archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 9
17 november 2011
Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Het brein van de loodgieter Joop Quint

0903BZ Loodgieter
Leest een loodgieter? Natuurlijk leest een loodgieter. Gaat hij ‘De tien geboden voor het brein’ lezen? Dat is het laatste boek van professor René Kahn, psychiater. Waarschijnlijk niet. Is dat erg? Nee. Waarom niet? Dat boek is niet voor hem geschreven.

Een interview met René Kahn staat in NRC Handelsblad van 28 oktober 2011. In dat interview stelt hij, terecht, dat onze hersenen geen statisch gegeven zijn. We kunnen de flexibiliteit en kwaliteit ervan beïnvloeden door ons gedrag en door de omgeving die we kiezen. Zo komt hij tot tien geboden voor het brein. Die staan in het boek met de gelijknamige titel.

Kahn bedoelt een grachtengordelbrein. Dat wordt duidelijk uit zijn tien geboden. Op één, met stip, staat ‘studeer’, vooral vreemde talen. Op drie komt ‘maak muziek’. Verder is er ook nog ‘geniet aanzien’, op zes. Allemaal zaken waar de gemiddelde loodgieter niet zo gauw aan toe komt. Om Kahn recht te doen, is zijn tiende gebod: ‘Kies uw ouders met zorg.’ Daarmee relativeert hij de eerste negen geboden. Veel wordt door onze genen bepaald.

De schrijver heeft het dus vooral over het grachtengordelbrein. Ik kan het weten, want ik woon aan de grachtengordel. En het klopt precies. Mijn vrouw (63) heeft zich in de laatste jaren eerst Italiaans en later Bahasa Indonesia geleerd. Ze is ook met het bespelen van de accordeon begonnen. Met haar brein komt het wel goed. Ik schat mijn eigen brein in als vrij hopeloos. Ik houd me maar aan twee van de tien geboden: ik maak vrienden (5) en ik stress niet veel (4). Maar ik heb nog nooit een muziekinstrument aangeraakt (3), ik drink te veel (dat mag niet, gebod 7) en met het ‘zweten’, ‘bewegen’(8) is het ook niet goed gesteld.

Kahn maakt een klassieke fout. Hij lijkt zich niet bewust van zijn referentiekader. Overigens een beetje een vreemde fout voor een psychiater, maar toch een die door veel gedragswetenschappers wordt gemaakt. Kijkend naar zijn tien geboden moet de conclusie wel zijn dat Kahns referentiekader overwegend bestaat uit hijzelf, zijn familie, vrienden, collega’s, studenten en patiënten. Daarbij zijn vast niet veel loodgieters, tegelzetters, verwarmingsmonteurs, huisvrouwen en kapsters. Is het voor hen wel mogelijk om de kwaliteit van hun brein te verbeteren? Of is het een hopeloze zaak? En als ze iets aan hun brein willen doen, hoe moet dat dan? Dat is voor een volgend boek van René Kahn, of voor een aanpassing van de tien geboden.
 
************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2011 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Het brein van de loodgieter Joop Quint
0903BZ Loodgieter
Leest een loodgieter? Natuurlijk leest een loodgieter. Gaat hij ‘De tien geboden voor het brein’ lezen? Dat is het laatste boek van professor René Kahn, psychiater. Waarschijnlijk niet. Is dat erg? Nee. Waarom niet? Dat boek is niet voor hem geschreven.

Een interview met René Kahn staat in NRC Handelsblad van 28 oktober 2011. In dat interview stelt hij, terecht, dat onze hersenen geen statisch gegeven zijn. We kunnen de flexibiliteit en kwaliteit ervan beïnvloeden door ons gedrag en door de omgeving die we kiezen. Zo komt hij tot tien geboden voor het brein. Die staan in het boek met de gelijknamige titel.

Kahn bedoelt een grachtengordelbrein. Dat wordt duidelijk uit zijn tien geboden. Op één, met stip, staat ‘studeer’, vooral vreemde talen. Op drie komt ‘maak muziek’. Verder is er ook nog ‘geniet aanzien’, op zes. Allemaal zaken waar de gemiddelde loodgieter niet zo gauw aan toe komt. Om Kahn recht te doen, is zijn tiende gebod: ‘Kies uw ouders met zorg.’ Daarmee relativeert hij de eerste negen geboden. Veel wordt door onze genen bepaald.

De schrijver heeft het dus vooral over het grachtengordelbrein. Ik kan het weten, want ik woon aan de grachtengordel. En het klopt precies. Mijn vrouw (63) heeft zich in de laatste jaren eerst Italiaans en later Bahasa Indonesia geleerd. Ze is ook met het bespelen van de accordeon begonnen. Met haar brein komt het wel goed. Ik schat mijn eigen brein in als vrij hopeloos. Ik houd me maar aan twee van de tien geboden: ik maak vrienden (5) en ik stress niet veel (4). Maar ik heb nog nooit een muziekinstrument aangeraakt (3), ik drink te veel (dat mag niet, gebod 7) en met het ‘zweten’, ‘bewegen’(8) is het ook niet goed gesteld.

Kahn maakt een klassieke fout. Hij lijkt zich niet bewust van zijn referentiekader. Overigens een beetje een vreemde fout voor een psychiater, maar toch een die door veel gedragswetenschappers wordt gemaakt. Kijkend naar zijn tien geboden moet de conclusie wel zijn dat Kahns referentiekader overwegend bestaat uit hijzelf, zijn familie, vrienden, collega’s, studenten en patiënten. Daarbij zijn vast niet veel loodgieters, tegelzetters, verwarmingsmonteurs, huisvrouwen en kapsters. Is het voor hen wel mogelijk om de kwaliteit van hun brein te verbeteren? Of is het een hopeloze zaak? En als ze iets aan hun brein willen doen, hoe moet dat dan? Dat is voor een volgend boek van René Kahn, of voor een aanpassing van de tien geboden.
 
************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2011 Joop Quint
powered by CJ2