archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 1 Jaargang 1 9 oktober 2003 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > In de tuin | ||||
Wat gebeurt er achter de schutting? | Theo Capel | |||
Met in mijn hand de
schets en de beplantingslijst die ik indertijd maakte voor onze tuin
sta ik op het balkon op één hoog aan de achterkant
om te zien wat er na al die jaren van is overgebleven. Maar mijn
aandacht wordt afgeleid door de tuinen van mijn buren aan weerszijden.
Dat is een bekend effect en een grote ergernis voor de makelaar die
ons huis in verkoop heeft genomen. 'Natuurlijk hadden ze het weer over die tuinen naast u,' zegt hij steeds grimmiger als hij aspirant-kopers ons huis heeft getoond en er al weer geen bod is gekomen in deze tijd dat dure huizen toch al moeilijk zijn te slijten. 'Waarom is deze tuin zo veel kleiner?' bauwt hij hen na. Ja, waarom is dat eigenlijk zo? Op de oude kadasterkaart is te zien dat het eigenlijk al vanaf de bouw in de jaren twintig van de vorige eeuw zo is geweest. Het verschil is daarna alleen maar erger geworden, doordat een aangrenzend deel van het binnenterrein waaraan onze huizen liggen, in de verkoop kwam. Nu zijn de tuinen van de huizen verderop ook relatief klein - overigens kun je ook zeggen dat ze een comfortabele afmeting hebben - dus zo erg is het allemaal niet. Maar bij ons valt het verschil zo op. Beneden in de tuin zelf heb je er geen last van, omdat de gemeente indertijd tuinschuttingen eiste als een van de bouwvoorwaarden. Je hoort hoogstens de buren in de tuin, maar je ziet hen niet en je ziet dus ook niet dat ze een omvangrijk domein hebben. Soms merk je dat aan het gehuil van kinderen die uit de boomhut zijn gevallen of elkaar zitten te treiteren. Het klinkt dan aangenaam ver weg. Sta je op het balkon, dan wordt het je echter ingepeperd: Wat zijn die tuinen groot! En op het balkon zie je ook goed wat er gebeurt als de tuin extra royaal van afmeting is. Het maakt niet de tuinier in de eigenaar wakker, maar de bouwvakker. In een ruime tuin valt een schuurtje meer of minder niet op. Dat geldt zowel ter linkerzijde als ter rechterzijde van ons. Het scheelt niet veel of de een heeft een kolossale schuur ter grootte van een Nissenhut of Romneyloods zoals die ook wel wordt genoemd. De vorige buurman was er vaak tot in het diepe donker in te vinden, waarbij er gierende en snerpende geluiden opklonken. Hij bleek met succes een boot aan het bouwen. Het enige probleem was om hem uiteindelijk uit de tuin te krijgen. Zijn achterom had een te kleine doorgang of moest je doorvaart zeggen? Omdat de schuur al zo groot was, keken we verbaasd op, toen hij na het bouwen van de boot aan het optrekken van een tweede schuur begon. Ik had al zo mijn vermoedens, maar die werden thuis als een bizarre fantasie weggewuifd. Toen hij echter als sluitstuk een hoefijzer boven de deur spijkerde en nog diezelfde avond met een paardenwagen voor de deur arriveerde waaruit een weerspannige Shetlandpony werd getrokken, kreeg ik toch mijn gelijk. We konden een tijd genieten van de ongelukkige liefdesgeschiedenis tussen zijn oudste dochter en de pony, die eindigde met zijn verstoting. Ik vond het gebries en het getrippel van de paardenvoetjes wel wat hebben, maar echt missen achter de schutting deden we hem niet. De oude buurman aan de andere kant was voortdurend bezig zijn tuinhuisje tot een bidonville uit te bouwen. Tot ergernis van zijn vrouw nam hij graag dingen van de straat mee die hij naar eigen zeggen nog goed in de tuin voor zijn bouwlust kon gebruiken. Omdat hij nogal doof was, konden we het getwist erover goed volgen. Hij was weken doende om van stenen en keien een soort barbecue te bouwen die de omvang van een wigwam aan ging nemen en in mijn ogen steeds meer op een crematorium voor kleine huisdieren begon te lijken. Daarmee had ik het mis, want toen zijn hond doodging, kreeg die een mooie rustplaats met een steen achter in de tuin. De nieuwe buurvrouw heb ik nog niet horen krijsen bij het spitten, maar die had het ook te druk om alle bouwsels af te breken en te laten vervangen door een soort tweede huis. Het werd ietsje groter en hoger, kregen we te horen en daar bleek geen woord van gelogen.Het bouwen eist ook alle energie op die een ander aan de tuin zelf had kunnen besteden. Ik beperk me maar tot mijn eigen tuin en vind de taartpuntachtige vorm die hij heeft nog steeds een van de aantrekkelijke kanten ervan. De vorige eigenaren hadden achterin een schuurtje laten zetten voor de tuinspullen en mijn bijdrage was de aanleg van een pad met een flauwe bocht vanaf het terras er naartoe. Ik gebruikte er een deel van de oude flagstones voor die ooit rond een zeer verwaarloosd rozenperkje hadden gelegen dat misschien nog door de oorspronkelijke bewoners was aangelegd. Terwijl ik ernaar kijk, betrap ik mezelf erop dat ik minder aan de planten denk dan aan de aanleg van een terras en een pad. De slechte invloed van de omringende tuinen doet zich gelden. Het wordt gewoon tijd om naar beneden te gaan en van dichtbij te kijken hoe de tuin erbij staat. Waarom is de tiarella Kew Form verdwenen en wat is ook weer een aceriphyllum, die als nr. 29 op mijn lijst stond? En zou ik de buxus microphylla Rococo stiekem kunnen uitspitten bij een verhuizing? |
||||
© 2004 Theo Capel | ||||
powered by CJ2 |