archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 13 Jaargang 8 5 mei 2011 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Bij ons in de straat | ||||
De verdwijning van mijnheer Mondriaan | Gábor Budavári | |||
De Zig-zagger uit Jrg 8, Nr 11 * is teruggekeerd tot zijn oude gewoonte: wanneer hij alleen is dan zig-zagt hij (de storingsfactor handhaver is blijkbaar elders ingezet) precies zoals Josine Heuts hem verbeeldde, maar wanneer hij met zijn vrouw aan het wandelen is, lopen zij zoals het hoort bij echtgenoten: ingehaakt, netjes in de maat, alsof er geen parkeerautomaten bestaan.
Het schilderij van mevrouw Heuts verbeeldt de dynamiek van het zig-zaggen, maar wij hebben een andere beeldenreeks van de kruising en de vier takken ervan. De Google Earth ‘street-view’ gebruikend kan iedereen wandelen in onze microkosmos. Bestaat er in de wereld iets dat beter past bij De Leunstoel?
Ik was van plan als ouverture voor dit verslag over de microkosmos een uit meerdere delen bestaand essay te schrijven over ‘grenzen’. De relevantie hiervan is vanzelfsprekend, maar ik ben bang dat de hoofdredacteur geen genade zal kennen met zulk een filosofisch product en mijn geesteskind binnen de kortste keren – namelijk tot hij het doorleest - zou vernietigen.
Het hoofdthema voor vandaag is een groep, waarvan de komst al van verre waarneembaar is: de veeggroep, met een machine die naar het oordeel van mijn vrouw nieuw is. Het geluid ervan is sneller en beschaafder dan dat van de oude, zoals ook bij nieuwe auto’s het geval is. Een hoger toerental zorgt voor een effectiever resultaat over een gelijke afstand. De veeggroep is ook voorzien van moderne zuig- en blaasinstrumenten, die het vuilnis van de trottoirs voor de draaiborstels van de veegmachine brengen. Een van die groepen heeft een door mijn vrouw veronderstelde voorman. Hij moet dat zijn, een oudere man met lange, grijze haren die onder een baseballpet aan de achterkant een bos vormen. In zijn oor zit een ring, reden waarom mijn vrouw over een ‘rock-’n-roll groep’ spreekt.
Mijn vrouw is overigens een informant van de gemeente over de toestand van de microkosmos, althans het voor ons zichtbare gedeelte. Samen met een vriendin, mevrouw ‘Wervelwind’ (deze naam is door mij uitgevonden) melden zij als goede burgers vlijtig diverse vormen van ongerief, zoals: straatverlichting die weer eens een keer is uitgevallen, meeuwen of kraaien die op zoek naar iets eetbaars vuilniszakken open gepikt hebben waarna de wind de omgeving met de inhoud heeft bedekt, een boom waarvan – na een storm – een gebroken tak gevaarlijk los hangt, een tentoonstelling van de producten van de Nederlandse verpakkingsindustrie naast een bank achtergelaten door een groep pauzerende rijksambtenaren. Als beloning krijgen zij een e-mail van de gemeente met dank en de belofte dat de orde en de netheid binnen vier werkdagen zullen worden hersteld.
Mevr. Wervelwind benijd ik intens. Ik, die steeds slechter loop, benijd de niet meer zo jonge (maar wel veel jonger dan ik) zilverharige dame, die ettelijke wandelkampioenschappen zou kunnen winnen als zij dat zou willen. In elk geval loopt zij grote afstanden in een buitengewoon snel tempo, soms na een gymnastiekbeurt met alle denkbare fitnessapparaten. Zij woont op een afstand van ca. 50 m. van ons in het naar het zuiden lopend deel van de Koningin Marialaan.
In de tegenovergestelde richting kijkend hebben wij - enkele weken geleden - een oproer waargenomen, waarbij aanwezig: twee politieauto’s, een agent op een motor, een ambulance en enkele omstaanders, onder welke onze meest nieuwsgierige buurman. Al deze mensen keken naar de ingang van de flat van Mijnheer Mondriaan. Hun aanwezigheid was blijkbaar vereist omdat de heer Mondriaan afgevoerd moest worden en zijn flat veiliggesteld.
Mijnheer Mondriaan kreeg zijn naam van mijn vrouw en wel hierom. Op zijn muren hangen drie kleinere schilderijen van Piet Mondriaan. Of deze schilderijen echt zijn, dan wel kopieën, weten wij niet. Mijnheer Mondriaan zat altijd in de richting van deze schilderijen kijkend, met zijn rug schuin naar de ramen en lezend. Mocht hij 90 graden naar rechts gedraaid zijn, dan keek hij naar de TV.
Wij kenden hem persoonlijk niet. Voor zover men kennissen kon geloven, was hij een weduwnaar. Met zijn hond - een Cairn-terrier volgens mijn vrouw - ging hij altijd tegen sluitingstijd naar Albert Heijn om de noodzakelijke boodschappen te doen, steeds moeilijker lopend, later nog wel met een hulp.
Sinds het oproer hangt een rolluik half naar beneden, een nooit eerder waargenomen glasgordijn hing voor een korte tijd scheef. Wij weten niets van hem, zoals wij daarvoor ook niets wisten. Waarschijnlijk is hij nog in leven in een ziekenhuis of elders, in elk geval hangt er geen Nederlands-, of Engelstalige bord met passende teksten van een makelaar voor verhuur of verkoop. Eén ding is zeker: hij gaat ‘s-avonds niet meer naar AH. Zijn hond verdween al veel eerder.
****************************************
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com |
||||
© 2011 Gábor Budavári | ||||
powered by CJ2 |