archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 10
23 mei 2013
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
1 Mei in Franeker en Kopenhagen Dik Kruithof

1014VG Affiche
De 1 mei viering van het Gewest Friesland van de PvdA in Franeker bewees dat er in Friesland nog een grote belangstelling is voor de sociale geschiedenis. Op de avond van de eerste mei werd in De Koornbeurs in Franeker een stuk opgevoerd over de Hogerhuiszaak. De toneelgroep It Bildts Teniel had een eigen bewerking gemaakt van het verhaal van de drie broers die in 1895 werden opgepakt wegens een roofoverval op een rijke boer uit het dorpje Britsum en die daarna door een uiterst partijdige rechter werden veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen. Een van de argumenten die tegen hen werden ingebracht was dat in hun huis een foto van Domela Nieuwenhuis aan de wand hing: dat bewees dat ze anarchisten waren en dus kon er mooi een voorbeeld gesteld worden.

Het stuk legt een duidelijke link tussen Domela, die in Friesland ‘Us ferlosser’ genoemd werd en gezien wordt als de grondlegger van de sociale beweging, en Troelstra die zich net gevestigd had als beginnend advocaat gericht op sociale rechtvaardigheid en van de Hogerhuis-zaak zijn eerste grote zaak maakte. Hij sprak erover in de kamer maar werd weggehoond. Troelstra is natuurlijk als medeoprichter van de SDAP nog bekender geworden dan Domela maar dat lag in die tijd nog heel anders. De tegenstellingen tussen de socialisten en de anarchisten waren er ook gedeeltelijk de oorzaak van dat het nooit kwam tot een officiële herziening van de uitspraak.
It Bildts Teneel had er toneel met muziek van gemaakt, met gezongen tussenstukjes waarin het verhaal werd verteld of de sociale omstandigheden werden aangegeven, met voor Friezen aangrijpende gedichten op muziek zoals It Aldershus van Troelstra en het Wer’t de dyk it lan omklammet. Het was een mooie voorstelling die door ruim vierhonderd mensen werd gezien en gewaardeerd.

Sociale geschiedenis was ik eerder al tegengekomen in het Arbejdermuseet in Kopenhagen, het museum dat de vakbondsgeschiedenis van Denemarken laat zien. Het is gevestigd in een groot gebouw aan de rand van de binnenstad, dat van 1879 tot 1983 het centrum van de Deense arbeidersbeweging was. De onderste twee verdiepingen waren het hoofdkantoor, met onder1014VG Feestzaal meer een grote feestzaal (in twee verdiepingen) waar oude vakbondsvaandels van de tweede verdieping af boven de feestgangers hangen.
Vanaf 1983 is het in gebruik als museum en rond de grote zaal wandel je nu door de woonvertrekken van drie generaties van de Deense arbeidersfamilie Sorensen, waar je heel veel tegenkomt dat ons bekend voorkomt. Ook in de gedeeltes over industriële geschiedenis wordt duidelijk dat de ontwikkelingen in Denemarken en Nederland niet veel verschilden. Na een ingrijpend arbeidsconflict in 1899 zorgden werkgevers en vakorganisaties er sindsdien voor stabiele arbeidsverhoudingen.

In Denemarken had de sociaal-democratie een sterkere rol dan in Nederland, al heeft de partij nooit de meerderheid gehad in het parlement. Hadden wij in de twintigste eeuw drie minister-presidenten van sociaal-democratische huize, de Denen tellen er acht. Thorvald Stauning (1873-1942) - sigarenmaker van beroep en later voorzitter van de Sigarenmakersbond is de Deense vadertje-Drees. Hij was van 1924 tot 1926 minister-president van het eerste sociaal-democratische minderheidskabinet en vervolgens gedurende de gehele crisistijd van 1929 tot 1942 minister-president van een coalitie met de liberalen. Door hem is ‘ Denemarken’ bijna synoniem geworden met sociaal-democratie en welvaartsstaat.

Toen het gebouw werd omgebouwd tot museum is er onder de binnenplaats een grote tentoonstellingsruimte gekomen. Toen wij er waren was er een tentoonstelling van de Oostduitser Hans Ticha: kritische kunst van voor en na de val van de muur. Hij illustreerde veel boeken en maakte affiches in een moderne technische vormgeving: figuren met constructivistische kogelhoofden, grijparmen en machinelijven, grafisch sterk getekend met veel beweging en in sterke heldere kleuren. Een heel eigen verbeelding van de werkelijkheid. Niet voor niets wordt hij wel de enige Pop-art kunstenaar uit de DDR-tijd genoemd.
Overigens stond op de binnenplaats ook ergens een levensgroot beeld van Lenin. Maar dat was alleen vanuit de winkel te zien.
 
*************************
Foto's gemaakt door de schrijver


© 2013 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
1 Mei in Franeker en Kopenhagen Dik Kruithof
1014VG Affiche
De 1 mei viering van het Gewest Friesland van de PvdA in Franeker bewees dat er in Friesland nog een grote belangstelling is voor de sociale geschiedenis. Op de avond van de eerste mei werd in De Koornbeurs in Franeker een stuk opgevoerd over de Hogerhuiszaak. De toneelgroep It Bildts Teniel had een eigen bewerking gemaakt van het verhaal van de drie broers die in 1895 werden opgepakt wegens een roofoverval op een rijke boer uit het dorpje Britsum en die daarna door een uiterst partijdige rechter werden veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen. Een van de argumenten die tegen hen werden ingebracht was dat in hun huis een foto van Domela Nieuwenhuis aan de wand hing: dat bewees dat ze anarchisten waren en dus kon er mooi een voorbeeld gesteld worden.

Het stuk legt een duidelijke link tussen Domela, die in Friesland ‘Us ferlosser’ genoemd werd en gezien wordt als de grondlegger van de sociale beweging, en Troelstra die zich net gevestigd had als beginnend advocaat gericht op sociale rechtvaardigheid en van de Hogerhuis-zaak zijn eerste grote zaak maakte. Hij sprak erover in de kamer maar werd weggehoond. Troelstra is natuurlijk als medeoprichter van de SDAP nog bekender geworden dan Domela maar dat lag in die tijd nog heel anders. De tegenstellingen tussen de socialisten en de anarchisten waren er ook gedeeltelijk de oorzaak van dat het nooit kwam tot een officiële herziening van de uitspraak.
It Bildts Teneel had er toneel met muziek van gemaakt, met gezongen tussenstukjes waarin het verhaal werd verteld of de sociale omstandigheden werden aangegeven, met voor Friezen aangrijpende gedichten op muziek zoals It Aldershus van Troelstra en het Wer’t de dyk it lan omklammet. Het was een mooie voorstelling die door ruim vierhonderd mensen werd gezien en gewaardeerd.

Sociale geschiedenis was ik eerder al tegengekomen in het Arbejdermuseet in Kopenhagen, het museum dat de vakbondsgeschiedenis van Denemarken laat zien. Het is gevestigd in een groot gebouw aan de rand van de binnenstad, dat van 1879 tot 1983 het centrum van de Deense arbeidersbeweging was. De onderste twee verdiepingen waren het hoofdkantoor, met onder1014VG Feestzaal meer een grote feestzaal (in twee verdiepingen) waar oude vakbondsvaandels van de tweede verdieping af boven de feestgangers hangen.
Vanaf 1983 is het in gebruik als museum en rond de grote zaal wandel je nu door de woonvertrekken van drie generaties van de Deense arbeidersfamilie Sorensen, waar je heel veel tegenkomt dat ons bekend voorkomt. Ook in de gedeeltes over industriële geschiedenis wordt duidelijk dat de ontwikkelingen in Denemarken en Nederland niet veel verschilden. Na een ingrijpend arbeidsconflict in 1899 zorgden werkgevers en vakorganisaties er sindsdien voor stabiele arbeidsverhoudingen.

In Denemarken had de sociaal-democratie een sterkere rol dan in Nederland, al heeft de partij nooit de meerderheid gehad in het parlement. Hadden wij in de twintigste eeuw drie minister-presidenten van sociaal-democratische huize, de Denen tellen er acht. Thorvald Stauning (1873-1942) - sigarenmaker van beroep en later voorzitter van de Sigarenmakersbond is de Deense vadertje-Drees. Hij was van 1924 tot 1926 minister-president van het eerste sociaal-democratische minderheidskabinet en vervolgens gedurende de gehele crisistijd van 1929 tot 1942 minister-president van een coalitie met de liberalen. Door hem is ‘ Denemarken’ bijna synoniem geworden met sociaal-democratie en welvaartsstaat.

Toen het gebouw werd omgebouwd tot museum is er onder de binnenplaats een grote tentoonstellingsruimte gekomen. Toen wij er waren was er een tentoonstelling van de Oostduitser Hans Ticha: kritische kunst van voor en na de val van de muur. Hij illustreerde veel boeken en maakte affiches in een moderne technische vormgeving: figuren met constructivistische kogelhoofden, grijparmen en machinelijven, grafisch sterk getekend met veel beweging en in sterke heldere kleuren. Een heel eigen verbeelding van de werkelijkheid. Niet voor niets wordt hij wel de enige Pop-art kunstenaar uit de DDR-tijd genoemd.
Overigens stond op de binnenplaats ook ergens een levensgroot beeld van Lenin. Maar dat was alleen vanuit de winkel te zien.
 
*************************
Foto's gemaakt door de schrijver
© 2013 Dik Kruithof
powered by CJ2