archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 9
8 december 2011
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Queneaus Amphion Willem Minderhout

0904BZ Amphion
Onlangs trof ik in de Anthologie de la poésie Française du XXe siecle 1) een aantal voor mij onbekende gedichten van Raymond Queneau aan. Een ervan trok mijn speciale belangstelling: L’Amphion. Niet alleen omdat het precies op pagina 444 stond maar vooral omdat het me deed denken aan de ‘amphionie’, de kunst om een gedeelte van de stad zo te doorlopen ‘dat in de ziel van een amphion (de beoefenaar van die wandelkunst) gevoelens worden opgewekt die behoren tot het schone en het sublieme, zoals de muziek, de poëzie etc. dat doen’ die baron d’Ormesan bedreef in een verhaal van Apollinaire waarover ik eerder in De Leunstoel schreef. 2)

Ik vond dit grappig omdat ik Apollinaire ben gaan lezen omdat hij een belangrijke rol speelt in Cardinal Pölätüo van Stefan Themerson. Themerson was ik ooit gaan lezen omdat hij in zijn uitgeverijtje – The Gaberbocchus Press – Queneaus werk uitgaf. De driehoek leek gesloten.
Om er achter te komen of Qeneaus Amphion iets met Apollinaires Amphion te maken heeft moest ik het uiteraard eerst vertalen. Gelukkig is het kort.

L’Amphion
Le Paris que vous aimâtes
N’est pas celui que nous aimons
Et nous nous dirigeons sans hâte
Vers celui que nous oublierons

Topographies ! Itinéraires !
Dérivés a travers la ville !
Souvenirs des ancient horaires !
Que la mémoire est dificile …

Et sans un plan sous les yeux
On ne nous comprendra plus
Car tout ceci n’est que jeu
Et l’oubli d’un temps perdu.

De Amphion
Het Parijs waar jullie van hielden
Is niet dezelfde waar wij van houden
En wij bewegen ons zonder haast
Naar degene die ons zal vergeten

Plaatsbeschrijvingen! Routeplannen!
Dooltochten door de stad!
Overblijfselen van oude tijdschema’s!
Wat is het geheugen toch moeilijk …

En zonder een plattegrond onder ogen
Zal men ons niet meer begrijpen
Want dit alles is slechts spel
En het vergeten van een verloren tijd.

De bedoeling lijkt me duidelijk. Ieder individu, iedere generatie, zwerft op zijn eigen manier door de stad en plakt herinneringen en betekenissen aan de gebouwen, de wegen en de parken die niet meer lijken op de herinneringen en betekenissen die de vorige generatie aan de stad gaven. Ook onze ‘amfionieën’ zullen door die van de volgende generatie worden overwoekerd en verdwijnen. Wij zijn allemaal als de mythische Amphion van Thebe, die alleen maar zijn lier hoefde te beroeren of de stenen van de stad sprongen vanzelf op hun plaats. Het lijkt er dus sterk op dat Queneau door Apollinaires verhaal geïnspireerd was toen hij L´Amphion schreef.

Op zoek naar een correcte vertaling voor ´dérives´ werd deze indruk nog versterkt. Ik vond een website van de verwoede wandelaar Frans van de Pol: ´Dérive is etymologisch verwant met 'drift'; dériver betekent letterlijk afdrijven, op drift raken, dolen. Het woord was in de jaren '60 en '70 in zwang onder Franse intellectuelen; Guy Debord, paus van de situationisten, publiceerde in 1958 zijn Théorie de la dérive, waarin hij dérive omschreef als een 'techniek om vluchtig wisselende omgevingen te doorkruisen' - een pleidooi voor stedelijke dooltochten, naar het voorbeeld van de surrealisten, die zulke geestverruimende omzwervingen al eerder hadden beproefd. In het daaropvolgende decennium verbreedde de betekenis van dérive zich in intellectuele kringen tot die van 'ongecontroleerde, spontane, passieve beweging' 3)

Apollinaires ‘L'Amphion Faux Messie Ou Histoires Et Aventures du baron d'Ormesan uit 1910 4) blijkt zich dus via Queneaus ‘L’ Amphion’ (1943) ontwikkeld te hebben tot een situationistische theorie van de woeste stadswandeling in 1958.
Onze hoofdredacteur en wandelschrijver Frits Hoorweg blijkt een indrukwekkende stamboom te hebben!

PS: Na het schrijven van dit stukje viel me pas op dat de samensteller van de Anthologie de la poésie Française du XXe siecle, Michel Décaudin dezelfde auteur is wiens biografie van Apollinaire (Apollinaire, Livre de Poche, 2002) ik al voor een aantal Leunstoelstukjes gebruikt heb. Zo blijft het leven en het lezen lekker overzichtelijk!

1) Michel Décaudin ed. (1983 200), Anthologie de la poésie Française du XXe siecle, Gallimard, Parijs.
2) Willem Minderhout (2007), ‘Wandelkunst en teleprojectie’,
3) Op drift / ronddolen/ afdwalen / La dérive, Notities bij ‘Het plezier van de tekst’, http://www.taalfilosofie.nl/not_derive.html
4) Apollinaires L’ Héresiarque is integraal in pdf te lezen op http://www.revistakatharsis.org/lhere.pdf


© 2011 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Queneaus Amphion Willem Minderhout
0904BZ Amphion
Onlangs trof ik in de Anthologie de la poésie Française du XXe siecle 1) een aantal voor mij onbekende gedichten van Raymond Queneau aan. Een ervan trok mijn speciale belangstelling: L’Amphion. Niet alleen omdat het precies op pagina 444 stond maar vooral omdat het me deed denken aan de ‘amphionie’, de kunst om een gedeelte van de stad zo te doorlopen ‘dat in de ziel van een amphion (de beoefenaar van die wandelkunst) gevoelens worden opgewekt die behoren tot het schone en het sublieme, zoals de muziek, de poëzie etc. dat doen’ die baron d’Ormesan bedreef in een verhaal van Apollinaire waarover ik eerder in De Leunstoel schreef. 2)

Ik vond dit grappig omdat ik Apollinaire ben gaan lezen omdat hij een belangrijke rol speelt in Cardinal Pölätüo van Stefan Themerson. Themerson was ik ooit gaan lezen omdat hij in zijn uitgeverijtje – The Gaberbocchus Press – Queneaus werk uitgaf. De driehoek leek gesloten.
Om er achter te komen of Qeneaus Amphion iets met Apollinaires Amphion te maken heeft moest ik het uiteraard eerst vertalen. Gelukkig is het kort.

L’Amphion
Le Paris que vous aimâtes
N’est pas celui que nous aimons
Et nous nous dirigeons sans hâte
Vers celui que nous oublierons

Topographies ! Itinéraires !
Dérivés a travers la ville !
Souvenirs des ancient horaires !
Que la mémoire est dificile …

Et sans un plan sous les yeux
On ne nous comprendra plus
Car tout ceci n’est que jeu
Et l’oubli d’un temps perdu.

De Amphion
Het Parijs waar jullie van hielden
Is niet dezelfde waar wij van houden
En wij bewegen ons zonder haast
Naar degene die ons zal vergeten

Plaatsbeschrijvingen! Routeplannen!
Dooltochten door de stad!
Overblijfselen van oude tijdschema’s!
Wat is het geheugen toch moeilijk …

En zonder een plattegrond onder ogen
Zal men ons niet meer begrijpen
Want dit alles is slechts spel
En het vergeten van een verloren tijd.

De bedoeling lijkt me duidelijk. Ieder individu, iedere generatie, zwerft op zijn eigen manier door de stad en plakt herinneringen en betekenissen aan de gebouwen, de wegen en de parken die niet meer lijken op de herinneringen en betekenissen die de vorige generatie aan de stad gaven. Ook onze ‘amfionieën’ zullen door die van de volgende generatie worden overwoekerd en verdwijnen. Wij zijn allemaal als de mythische Amphion van Thebe, die alleen maar zijn lier hoefde te beroeren of de stenen van de stad sprongen vanzelf op hun plaats. Het lijkt er dus sterk op dat Queneau door Apollinaires verhaal geïnspireerd was toen hij L´Amphion schreef.

Op zoek naar een correcte vertaling voor ´dérives´ werd deze indruk nog versterkt. Ik vond een website van de verwoede wandelaar Frans van de Pol: ´Dérive is etymologisch verwant met 'drift'; dériver betekent letterlijk afdrijven, op drift raken, dolen. Het woord was in de jaren '60 en '70 in zwang onder Franse intellectuelen; Guy Debord, paus van de situationisten, publiceerde in 1958 zijn Théorie de la dérive, waarin hij dérive omschreef als een 'techniek om vluchtig wisselende omgevingen te doorkruisen' - een pleidooi voor stedelijke dooltochten, naar het voorbeeld van de surrealisten, die zulke geestverruimende omzwervingen al eerder hadden beproefd. In het daaropvolgende decennium verbreedde de betekenis van dérive zich in intellectuele kringen tot die van 'ongecontroleerde, spontane, passieve beweging' 3)

Apollinaires ‘L'Amphion Faux Messie Ou Histoires Et Aventures du baron d'Ormesan uit 1910 4) blijkt zich dus via Queneaus ‘L’ Amphion’ (1943) ontwikkeld te hebben tot een situationistische theorie van de woeste stadswandeling in 1958.
Onze hoofdredacteur en wandelschrijver Frits Hoorweg blijkt een indrukwekkende stamboom te hebben!

PS: Na het schrijven van dit stukje viel me pas op dat de samensteller van de Anthologie de la poésie Française du XXe siecle, Michel Décaudin dezelfde auteur is wiens biografie van Apollinaire (Apollinaire, Livre de Poche, 2002) ik al voor een aantal Leunstoelstukjes gebruikt heb. Zo blijft het leven en het lezen lekker overzichtelijk!

1) Michel Décaudin ed. (1983 200), Anthologie de la poésie Française du XXe siecle, Gallimard, Parijs.
2) Willem Minderhout (2007), ‘Wandelkunst en teleprojectie’,
3) Op drift / ronddolen/ afdwalen / La dérive, Notities bij ‘Het plezier van de tekst’, http://www.taalfilosofie.nl/not_derive.html
4) Apollinaires L’ Héresiarque is integraal in pdf te lezen op http://www.revistakatharsis.org/lhere.pdf
© 2011 Willem Minderhout
powered by CJ2