archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 17
Jaargang 9
5 juli 2012
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Sehnsucht naar de zee Rebecca van Putten

0917VG Orgel aan Zee
Eeuwen geleden lijkt het wel dat ik in Den Haag woonde. Als ik er nu kom voel ik me bijna een toeriste. Natuurlijk herken ik de stad wel, weet er de weg, maar toch .... . Het is anders.
 
Al een tijdje woon ik in de hoofdstad. Een heel ander leven met nieuwe mensen en andere bezigheden. Een drukke stad die leeft en bruist. Waar je je nek breekt over slenterende toeristen. Waar je, iedere dag weer, je ogen uitkijkt, je verbaast over de schoonheid van de grachten, kleine steegjes, prachtige gevels, de geschiedenis. Toen ik er net woonde donderde ik regelmatig van souterraintrapjes af omdat ik steeds omhoog keek, niet oplette waar ik liep, overweldigd door de schoonheid van de oude huizen. Steeds meer ga ik me er thuis voelen. Ik heb er mijn eigen adresjes voor brood, groenten, lekkere taartjes. Weet precies wanneer welke markt wordt gehouden en wat ik daar precies wil kopen. Als ik door de kleine straatjes van de Jordaan loop en de zon schijnt word ik steeds overvallen door een bijna sentimenteel gevoel. Dat ik hier nooit meer weg wil. Dat ik hier voor eeuwig wil blijven.
 
Eén ding mis ik wel vreselijk: de zee. Als ik naar Den Haag ga en het Centraal Station uitloop denk ik haar al te ruiken, een frisse, zilte lucht. De zeewind, die de ergste hitte uit de stad verdrijft. Herinneringen aan een stormachtige dag, naar het strand gaan en kijken naar de schuimende golven die tegen de basaltblokken aanbeuken. Op een zomerse dag picknicken in de duinen en in de verte de zee kunnen zien terwijl de wind door je haren strijkt. Dat is wat ik pijnlijk mis in Amsterdam, waar de warmte in de stad blijft hangen, samen met de stank van uitlaatgassen.
 
Ik ben opgegroeid in het Haagse Statenkwartier, vlak bij de zee. We speelden als kinderen aan zee, rookten er later ons eerste sigaretje, ons eerste jointje, kregen er onze eerste kus ... . Al mijn jeugdherinneringen zijn sterk verweven met de zee en het strand.
 
Toen ik, nadat ik jaren in de Haagse binnenstad gewoond had, terug verhuisde naar het Statenkwartier voelde dat als thuiskomen. Mijn oude hondje ging meteen in de tuin zitten, stak zijn neus in de lucht en ademde gelukzalig de frisse lucht in. Ik wist precies wat hij rook, hoe hij zich voelde. De totale gekte die hem overviel als je hem losliet aan het strand. Heen en weer rennen, de vloedlijn uitdagen, achter andere honden aanzitten die even dol waren als hij. Een herkenbaar gevoel. Zelf wilde ik ook door het zand rollen, achter een bal aan rennen, giechelend in zee springen. Maar tussen droom en daad zitten sociale conventies: een vrouw van (destijds) midden dertig die zich gedraagt als een kind van 4 wordt op z'n minst vreemd aangekeken. Ik liep dus keurig op blote voeten rustig langs de kustlijn en droomde ondertussen mee met de avonturen van mijn hondje.
 
Dat dromerige gevoel over de zee heb ik nog steeds. Een goede vriendin plaatst steeds foto's op Facebook van haar avondwandelingen over het Scheveningse strand langs de Noordzee. Ik zou er zo in willen springen. En word vervolgens overvallen door twijfel... Zal ik weer terug gaan naar Den Haag? Terug naar de stad waar ik 48 jaar gewoond heb, waar alles vertrouwd is, waar nog zoveel vrienden wonen? Maar dan, de volgende dag, als ik door mijn eigen Amsterdamse buurtje loop, de zon schijnt, het carillon in de verte speelt... dan weet ik het niet meer. Of eigenlijk weet ik wel: dit zou ik ook nooit meer willen missen.
 
Eigenlijk ben ik een hebberig mens: ik wil Amsterdam aan zee. Mijn Haagse vrienden en milieu-activisten zullen me dit niet in dank afnemen, maar steeds als ik lees over stijgende zeespiegels kan ik het bijna niet nalaten even stiekem te juichen. Laat de zee maar stijgen tot aan Amsterdam, denk ik dan. Laat de fabrieken maar stinken en de auto's met 130 kilometer per uur over de snelwegen razen, als het water maar stijgt. Heel egoïstisch: omdat ik niet kan kiezen wens ik half Nederland onder water. Hopelijk vergeeft iedereen het me.
 
En ach, sinds kort heb ik een nieuw liefje. Hij woont vlakbij Amsterdam maar wel .... dichter bij de zee. Er gloort weer een verhuizing aan de horizon.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2012 Rebecca van Putten meer Rebecca van Putten - meer "Een omweg waard"
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Sehnsucht naar de zee Rebecca van Putten
0917VG Orgel aan Zee
Eeuwen geleden lijkt het wel dat ik in Den Haag woonde. Als ik er nu kom voel ik me bijna een toeriste. Natuurlijk herken ik de stad wel, weet er de weg, maar toch .... . Het is anders.
 
Al een tijdje woon ik in de hoofdstad. Een heel ander leven met nieuwe mensen en andere bezigheden. Een drukke stad die leeft en bruist. Waar je je nek breekt over slenterende toeristen. Waar je, iedere dag weer, je ogen uitkijkt, je verbaast over de schoonheid van de grachten, kleine steegjes, prachtige gevels, de geschiedenis. Toen ik er net woonde donderde ik regelmatig van souterraintrapjes af omdat ik steeds omhoog keek, niet oplette waar ik liep, overweldigd door de schoonheid van de oude huizen. Steeds meer ga ik me er thuis voelen. Ik heb er mijn eigen adresjes voor brood, groenten, lekkere taartjes. Weet precies wanneer welke markt wordt gehouden en wat ik daar precies wil kopen. Als ik door de kleine straatjes van de Jordaan loop en de zon schijnt word ik steeds overvallen door een bijna sentimenteel gevoel. Dat ik hier nooit meer weg wil. Dat ik hier voor eeuwig wil blijven.
 
Eén ding mis ik wel vreselijk: de zee. Als ik naar Den Haag ga en het Centraal Station uitloop denk ik haar al te ruiken, een frisse, zilte lucht. De zeewind, die de ergste hitte uit de stad verdrijft. Herinneringen aan een stormachtige dag, naar het strand gaan en kijken naar de schuimende golven die tegen de basaltblokken aanbeuken. Op een zomerse dag picknicken in de duinen en in de verte de zee kunnen zien terwijl de wind door je haren strijkt. Dat is wat ik pijnlijk mis in Amsterdam, waar de warmte in de stad blijft hangen, samen met de stank van uitlaatgassen.
 
Ik ben opgegroeid in het Haagse Statenkwartier, vlak bij de zee. We speelden als kinderen aan zee, rookten er later ons eerste sigaretje, ons eerste jointje, kregen er onze eerste kus ... . Al mijn jeugdherinneringen zijn sterk verweven met de zee en het strand.
 
Toen ik, nadat ik jaren in de Haagse binnenstad gewoond had, terug verhuisde naar het Statenkwartier voelde dat als thuiskomen. Mijn oude hondje ging meteen in de tuin zitten, stak zijn neus in de lucht en ademde gelukzalig de frisse lucht in. Ik wist precies wat hij rook, hoe hij zich voelde. De totale gekte die hem overviel als je hem losliet aan het strand. Heen en weer rennen, de vloedlijn uitdagen, achter andere honden aanzitten die even dol waren als hij. Een herkenbaar gevoel. Zelf wilde ik ook door het zand rollen, achter een bal aan rennen, giechelend in zee springen. Maar tussen droom en daad zitten sociale conventies: een vrouw van (destijds) midden dertig die zich gedraagt als een kind van 4 wordt op z'n minst vreemd aangekeken. Ik liep dus keurig op blote voeten rustig langs de kustlijn en droomde ondertussen mee met de avonturen van mijn hondje.
 
Dat dromerige gevoel over de zee heb ik nog steeds. Een goede vriendin plaatst steeds foto's op Facebook van haar avondwandelingen over het Scheveningse strand langs de Noordzee. Ik zou er zo in willen springen. En word vervolgens overvallen door twijfel... Zal ik weer terug gaan naar Den Haag? Terug naar de stad waar ik 48 jaar gewoond heb, waar alles vertrouwd is, waar nog zoveel vrienden wonen? Maar dan, de volgende dag, als ik door mijn eigen Amsterdamse buurtje loop, de zon schijnt, het carillon in de verte speelt... dan weet ik het niet meer. Of eigenlijk weet ik wel: dit zou ik ook nooit meer willen missen.
 
Eigenlijk ben ik een hebberig mens: ik wil Amsterdam aan zee. Mijn Haagse vrienden en milieu-activisten zullen me dit niet in dank afnemen, maar steeds als ik lees over stijgende zeespiegels kan ik het bijna niet nalaten even stiekem te juichen. Laat de zee maar stijgen tot aan Amsterdam, denk ik dan. Laat de fabrieken maar stinken en de auto's met 130 kilometer per uur over de snelwegen razen, als het water maar stijgt. Heel egoïstisch: omdat ik niet kan kiezen wens ik half Nederland onder water. Hopelijk vergeeft iedereen het me.
 
En ach, sinds kort heb ik een nieuw liefje. Hij woont vlakbij Amsterdam maar wel .... dichter bij de zee. Er gloort weer een verhuizing aan de horizon.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2012 Rebecca van Putten
powered by CJ2