderen, is de nieuwe variëteit snel ter been, en beschikt ze over een opgefokte energie, waarbij het ADHD-syndroom verbleekt.
 
De makers, regisseur Marc Fortster voorop, hebben geen boodschap aan een psychologische insteek en leggen het accent op filmactie anno nu. Denk aan de trailers in de bioscoop en u weet wat ik bedoel: de actiescènes zijn net zo onbegrijpelijk maar duren, in tegenstelling tot in de trailers, een eeuwigheid. Alles beweegt en maakt lawaai, maar door de chaotische montage heeft de kijker binnen enkele minuten geen idee meer of hij getuige is van een schietpartij, een explosie, een tsunami of een invasie van aliens. Soms kun je actie bijna benoemen, ook al begrijp je er niets van. Drie mannen rijden bij nacht en ontij per fiets ergens heen. Waarheen en vooral, waarom op de fiets? Het is in ieder geval levensgevaarlijk, dat kun je wel zien en horen aan de striemende regen.
 
World War Z is een film die je zonder de minste gewetensnood kunt overslaan, zelfs de fans van hoofdpersoon Brad Pitt waartoe ik ook mezelf reken. Dit is een andere Pitt dan de aandoenlijke sportschoolinstructeur in de komedie Burn after Reading, van de gebroeders Coen (niet gezien? Huur snel de DVD). Je hebt de indruk dat Brad, wanneer hij door een onnavolgbare reeks associaties en syllogismen de Achilleshiel van de zombies heeft blootgelegd (waardoor de aarde gered wordt), zich een beetje schaamt voor de onzin die het script hem laat uitkramen.

Is nu mijn test mislukt? Nee, dat niet. Hoewel ‘verder onderzoek gewenst is’, kan ik met zekerheid zeggen dat in dit geval de overgang van 3D- naar 2D-bril de film bijna onherkenbaar verandert. Wat aanvankelijk een surrealistisch kijkspel is, wordt door een simpele handeling een gewone bioscoopfilm, zij het een film van likmevestje. Ik probeer het nog een keer, nu met een 3D-film die alom geprezen wordt. Als dit tot nieuwe inzichten leidt, hoort u van mij.
 
************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2013 Hans Knegtmans
powered by CJ2