archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 9 Jaargang 10 28 februari 2013 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Koken | ||||
Wij gooien nooit iets weg | Henk Klaren | |||
Mijn vrouw en ik zijn van die mensen die nooit eten weggooien. Nou ja, of er moet zo’n witte waas overheen gekomen zijn; of een laag groene puntjes. Dat betekent dat we vaak bezig zijn maaltijden te componeren rond overblijfsels. Als je bijvoorbeeld een halve rode en een halve groene paprika nodig hebt, blijven er niet alleen die andere twee helften over, maar ook nog een hele gele. Dat komt omdat bij de Albert Heijn, en trouwens ook bij mijn favoriete groentestalletje, een verpakking met drie paprika’s van verschillende kleuren goedkoper is dan twee losse. En om nou een gratis gele paprika te laten liggen is ook weer zo wat. Geen probleem want een reepje paprika op je boterham met kaas of tussen je tosti is best lekker.
Maar vaak kijken we dan ook even in ons privé-kookboek. Daarin hebben we in de loop van enige decennia honderden recepten verzameld. Vroeger zaten die in een dikke ordner. Die is er nog steeds, maar niet ge-update. Alles is nu gedigitaliseerd en in die versie komen de updates terecht. Ons kookboek groeit voortdurend en bestaande recepten worden dikwijls gecorrigeerd als we weer iets bedacht hebben dat het nog lekkerder maakt. Vanwege het uitzoeken van recepten met overblijfsels is het heel handig dat alles nu op de harde schijf staat, want dan type je in de zoekfunctie gewoon: gele paprika, en dan krijg je een stuk of twintig recepten waarin je die kunt gebruiken. Ik deed dat zojuist en kreeg bijvoorbeeld: gebakken kabeljauw met gele paprikasaus, en ook: Surinaamse pindasoep. Op die manier kom je ook gemakkelijk op een volgend idee voor de dagelijkse maaltijd.
Bleekselderij is ook zoiets. Dat koop je altijd in van die grote struiken en voor heel veel doeleinden heb je hoogstens één of twee stengels nodig. Zit je weer met zo’n struik. Tuurlijk: je kunt ze in boogjes snijden, even blancheren en per één of twee stengels invriezen. Dat doen we dan ook vaak. Laatst was ik dat even vergeten en was het idee van een Chinees vleesgerechtje opgekomen. Daar kon volgens mijn Chinese kookboekje (tsja, die recepten staan dan weer niet in ons digitale kookboek, net zoals de Vietnamese en de Spaanse tapas, daar hebben we goeie boekjes voor en je kunt niet aan de gang blijven) een koud bleekselderij gerecht met een mosterdsaus bij. Heb ik met het hele restant van de bleekselderijstruik gemaakt. Was lekker, maar te veel. Twee dagen later, vanwege de broodnodige afwisseling, heb ik de rest in een ovenschoteltje gedaan en er parmezaanse kaas over gestrooid. Dat was ook een restantje. Even warm laten worden en gratineren in de oven. Lekker hoor.
Van zuurkool koop ik altijd met opzet meer dan nodig voor een enkel gerecht, want daar kun je zo veel lekkere dingen mee doen. Laatst aten we Hongaarse goulash, of liever: pörkölt, want zo heet dat in Hongarije. Guyash is een soep. Wij noemen dat goulashsoep, soepsoep dus eigenlijk. Zoals we hier ook wel van kolbászworst spreken. U raadt het al: kolbász betekent gewoon worst. Tot mijn eigen verbazing had ons eigen kookboek geen recept voor goulash. Er stond er één in de Volkskrant. Een goed recept, de auteur had erbij geschreven dat de eigenwijze thuiskok er ook tomaten en groene paprika door kon doen. Daar ben ik dus eigenwijs genoeg voor. Bovendien heb ik de voorgeschreven paprikapoeder vervangen door Turkse paprikapuree: Biber Salçasi Aci (dat is de scherpe variant, de milde heet Biber Salçasi Tatli). Het was een enorm succes. Maar ik had het eigenlijk over zuurkool. Dat aten we er bij: een eenvoudige zuurkoolstamppot. En omdat ik dus altijd teveel zuurkool koop, hadden we nogal wat over. Om redenen die de lezer inmiddels bekend zullen zijn, aten we twee dagen later weer zuurkool. Nu een bijzondere stamppot uit ons eigen repertoire. Waar het oorspronkelijk vandaan komt weet ik niet meer en ik weet zeker dat we enige aanpassingen hebben aangebracht. Maar het was weer zo lekker dat ik u het recept niet wil onthouden:
ZUURKOOLSTAMPPOT 4 personen (nou ja, wij aten twee keer van de helft!)
500 gram zuurkool
2 ons magere spekblokjes
50 gram roomboter
1 ui gesnipperd
½ theelepel paprikapoeder
½ theelepel kerriepoeder
½ theelepel djahepoeder
½ theelepel nootmuskaat
zeezout
ananasstukjes (uit het kleinste blikje) iets uit elkaar gehaald
Stoof dit alles een half uurtje.
Puree maken van:
1½ kilo aardappels
½ bakje crème fraîche
1 ei
roomboter
melk
Zachtjes uitbakken in eigen vet:
2 ons magere spekblokjes
Uitgebakken spek apart houden.
Maak een stamppot van de zuurkool en de puree en een beetje spekvet.
Even opwarmen in de oven.
Erbij: rookworst en de spekkies
Tip: gewoon Unox gelderse rookworst nemen. Garen volgens gebruikaanwijzing op het pak en dan nog een kwartiertje à een half uur middenin de oven (200°)
Ik heb nóg een onsje zuurkool over. En ik heb nog wat afbakbroodjes in de oven. Worstje erbij, French’s mosterd, ketchup en misschien nog wat relish kopen bij de Engelse winkel, tomaatje, gesnipperd uitje. Ha, hotdogs voor de lunch.
****************************
De plaatjes zijn ook van Henk Klaren |
||||
© 2013 Henk Klaren | ||||
powered by CJ2 |