archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 10
14 maart 2013
Vermaak en Genot > Doe toch een spelletje mee delen printen terug
Fischer-herdenkingsdag bij De Raadsheer Dik Kruithof

1010VG Fischer
Schaaksociëteit De Raadsheer uit Sneek organiseerde op 2 maart een Fischer-herdenkingsdag, omdat het 70 jaar geleden is dat de Amerikaanse schaaklegende geboren werd. Fischer, voor velen nog de beste schaker die ooit geleefd heeft, versloeg in 1972 de Russische wereldkampioen Boris Spasski in een match op IJsland die het schaken op de kaart zette als symbool van de strijd tussen Oost en West, als symbool van de strijd van het individu tegen een wereldmacht.

Nadat hij wereldkampioen geworden was heeft hij nog maar één keer echt geschaakt. Hij verloor zijn wereldtitel toen hij absurde eisen stelde voor de match tegen de volgende uitdager, Anatoli Karpov. Uiteindelijk speelde hij in 1992 een goed betaalde revanchematch tegen Spasski, maar omdat die werd gehouden in Servië overtrad hij bewust de boycotregels van de Amerikaanse regering. Uiteindelijk verloor hij zijn strijd tegen de wereldmacht Amerika. Hij werd in 2004 in Japan opgepakt en kon pas na negen maanden door IJslandse vrienden worden bevrijd. Hij kreeg de IJslandse nationaliteit en overleed in 2006 op het eiland aan nierfalen. Hij werd 64 jaar oud.

Er werden in Sneek twee films vertoond over Fischer. De beste was de documentaire die zijn IJslandse vriend Saemundur Palsson maakte over zijn inspanningen om hem uit de Japanse gevangenis naar IJsland te krijgen. En over de teleurstelling die daarna volgde want Fischer was een verbitterd en haatdragend mens geworden. De andere film was Bobby Fischer Live, duidelijk een poging om gebruik te maken van de bekendheid van Bobby zonder er enige moeite voor te willen doen. Drie periodes uit zijn leven worden als een karikatuur neergezet: zijn jeugd als zoon van een alleenstaande moeder en wonderkind dat zichzelf schaken leert met de handleiding van een goedkope spelletjesdoos, de match op IJsland waarin beelden van partijen voorkomen die zo ver van de werkelijkheid staan dat het belachelijk werd, en zijn laatste jaren waarin hij zichzelf belachelijk maakte.

Daar tussendoor gaven inleiders hun visie op Fischer. Zo ging Gert Jan Slotboom in op de strijd die er in Reykjavik gevoerd werd over het materiaal waarmee, en waarop, gespeeld werd. Fischer z’n stoel was een Eames-stoel, speciaal meegenomen uit New York. Een luxe bureaustoel met de bekende Eames-voet op wieltjes. Spasski zat tijdens de eerste zeven partijen in een gewone stoel met vier poten, maar dat was de Russen toen het slecht ging niet naar de zin en Spasski kreeg ook een mooie stoel. De stukken waren onomstreden, die werden geleverd door Jaques uit Londen. Maar buiten de stukken werd over alles strijd geleverd: het bord, de verlichting, of er toeschouwers op de eerste rijen mochten zitten (nee, dus), of een Russische waarnemer vooraan mocht zitten die voor Fischer hinderlijke gebaren maakte (nee, dus).

Psycholoog in ruste Han Gruschke had zich een weg gezocht door de bijna 500 miljoen artikelen die over Bobby Fischer op internet zijn te vinden en kwam met de aannemelijke verklaring dat de grondslag voor de ontsporing in zijn latere leven te vinden is in zijn jeugd. Daarin werd hij als schaakwonderkind door niemand gecorrigeerd.
Jos Driessens vestigde de aandacht op twee ideeën van Fischer om het schaakspel te ontdoen van uitwassen: de Fischerklok en het Randomchess. Met de Fischerklok, waarbij een speler voor iedere zet tien seconden tijd erbij krijgt, wordt het tijdnoodprobleem grotendeels opgelost. Het is nu bijna niet meer mogelijk om in gelijke stellingen met behulp van de klok te winnen. De klok is inmiddels in de dagelijkse schaakpraktijk ingevoerd. Dat is nog niet het geval met Randomchess, waarbij de plaats van de stukken in de beginstand door toeval wordt bepaald. Op deze manier wordt het begrip theoriekennis, dat vooral in de openingsfase een belangrijke rol speelt, overbodig. Het heeft nog niet veel ingang gevonden. Kennelijk willen de echte kenners hun voorsprong behouden.

Laatste onderdeel was de verkiezing van de mooiste zet die Fischer ooit speelde. In de vijf voorbeelden waaruit gekozen kon worden was ook het legendarische slaan met de loper op h2 opgenomen uit de tweede matchpartij op IJsland. Die zet werd het niet: enigszins ontluisterend voor de volwassen Fischer werd de wonderbaarlijke aanvalszet Pa4 gekozen uit de partij tegen Donald Byrne. Hij was toen veertien jaar oud, speelde in het Amerikaanse kampioenschap en versloeg een gerenommeerde grootmeester.

Kijk op www.chessbase.com om door te klikken naar een prachtig verslag van de grote Fischer 70 tentoonstelling in het hotel waar in 1972 de match  gespeeld werd: Memorial exhibition for Bobby Fischer in Reykjavik.
 


© 2013 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Doe toch een spelletje mee" -
Vermaak en Genot > Doe toch een spelletje mee
Fischer-herdenkingsdag bij De Raadsheer Dik Kruithof
1010VG Fischer
Schaaksociëteit De Raadsheer uit Sneek organiseerde op 2 maart een Fischer-herdenkingsdag, omdat het 70 jaar geleden is dat de Amerikaanse schaaklegende geboren werd. Fischer, voor velen nog de beste schaker die ooit geleefd heeft, versloeg in 1972 de Russische wereldkampioen Boris Spasski in een match op IJsland die het schaken op de kaart zette als symbool van de strijd tussen Oost en West, als symbool van de strijd van het individu tegen een wereldmacht.

Nadat hij wereldkampioen geworden was heeft hij nog maar één keer echt geschaakt. Hij verloor zijn wereldtitel toen hij absurde eisen stelde voor de match tegen de volgende uitdager, Anatoli Karpov. Uiteindelijk speelde hij in 1992 een goed betaalde revanchematch tegen Spasski, maar omdat die werd gehouden in Servië overtrad hij bewust de boycotregels van de Amerikaanse regering. Uiteindelijk verloor hij zijn strijd tegen de wereldmacht Amerika. Hij werd in 2004 in Japan opgepakt en kon pas na negen maanden door IJslandse vrienden worden bevrijd. Hij kreeg de IJslandse nationaliteit en overleed in 2006 op het eiland aan nierfalen. Hij werd 64 jaar oud.

Er werden in Sneek twee films vertoond over Fischer. De beste was de documentaire die zijn IJslandse vriend Saemundur Palsson maakte over zijn inspanningen om hem uit de Japanse gevangenis naar IJsland te krijgen. En over de teleurstelling die daarna volgde want Fischer was een verbitterd en haatdragend mens geworden. De andere film was Bobby Fischer Live, duidelijk een poging om gebruik te maken van de bekendheid van Bobby zonder er enige moeite voor te willen doen. Drie periodes uit zijn leven worden als een karikatuur neergezet: zijn jeugd als zoon van een alleenstaande moeder en wonderkind dat zichzelf schaken leert met de handleiding van een goedkope spelletjesdoos, de match op IJsland waarin beelden van partijen voorkomen die zo ver van de werkelijkheid staan dat het belachelijk werd, en zijn laatste jaren waarin hij zichzelf belachelijk maakte.

Daar tussendoor gaven inleiders hun visie op Fischer. Zo ging Gert Jan Slotboom in op de strijd die er in Reykjavik gevoerd werd over het materiaal waarmee, en waarop, gespeeld werd. Fischer z’n stoel was een Eames-stoel, speciaal meegenomen uit New York. Een luxe bureaustoel met de bekende Eames-voet op wieltjes. Spasski zat tijdens de eerste zeven partijen in een gewone stoel met vier poten, maar dat was de Russen toen het slecht ging niet naar de zin en Spasski kreeg ook een mooie stoel. De stukken waren onomstreden, die werden geleverd door Jaques uit Londen. Maar buiten de stukken werd over alles strijd geleverd: het bord, de verlichting, of er toeschouwers op de eerste rijen mochten zitten (nee, dus), of een Russische waarnemer vooraan mocht zitten die voor Fischer hinderlijke gebaren maakte (nee, dus).

Psycholoog in ruste Han Gruschke had zich een weg gezocht door de bijna 500 miljoen artikelen die over Bobby Fischer op internet zijn te vinden en kwam met de aannemelijke verklaring dat de grondslag voor de ontsporing in zijn latere leven te vinden is in zijn jeugd. Daarin werd hij als schaakwonderkind door niemand gecorrigeerd.
Jos Driessens vestigde de aandacht op twee ideeën van Fischer om het schaakspel te ontdoen van uitwassen: de Fischerklok en het Randomchess. Met de Fischerklok, waarbij een speler voor iedere zet tien seconden tijd erbij krijgt, wordt het tijdnoodprobleem grotendeels opgelost. Het is nu bijna niet meer mogelijk om in gelijke stellingen met behulp van de klok te winnen. De klok is inmiddels in de dagelijkse schaakpraktijk ingevoerd. Dat is nog niet het geval met Randomchess, waarbij de plaats van de stukken in de beginstand door toeval wordt bepaald. Op deze manier wordt het begrip theoriekennis, dat vooral in de openingsfase een belangrijke rol speelt, overbodig. Het heeft nog niet veel ingang gevonden. Kennelijk willen de echte kenners hun voorsprong behouden.

Laatste onderdeel was de verkiezing van de mooiste zet die Fischer ooit speelde. In de vijf voorbeelden waaruit gekozen kon worden was ook het legendarische slaan met de loper op h2 opgenomen uit de tweede matchpartij op IJsland. Die zet werd het niet: enigszins ontluisterend voor de volwassen Fischer werd de wonderbaarlijke aanvalszet Pa4 gekozen uit de partij tegen Donald Byrne. Hij was toen veertien jaar oud, speelde in het Amerikaanse kampioenschap en versloeg een gerenommeerde grootmeester.

Kijk op www.chessbase.com om door te klikken naar een prachtig verslag van de grote Fischer 70 tentoonstelling in het hotel waar in 1972 de match  gespeeld werd: Memorial exhibition for Bobby Fischer in Reykjavik.
 
© 2013 Dik Kruithof
powered by CJ2