archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 13 Jaargang 8 5 mei 2011 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Amsterdam werelddorp | ||||
Krassen op een plattegrond | Sebastiaan Capel | |||
In deze column schrijf ik regelmatig over stedelijkheid van buurten: een menging van functies en gebruik, een menging van mensen en een levendigheid die we kennen uit het centrum. Steeds meer buurten vertonen deze kenmerken van een ‘centrummilieu’. Dat vind ik goed, want het biedt meer mensen de gelegenheid te genieten van die stedelijkheid. De grote vraag is hoe die stedelijke sfeer ontstaat en of je die kan bevorderen.
Tijdens een congres over de ruimtelijke toekomst van Amsterdam, met de mooie naam ‘OverMorgen’, kwam dit aan de orde. In een workshop werd eerst een briefing gegeven door ambtenaren, een winkelstraatmanager en iemand van de Kamer van Koophandel. En er werden meer dan tien buurten aangemerkt die de potentie hadden om zich tot een centrummilieu op te werken. En met die buurten mochten wij aan de slag; geef maar eens tien acties om de buurt ‘stedelijker te maken’, was de opdracht. Het resultaat was een vrolijke boel van creativiteit en krassende stiften op plattegronden. Met kreten als: ‘Wat als we hier nou een brug bouwen?’, ‘Kunnen we dit gebouw niet transformeren tot een hotel?’ en in één geval ‘Slopen die boel en opnieuw beginnen!’.
Na een half uurtje mochten alle groepjes hun verhaal vertellen over ‘hun buurt’. Drie punten kwamen vaak terug en zijn misschien wel de vereiste ingrediënten voor stedelijkheid. Ten eerste moet er een menging van mensen zijn en moeten de aanwezige woningen daar dus ook de mogelijkheid voor bieden. Ten tweede moet de buurt bereikbaar zijn voor mensen. Daarom werden vaak bruggen, pontjes of andere manieren genoemd die de bereikbaarheid vergroten. Ten derde werkt het als een buurt een identiteit heeft of krijgt. En om die te krijgen werd onder meer geopperd om een buurt een opvallend gebouw te geven, een ‘landmark’. Maar er werd ook benadrukt dat die identiteit voort moet komen uit de buurt zelf en niet van buiten erop geplakt moet worden. In mijn groepje bespraken we de Van der Pekbuurt in Amsterdam Noord, net boven de pont, en kwamen al deze punten terug.
Overigens heb ik met een ambtenaar al jaren een weddenschap lopen over die Van der Pekbuurt. Hij denkt dat het helemaal gaat lukken en het net zo’n leuke bruisende buurt wordt als een Pijp of Westerpark. Ik denk van niet en de belangrijkste reden ervoor is dat de buurt niet grenst aan een andere buurt waar ‘het’ al gebeurt. Je ziet immers de stedelijkheid en levendigheid zich als een olievlek verspreiden vanuit het centrum. Positivo’s stellen dan dat Noord en de Van der Pekbuurt ook aan het centrum grenzen, met ‘alleen het IJ ertussen’.
Ik zie het dus niet gebeuren daar in Noord, maar dat de stedelijkheid en het centrummilieu zich nog verder gaan verspreiden, dat staat buiten kijf. Dat zie je ook als je door ons werelddorp loopt, fietst of tramt (met de auto lukt het minder goed, dan ben je te afgesloten en ga je te snel om de stad te kunnen zien). Welke plekken het eerst gaan mengen en bruisen, dat is nog afwachten. Maar als het gebeurt, kijk er dan goed naar en zoek naar die ingrediënten die ik hierboven noem.
**************************************
Meer over Linda Hulshof op: www.lindahulshof.nl |
||||
© 2011 Sebastiaan Capel | ||||
powered by CJ2 |