archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 1
9 oktober 2003
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De trein is te laat en te snel weg Roeland van Geuns

Je bent op vakantie en je wilt je over grotere afstand verplaatsen. Op het station aangekomen ga je naar de loketten waar je de kaartjes reizen naar het buitenland moet kopen. Na nummer 457 getrokken te hebben slaat de schrik je om het hart, op de display staat nummer 412. Maar goed je hebt vakantie. Na een kleine twee uur ben je aan de beurt en je kunt je treinkaartje inclusief plaatsreservering zonder veel problemen krijgen. Nog maar even wachten en het is bijna zover. De trein moet over een kwartier binnenkomen dus ga je alvast naar perron 14, waar zij om 14.13 uur vandaan moet vertrekken. Op de geplande vertrektijd is er echter geen trein. Op het bord staat nog wel de vertrektijd, zoals die er een half uur later nog steeds staat, maar er is geen trein te bekennen. Er wordt ook niets omgeroepen, althans niet in een voor jou verstaanbare taal. Af en toe kijk je om je heen, maar iedereen, ook de ‘lokalen’ blijft zitten of staan en dus jij ook maar. Er zijn geen officieel uitziende mensen waaraan je kunt vragen hoe ‘het’ nu zit, dus wacht je maar. Per slot van rekening ben je op vakantie en heb je geen haast. Om een uur of drie verschijnt er een mededeling op het bord boven het perron waaruit je kunt afleiden dat de vertrektijd van de trein een kleine twee uur vertraagd is. Kan gebeuren; je hebt vakantie dus so what!

Om vier uur sta je weer op het perron en er staat nu inderdaad een vertrektijd op het bord: 16.20 uur. Mooi denk je, kom ik nog op een redelijke tijd op de plaats van bestemming aan. Weliswaar te laat voor het eten, maar het hotel vind ik nog wel en in de trein is vast wel wat te eten. Om 16.20u is er echter geen trein. Er wordt wel wat omgeroepen, wederom in onverstaanbaar koeterwaals, maar je ziet een deel van de mensen op het perron op een wel haast explosieve manier in beweging komen. Ze rennen naar de trappen en schieten naar beneden. Je gaat er aarzelend achteraan en als de stroom rennende mensen aanzwelt, laat je je maar meegaan in de stroom. Alleen met die zware koffers, rent het toch wat lastiger. Je kunt echter nog net bij de laatste aanhaken en ziet daardoor gelukkig welk perron ze oprennen. Rustig aan, we hebben al twee uur gewacht dus die trein rijdt echt niet weg. Ze weten heus wel dat iedereen van een ander perron moet komen. Je gaat de roltrap op naar boven en komt op het perron aan. Nog net op tijd …… om de deuren van de internationale trein te zien dichtgaan en de trein langzaam het station te zien uitrijden. De volgende trein naar je beoogde eindbestemming gaat morgenochtend vroeg om 7.13u.

Tja, ook al eens meegemaakt? Waar zult u zich afvragen. In Italië, beroemd om de vertragingen na het gedwongen vertrek van Mussolini? In Rusland waar alles een chaos is? In een derde wereld land, waar ze toch niets kunnen regelen? Dat kan allemaal waar zijn, maar ik stond er bij en keek ernaar op ‘ons eigen’ Centraal Station in Amsterdam. De betrokkenen: een groep Japanse toeristen. Wel, die zullen we niet snel terugzien in Nederland!

Helaas zijn treinen die vertraging hebben regel. Personeel waar een vraag aan gesteld kan worden is meestal nergens te bekennen. In de spitstreinen moeten we meestal staan. En tegelijkertijd gaan de tarieven omhoog. Welk privaat bedrijf zou zich dit kunnen permitteren? Het antwoord is duidelijk: geen enkel. Ieder normaal bedrijf dat zich zo zou gedragen, zou al lang failliet zijn. Maar zo niet de Nederlandse Spoorwegen. En waarom niet?
De meest voor de hand liggende reden is dat de NS nog steeds een monopoliepositie inneemt. Het bedrijf wordt dus helemaal niet onderworpen aan ‘de tucht van de markt’. En geen concurrentie betekent dat de klant geen alternatieven heeft. De klant kan kiezen tussen met de auto in de file gaan staan of in het gangpad van de trein gaan staan: wat een keuze!

Op de tweede plaats heeft dit voormalige overheidsbedrijf een schijnprivatisering doorgemaakt. Zo lijken de arbeidsverhoudingen in de verste verte niet op die in een privaat bedrijf. En ook de houding van het personeel is verre van commercieel te noemen, dank zij de archaïsche bedrijfsvoering, maar ook dankzij de oerconservatieve, gestaalde vakbondskaders. Het personeel is, zo lijkt het, helemaal niet geïnteresseerd in een goede verhouding met de klant. Ware dat wel zo dan zou veel vaker voor het actiemiddel van gratis vervoeren van de klant gekozen worden, in plaats van voor het stakingsmiddel.
Nee, er is zowel in de leiding als bij het personeel iets fundamenteel mis. Natuurlijk roept dat de vraag op hoe het dan wel moet. Wel ik zie slechts twee mogelijkheden. Of het bedrijf wordt weer een gewoon overheidsbedrijf, met de bijbehorende publieke controle. De andere mogelijkheid is om echt te privatiseren. Laat de Duitse, Belgische of Franse spoorweg-maatschappijen maar een eerlijke kans krijgen om de treinen op het Nederlandse net te exploiteren. Dat zou dan bij voorkeur voor niet al te lange periodes moeten gebeuren, zodat er van echte concurrentie sprake is. Uiteindelijk dwingt die concurrentie namelijk ertoe te streven naar een optimale prijs-kwaliteitverhouding.

Ongenuanceerd? Vast, maar in ieder geval leidt het tot meer duidelijkheid, en naar mijn vaste overtuiging uiteindelijk tot betere kwaliteit, dan dat typisch Nederlandse pappen en nathouden!

© 2004 Roeland van Geuns meer Roeland van Geuns - meer "In de polder"
Beschouwingen > In de polder
De trein is te laat en te snel weg Roeland van Geuns
Je bent op vakantie en je wilt je over grotere afstand verplaatsen. Op het station aangekomen ga je naar de loketten waar je de kaartjes reizen naar het buitenland moet kopen. Na nummer 457 getrokken te hebben slaat de schrik je om het hart, op de display staat nummer 412. Maar goed je hebt vakantie. Na een kleine twee uur ben je aan de beurt en je kunt je treinkaartje inclusief plaatsreservering zonder veel problemen krijgen. Nog maar even wachten en het is bijna zover. De trein moet over een kwartier binnenkomen dus ga je alvast naar perron 14, waar zij om 14.13 uur vandaan moet vertrekken. Op de geplande vertrektijd is er echter geen trein. Op het bord staat nog wel de vertrektijd, zoals die er een half uur later nog steeds staat, maar er is geen trein te bekennen. Er wordt ook niets omgeroepen, althans niet in een voor jou verstaanbare taal. Af en toe kijk je om je heen, maar iedereen, ook de ‘lokalen’ blijft zitten of staan en dus jij ook maar. Er zijn geen officieel uitziende mensen waaraan je kunt vragen hoe ‘het’ nu zit, dus wacht je maar. Per slot van rekening ben je op vakantie en heb je geen haast. Om een uur of drie verschijnt er een mededeling op het bord boven het perron waaruit je kunt afleiden dat de vertrektijd van de trein een kleine twee uur vertraagd is. Kan gebeuren; je hebt vakantie dus so what!

Om vier uur sta je weer op het perron en er staat nu inderdaad een vertrektijd op het bord: 16.20 uur. Mooi denk je, kom ik nog op een redelijke tijd op de plaats van bestemming aan. Weliswaar te laat voor het eten, maar het hotel vind ik nog wel en in de trein is vast wel wat te eten. Om 16.20u is er echter geen trein. Er wordt wel wat omgeroepen, wederom in onverstaanbaar koeterwaals, maar je ziet een deel van de mensen op het perron op een wel haast explosieve manier in beweging komen. Ze rennen naar de trappen en schieten naar beneden. Je gaat er aarzelend achteraan en als de stroom rennende mensen aanzwelt, laat je je maar meegaan in de stroom. Alleen met die zware koffers, rent het toch wat lastiger. Je kunt echter nog net bij de laatste aanhaken en ziet daardoor gelukkig welk perron ze oprennen. Rustig aan, we hebben al twee uur gewacht dus die trein rijdt echt niet weg. Ze weten heus wel dat iedereen van een ander perron moet komen. Je gaat de roltrap op naar boven en komt op het perron aan. Nog net op tijd …… om de deuren van de internationale trein te zien dichtgaan en de trein langzaam het station te zien uitrijden. De volgende trein naar je beoogde eindbestemming gaat morgenochtend vroeg om 7.13u.

Tja, ook al eens meegemaakt? Waar zult u zich afvragen. In Italië, beroemd om de vertragingen na het gedwongen vertrek van Mussolini? In Rusland waar alles een chaos is? In een derde wereld land, waar ze toch niets kunnen regelen? Dat kan allemaal waar zijn, maar ik stond er bij en keek ernaar op ‘ons eigen’ Centraal Station in Amsterdam. De betrokkenen: een groep Japanse toeristen. Wel, die zullen we niet snel terugzien in Nederland!

Helaas zijn treinen die vertraging hebben regel. Personeel waar een vraag aan gesteld kan worden is meestal nergens te bekennen. In de spitstreinen moeten we meestal staan. En tegelijkertijd gaan de tarieven omhoog. Welk privaat bedrijf zou zich dit kunnen permitteren? Het antwoord is duidelijk: geen enkel. Ieder normaal bedrijf dat zich zo zou gedragen, zou al lang failliet zijn. Maar zo niet de Nederlandse Spoorwegen. En waarom niet?
De meest voor de hand liggende reden is dat de NS nog steeds een monopoliepositie inneemt. Het bedrijf wordt dus helemaal niet onderworpen aan ‘de tucht van de markt’. En geen concurrentie betekent dat de klant geen alternatieven heeft. De klant kan kiezen tussen met de auto in de file gaan staan of in het gangpad van de trein gaan staan: wat een keuze!

Op de tweede plaats heeft dit voormalige overheidsbedrijf een schijnprivatisering doorgemaakt. Zo lijken de arbeidsverhoudingen in de verste verte niet op die in een privaat bedrijf. En ook de houding van het personeel is verre van commercieel te noemen, dank zij de archaïsche bedrijfsvoering, maar ook dankzij de oerconservatieve, gestaalde vakbondskaders. Het personeel is, zo lijkt het, helemaal niet geïnteresseerd in een goede verhouding met de klant. Ware dat wel zo dan zou veel vaker voor het actiemiddel van gratis vervoeren van de klant gekozen worden, in plaats van voor het stakingsmiddel.
Nee, er is zowel in de leiding als bij het personeel iets fundamenteel mis. Natuurlijk roept dat de vraag op hoe het dan wel moet. Wel ik zie slechts twee mogelijkheden. Of het bedrijf wordt weer een gewoon overheidsbedrijf, met de bijbehorende publieke controle. De andere mogelijkheid is om echt te privatiseren. Laat de Duitse, Belgische of Franse spoorweg-maatschappijen maar een eerlijke kans krijgen om de treinen op het Nederlandse net te exploiteren. Dat zou dan bij voorkeur voor niet al te lange periodes moeten gebeuren, zodat er van echte concurrentie sprake is. Uiteindelijk dwingt die concurrentie namelijk ertoe te streven naar een optimale prijs-kwaliteitverhouding.

Ongenuanceerd? Vast, maar in ieder geval leidt het tot meer duidelijkheid, en naar mijn vaste overtuiging uiteindelijk tot betere kwaliteit, dan dat typisch Nederlandse pappen en nathouden!
© 2004 Roeland van Geuns
powered by CJ2