archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 1
6 november 2003
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Hollywood heeft Clint Eastwood ingelijfd Hans Knegtmans

0103Hollywood heeftNa elf bijrollen in volstrekte anonimiteit brak acteur Clint Eastwood in 1964 door met Per il pugno di dollari, in de westerse wereld beter bekend als A Fistful of Dollars. Begeleid door de muziek van Ennio Morricone schoot hij van onder zijn poncho de – voornamelijk Mexicaanse – schurken bij bosjes neer, een cigarillo in de mondhoek. De spaghetti western was geboren. In rap tempo verschenen For a Few Dollars More en The Good, the Bad and the Ugly. Sergio Leone’s drieluik werd in de wandeling The Man With No Name genoemd. En dat terwijl Clints filmpersonage toch wel degelijk een naam had: Joe in het eerste en derde deel, Monco in het tweede. Maar goed, in die tijd was het gezin nog de hoeksteen van de samenleving en wie in zijn eentje zonder duidelijk doel door de woestijn sjouwde, werd al gauw een zonderling gevonden van wie het onbelangrijk was hoe hij heette.

Weinigen zullen toen bevroed hebben dat deze antiheld, negenendertig jaar en tweeënveertig optredens later, met ieders instemming opgenomen zou zijn in de hall of fame van de Amerikaanse speelfilm. De critici begonnen Eastwood serieus te nemen toen hij behalve de hoofdrol ook de regie van zijn films ter hand nam. Van zijn leermeesters Sergio Leone en later Don – ‘Dirty Harry’ – Siegel had hij afgekeken hoe je een film maakt, en in 1971 liet hij zien hoe goed hij had opgelet. Play Misty for Me was een doodenge thriller, waarin Clint als nachtelijke deejay het doelwit werd van een verliefde fan.

De ouderdom kwam voor Clint niet zozeer met gebreken, als wel met een uitpuilende prijzenkast. De regen aan onderscheidingen bereikte zijn hoogtepunt met Unforgiven uit 1992, misschien niet de beste western aller tijden maar wel een definitief afscheid van een genre. Er waren maar weinig festivals waar de film niet gelauwerd werd, en met een Oscar voor beste regie en beste speelfilm werd Eastwood tegen heug en meug ingelijfd door het film-establishment. Een jaar later maakte hij het ook al prachtige A Perfect World. Een ontsnapte gevangene (Kevin Costner) gijzelt een klein jongetje en politieman Eastwood leidt de klopjacht. Pas later ontdekt de kijker, dat er voor Eastwood meer op het spel staat dan zijn beroepseer. Daarna werd het allemaal wat minder, al kreeg de romantische film The Bridges of Madison County de zalen goed gevuld met een niet meer zo piep publiek: een substantiële minderheid van Eastwoodgangers bestaat uit bezoekers van boven de dertig, en in de bioscoopbranche – die drijft op tieners en twintigers – behoren dertig plussers tot de categorie bejaarden.

Met het klimmen der jaren stelt Eastwood explicieter dan vroeger morele kwesties aan de orde. Die thematiek is zo overheersend dat ik verbaasd ben als hij het een keer anders aanpakt. In True Crime gaat hij op de versiertoer, en maakt even olijke als ordinaire toespelingen op het liefdesspel. Een man van zeventig!
Gelukkig is zijn nieuwste film – de vierde die hij regisseert zonder er zelf in op te treden - weer een onvervalste studie in moraliteit. Mystic River is de totnogtoe meest succesvolle roman van thrillerschrijver Dennis Lehane. Net als in het boek begint de film met een flashback. Drie schooljongens in Boston – Dave, Sean en Jimmy – spelen op straat. Een passerende auto stopt en een man die zegt politie-agent te zijn, spreekt de jongens streng toe. Dave moet zelfs mee in de auto, naar het bureau. Pas dagen later komt hij weer thuis en het is niet moeilijk te raden, dat hij die tijd niet op het politiebureau heeft doorgebracht. Zo’n vijfentwintig jaar later is de vriendschap van vroeger verwaterd. De aanleiding dat de drie weer met elkaar te maken krijgen, is tragisch genoeg. Na een avondje stappen met vriendinnen komt de negentienjarige dochter van Jimmy (Sean Penn) niet thuis. De daarop volgende scènes tonen een indrukwekkend staaltje van regiekunst. Terwijl de toeschouwer al weet dat Jimmy zijn dochter niet levend zal terugzien, gaat deze gewoon door met de dingen die gebeuren moeten, te beginnen met zijn werk als eigenaar van een drugstore. Gelijktijdig zoekt zijn jeugdvriend Sean (Kevin Bacon) die bij de politie is gegaan naar het vermiste meisje. De kijker wacht met angst en beven het moment af dat hij haar zal vinden. Dave intussen komt in het holst van de nacht thuis, gewond aan zijn hand, en vertelt zijn vrouw een incoherent verhaal over een man met wie hij op straat in een vechtpartij verzeild raakte. De echtgenotes van Jimmy en Dave zijn nichten van elkaar en dat leidt ertoe dat, wanneer dochter Katie inderdaad vermoord blijkt te zijn, de vrienden elkaar weer tegenkomen. Jimmy als rouwende vader wiens gevoelens heen en weer springen tussen ontreddering en razernij, Dave als labiel familielid dat zich niet aan zijn sociale verplichtingen onttrekt, en Sean als politieman die zijn werk voorrang moet geven boven loyaliteiten van vroeger.
De intrige is complex en virtuoos, maar de film blijft niet zo meeslepend als het zich even liet aanzien. Te snel zakt het verhaal in en het scenario doet soms aan een kurkentrekker denken: de vertellijn komt weer op dezelfde plaats uit als daarnet, zonder dat er veel voortgang geboekt is. Dave is de labiliteit zelve en vertelt gevarieerde onzin over de toedracht van zijn verwonding. Het vermoeden rijst dat hij misschien wel de moordenaar van Katie is. Jimmy begint dat in wankelmoedige momenten ook te denken en dat maakt de gesprekken tussen de vrienden van weleer knap ongemakkelijk. Sean doet zijn werk, en blijft enigszins in de periferie van het verhaal. Regelmatig speculeert hij met zijn werkpartner over de toedracht van de moord. Daardoor lijkt het alsof er twee films in elkaar gevlochten zijn.

Deze suggestie wordt versterkt door de verschillen in acteerstijl. In het psychologisch drama bieden Tim Robbins en Seann Penn lustig tegen elkaar op. Vooral Penn geeft zich over aan method acting zoals we dat kennen van Marlon Brando, Al Pacino en andere alumni van de Actor’s Studio. Anderzijds zijn Bacon en zijn collega (Laurence Fishburne) nauwelijks te onderscheiden van rechercheurs uit willekeurig welke politiefilm. Door dit alles heeft de film precies dezelfde zwakke plekken als het boek. Auteur Dennis Lehane – die als co-scenarist aan de film meewerkte – is in zijn betere romans in staat tot akelig precieze bespiegelingen over het menselijk tekort. Helaas is Mystic River – zowel de film als het boek – niet transparant genoeg om de toeschouwer een onbelemmerd kijkje te gunnen in de diepten van de menselijke ziel.

© 2004 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Hollywood heeft Clint Eastwood ingelijfd Hans Knegtmans
0103Hollywood heeftNa elf bijrollen in volstrekte anonimiteit brak acteur Clint Eastwood in 1964 door met Per il pugno di dollari, in de westerse wereld beter bekend als A Fistful of Dollars. Begeleid door de muziek van Ennio Morricone schoot hij van onder zijn poncho de – voornamelijk Mexicaanse – schurken bij bosjes neer, een cigarillo in de mondhoek. De spaghetti western was geboren. In rap tempo verschenen For a Few Dollars More en The Good, the Bad and the Ugly. Sergio Leone’s drieluik werd in de wandeling The Man With No Name genoemd. En dat terwijl Clints filmpersonage toch wel degelijk een naam had: Joe in het eerste en derde deel, Monco in het tweede. Maar goed, in die tijd was het gezin nog de hoeksteen van de samenleving en wie in zijn eentje zonder duidelijk doel door de woestijn sjouwde, werd al gauw een zonderling gevonden van wie het onbelangrijk was hoe hij heette.

Weinigen zullen toen bevroed hebben dat deze antiheld, negenendertig jaar en tweeënveertig optredens later, met ieders instemming opgenomen zou zijn in de hall of fame van de Amerikaanse speelfilm. De critici begonnen Eastwood serieus te nemen toen hij behalve de hoofdrol ook de regie van zijn films ter hand nam. Van zijn leermeesters Sergio Leone en later Don – ‘Dirty Harry’ – Siegel had hij afgekeken hoe je een film maakt, en in 1971 liet hij zien hoe goed hij had opgelet. Play Misty for Me was een doodenge thriller, waarin Clint als nachtelijke deejay het doelwit werd van een verliefde fan.

De ouderdom kwam voor Clint niet zozeer met gebreken, als wel met een uitpuilende prijzenkast. De regen aan onderscheidingen bereikte zijn hoogtepunt met Unforgiven uit 1992, misschien niet de beste western aller tijden maar wel een definitief afscheid van een genre. Er waren maar weinig festivals waar de film niet gelauwerd werd, en met een Oscar voor beste regie en beste speelfilm werd Eastwood tegen heug en meug ingelijfd door het film-establishment. Een jaar later maakte hij het ook al prachtige A Perfect World. Een ontsnapte gevangene (Kevin Costner) gijzelt een klein jongetje en politieman Eastwood leidt de klopjacht. Pas later ontdekt de kijker, dat er voor Eastwood meer op het spel staat dan zijn beroepseer. Daarna werd het allemaal wat minder, al kreeg de romantische film The Bridges of Madison County de zalen goed gevuld met een niet meer zo piep publiek: een substantiële minderheid van Eastwoodgangers bestaat uit bezoekers van boven de dertig, en in de bioscoopbranche – die drijft op tieners en twintigers – behoren dertig plussers tot de categorie bejaarden.

Met het klimmen der jaren stelt Eastwood explicieter dan vroeger morele kwesties aan de orde. Die thematiek is zo overheersend dat ik verbaasd ben als hij het een keer anders aanpakt. In True Crime gaat hij op de versiertoer, en maakt even olijke als ordinaire toespelingen op het liefdesspel. Een man van zeventig!
Gelukkig is zijn nieuwste film – de vierde die hij regisseert zonder er zelf in op te treden - weer een onvervalste studie in moraliteit. Mystic River is de totnogtoe meest succesvolle roman van thrillerschrijver Dennis Lehane. Net als in het boek begint de film met een flashback. Drie schooljongens in Boston – Dave, Sean en Jimmy – spelen op straat. Een passerende auto stopt en een man die zegt politie-agent te zijn, spreekt de jongens streng toe. Dave moet zelfs mee in de auto, naar het bureau. Pas dagen later komt hij weer thuis en het is niet moeilijk te raden, dat hij die tijd niet op het politiebureau heeft doorgebracht. Zo’n vijfentwintig jaar later is de vriendschap van vroeger verwaterd. De aanleiding dat de drie weer met elkaar te maken krijgen, is tragisch genoeg. Na een avondje stappen met vriendinnen komt de negentienjarige dochter van Jimmy (Sean Penn) niet thuis. De daarop volgende scènes tonen een indrukwekkend staaltje van regiekunst. Terwijl de toeschouwer al weet dat Jimmy zijn dochter niet levend zal terugzien, gaat deze gewoon door met de dingen die gebeuren moeten, te beginnen met zijn werk als eigenaar van een drugstore. Gelijktijdig zoekt zijn jeugdvriend Sean (Kevin Bacon) die bij de politie is gegaan naar het vermiste meisje. De kijker wacht met angst en beven het moment af dat hij haar zal vinden. Dave intussen komt in het holst van de nacht thuis, gewond aan zijn hand, en vertelt zijn vrouw een incoherent verhaal over een man met wie hij op straat in een vechtpartij verzeild raakte. De echtgenotes van Jimmy en Dave zijn nichten van elkaar en dat leidt ertoe dat, wanneer dochter Katie inderdaad vermoord blijkt te zijn, de vrienden elkaar weer tegenkomen. Jimmy als rouwende vader wiens gevoelens heen en weer springen tussen ontreddering en razernij, Dave als labiel familielid dat zich niet aan zijn sociale verplichtingen onttrekt, en Sean als politieman die zijn werk voorrang moet geven boven loyaliteiten van vroeger.
De intrige is complex en virtuoos, maar de film blijft niet zo meeslepend als het zich even liet aanzien. Te snel zakt het verhaal in en het scenario doet soms aan een kurkentrekker denken: de vertellijn komt weer op dezelfde plaats uit als daarnet, zonder dat er veel voortgang geboekt is. Dave is de labiliteit zelve en vertelt gevarieerde onzin over de toedracht van zijn verwonding. Het vermoeden rijst dat hij misschien wel de moordenaar van Katie is. Jimmy begint dat in wankelmoedige momenten ook te denken en dat maakt de gesprekken tussen de vrienden van weleer knap ongemakkelijk. Sean doet zijn werk, en blijft enigszins in de periferie van het verhaal. Regelmatig speculeert hij met zijn werkpartner over de toedracht van de moord. Daardoor lijkt het alsof er twee films in elkaar gevlochten zijn.

Deze suggestie wordt versterkt door de verschillen in acteerstijl. In het psychologisch drama bieden Tim Robbins en Seann Penn lustig tegen elkaar op. Vooral Penn geeft zich over aan method acting zoals we dat kennen van Marlon Brando, Al Pacino en andere alumni van de Actor’s Studio. Anderzijds zijn Bacon en zijn collega (Laurence Fishburne) nauwelijks te onderscheiden van rechercheurs uit willekeurig welke politiefilm. Door dit alles heeft de film precies dezelfde zwakke plekken als het boek. Auteur Dennis Lehane – die als co-scenarist aan de film meewerkte – is in zijn betere romans in staat tot akelig precieze bespiegelingen over het menselijk tekort. Helaas is Mystic River – zowel de film als het boek – niet transparant genoeg om de toeschouwer een onbelemmerd kijkje te gunnen in de diepten van de menselijke ziel.
© 2004 Hans Knegtmans
powered by CJ2