archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 9
3 november 2011
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Van Leeuwarden naar Lewarde Dik Kruithof

0902VG Lewarde1
Toevallig waren we op vakantie in Kamerijk in Noord Frankrijk, zelf noemen ze het nu Cambray maar in de tijd van de Unie’s van Utrecht en Atrecht was het echt Nederlandstalig.
Het is een mooi gebied, zeker als je van de snelweg af bent. De snelwegen lopen er buiten de vanouds bewoonde gebieden over de glooiende heuvels. Een mooi en weids landschap dat een beetje doet denken aan de Friese wouden op heuvels, maar er is veel meer dat je pas ziet als je van die snelweg af bent: rivierdalen met leuke oude steden, overblijfselen van een rijk industrieel verleden (ooit was dit het industriële centrum van Frankrijk) en veel sporen van vooral de eerste wereldoorlog.

Als je zelf in Leeuwarden woont is een bordje met Centre Historique Minier Lewarde natuurlijk extra aantrekkelijk. Zo presenteert zich het belangrijkste Mijnbouwmuseum van Frankrijk. Het is in de jaren ’70 ontstaan om bijna drie eeuwen mijnbouw, met alle industriële en sociale gevolgen die dat heeft gehad in de mijnregio Nord/Pas-de-Calais, te laten zien. Gekozen is toen voor het in stad houden van de Delloye-kolenmijn in Lewarde, in de buurt van Douai. Van 1931 t/m 1971 werd in deze mijn steenkool gedolven en in de toptijden werkten er ongeveer 1000 mijnwerkers. Veel documenten, machines en ander materiaal uit de kolenmijnen die gesloten werden, zijn in de loop van de tijd hier terecht gekomen. Het is nu een schatkamer vol herinneringen aan de mijnbouw in Nord/Pas-de-Calais, en bestaat uit 7500 m² industriële gebouwen en bovenbouw, op een stuk grond van 8 hectare.

Ondergronds (maar niet diep, de echte mijn is helemaal volgestort) is een gangenstelsel te bezoeken waarin de mijnbouw in verschillende tijden zichtbaar wordt gemaakt: van het met menskracht afvoeren van de gewonnen steenkool tot de mijnpaarden en de minitreintjes. Het is een indrukwekkend overzicht van het menselijk vermogen om de manier van werken steeds verder te verbeteren en gebruik te maken van technische vernieuwing. Maar daarnaast vergeet je nooit de verschrikkelijke omstandigheden waaronder dit werk moest worden gedaan. Ook de veiligheidsrisico’s en de uitvindingen om de veiligheid te verbeteren komen uitgebreid aan de orde.

In het0902VG Lewarde2 museumgedeelte wordt veel ruimte besteed aan de mensen die in de mijnen gewerkt hebben. De mijnbouw begon in dit gebied op bescheiden schaal vanaf 1757. De aantallen mijnwerkers liepen op van 9.000 in 1840 tot 85.000 in 1900. Uiteraard waren in die tijd de lonen sluitpost. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan de grote armoede en de sociale strijd die gevoerd is. Zo werd bij voorbeeld in 1892 de Vrouwenarbeid ondergronds verboden. Uiteraard werkten ze nog wel bovengronds aan de sorteerbanden, om rots en steenkool te scheiden. In de eerste wereldoorlog lag het front in dit gebied en worden sommige mijnen door de Duitsers bezet en later vernield. Toen alles weer was opgebouwd waren er buitenlanders nodig, vooral Polen. Na de tweede wereldoorlog, toen in de zestiger jaren de eigen jongeren zich afkeerden van het werk in de mijnen, kwamen er 78.000 Marokkanen op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Toen die net de status van mijnwerker hadden afgedwongen in een laatste stakingsgolf werd (vanaf 1980) de exploitatie beëindigd. De buitenlandse concurrentie kon de kolen (en soms olie of gas) goedkoper leveren.

Naast de sociale geschiedenis is er veel te zien van de hulpmiddelen die in de loop van tweehonderd jaar mijnbouw zijn gebruikt. De paardenstallen zijn – leeg – te bezichtigen en daarna komen de technische uitvindingen: treinen en stoommachines uit alle tijden. Daar hoort natuurlijk ook het sorteer- en afvoerprobleem bij: alles wat uit de mijn naar boven werd gebracht werd daar door nijvere handen nog eens gesorteerd op bruikbaarheid. Niet voor niets zijn de afvalbergen een van de kenmerken van het Noordfranse landschap.
Een indrukwekkende ervaring, dit monument voor de Franse mijnbouwgeschiedenis.

Zie ook: www.chm-lewarde.com of makkelijker:
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2011 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Van Leeuwarden naar Lewarde Dik Kruithof
0902VG Lewarde1
Toevallig waren we op vakantie in Kamerijk in Noord Frankrijk, zelf noemen ze het nu Cambray maar in de tijd van de Unie’s van Utrecht en Atrecht was het echt Nederlandstalig.
Het is een mooi gebied, zeker als je van de snelweg af bent. De snelwegen lopen er buiten de vanouds bewoonde gebieden over de glooiende heuvels. Een mooi en weids landschap dat een beetje doet denken aan de Friese wouden op heuvels, maar er is veel meer dat je pas ziet als je van die snelweg af bent: rivierdalen met leuke oude steden, overblijfselen van een rijk industrieel verleden (ooit was dit het industriële centrum van Frankrijk) en veel sporen van vooral de eerste wereldoorlog.

Als je zelf in Leeuwarden woont is een bordje met Centre Historique Minier Lewarde natuurlijk extra aantrekkelijk. Zo presenteert zich het belangrijkste Mijnbouwmuseum van Frankrijk. Het is in de jaren ’70 ontstaan om bijna drie eeuwen mijnbouw, met alle industriële en sociale gevolgen die dat heeft gehad in de mijnregio Nord/Pas-de-Calais, te laten zien. Gekozen is toen voor het in stad houden van de Delloye-kolenmijn in Lewarde, in de buurt van Douai. Van 1931 t/m 1971 werd in deze mijn steenkool gedolven en in de toptijden werkten er ongeveer 1000 mijnwerkers. Veel documenten, machines en ander materiaal uit de kolenmijnen die gesloten werden, zijn in de loop van de tijd hier terecht gekomen. Het is nu een schatkamer vol herinneringen aan de mijnbouw in Nord/Pas-de-Calais, en bestaat uit 7500 m² industriële gebouwen en bovenbouw, op een stuk grond van 8 hectare.

Ondergronds (maar niet diep, de echte mijn is helemaal volgestort) is een gangenstelsel te bezoeken waarin de mijnbouw in verschillende tijden zichtbaar wordt gemaakt: van het met menskracht afvoeren van de gewonnen steenkool tot de mijnpaarden en de minitreintjes. Het is een indrukwekkend overzicht van het menselijk vermogen om de manier van werken steeds verder te verbeteren en gebruik te maken van technische vernieuwing. Maar daarnaast vergeet je nooit de verschrikkelijke omstandigheden waaronder dit werk moest worden gedaan. Ook de veiligheidsrisico’s en de uitvindingen om de veiligheid te verbeteren komen uitgebreid aan de orde.

In het0902VG Lewarde2 museumgedeelte wordt veel ruimte besteed aan de mensen die in de mijnen gewerkt hebben. De mijnbouw begon in dit gebied op bescheiden schaal vanaf 1757. De aantallen mijnwerkers liepen op van 9.000 in 1840 tot 85.000 in 1900. Uiteraard waren in die tijd de lonen sluitpost. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan de grote armoede en de sociale strijd die gevoerd is. Zo werd bij voorbeeld in 1892 de Vrouwenarbeid ondergronds verboden. Uiteraard werkten ze nog wel bovengronds aan de sorteerbanden, om rots en steenkool te scheiden. In de eerste wereldoorlog lag het front in dit gebied en worden sommige mijnen door de Duitsers bezet en later vernield. Toen alles weer was opgebouwd waren er buitenlanders nodig, vooral Polen. Na de tweede wereldoorlog, toen in de zestiger jaren de eigen jongeren zich afkeerden van het werk in de mijnen, kwamen er 78.000 Marokkanen op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Toen die net de status van mijnwerker hadden afgedwongen in een laatste stakingsgolf werd (vanaf 1980) de exploitatie beëindigd. De buitenlandse concurrentie kon de kolen (en soms olie of gas) goedkoper leveren.

Naast de sociale geschiedenis is er veel te zien van de hulpmiddelen die in de loop van tweehonderd jaar mijnbouw zijn gebruikt. De paardenstallen zijn – leeg – te bezichtigen en daarna komen de technische uitvindingen: treinen en stoommachines uit alle tijden. Daar hoort natuurlijk ook het sorteer- en afvoerprobleem bij: alles wat uit de mijn naar boven werd gebracht werd daar door nijvere handen nog eens gesorteerd op bruikbaarheid. Niet voor niets zijn de afvalbergen een van de kenmerken van het Noordfranse landschap.
Een indrukwekkende ervaring, dit monument voor de Franse mijnbouwgeschiedenis.

Zie ook: www.chm-lewarde.com of makkelijker:
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2011 Dik Kruithof
powered by CJ2