archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 13 Jaargang 8 5 mei 2011 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Gifty Manu: 'huilend de vliegtuigtrap op' | Willem Minderhout | |||
(Deel 8 in een – eindeloze? – reeks interviews met studenten van de opleidingen Bestuurskunde en Overheidsmanagement en International Public Management van de Haagse Hogeschool.)
Gifty Manu heeft momenteel een leer-arbeidsplaats bij het Haagse stadsdeel Segbroek. Ze doet een onderzoek naar burgerbetrokkenheid en wilde me – omdat ze wist dat ik in dat stadsdeel woon – daarover interviewen. Voor wat hoort wat, dus ik stelde als voorwaarde dat zij de volgende in mijn reeks interviews met studenten zou worden.
Ik ken Gifty aanmerkelijk minder goed dan de studenten die eerder aan het woord zijn gekomen. Zij heeft slechts een tweedejaarscursus bij me gevolgd. Ze was wel een dame die indruk op me maakte. Niet vanwege haar gedrag – ze was een uitermate rustige student die zich nooit op de voorgrond drong – maar door haar zelfverzekerde uitstraling en de kwaliteit van haar producten. Ik wist niet eens precies waar ze oorspronkelijk vandaan kwam. Omdat ze smetteloos Nederlands spreekt, dacht ik aanvankelijk dat ze Surinaamse was met een wat afwijkende naam. Het informatiesysteem bracht echter uitkomst: ze bleek geboren te zijn in Mampong-Ashanti in Ghana. Door de toverkracht van Google Earth ben ik daar eerst een kijkje gaan nemen. Mampong is een bruinige vlek in het groen van centraal-Ghana. Als je inzoomt zie je een zee van huisjes met tuintjes, een ‘freedom bar’ en het ‘Eno Afra Memorial Internet’, wat dat dan ook moge zijn. Dus daar ergens was Gifty ter wereld gekomen.
‘Ik zelfverzekerd?’, zegt Gifty, nadat ik haar mijn eerste indrukken heb verteld, ‘dat is nogal overdreven hoor. Toen ik pas met mijn studie begon deden we een simulatiespel – ‘Kerkendam’ – waarin we een Gemeenteraad en zo moesten spelen. Ik deed wel mee, maar ik begreep er niks van. Ik kwam vers van de HAVO en daar was me weinig bijgebracht over staatsinrichting en maatschappijleer, dus ik voelde me een dommerdje. Ik keek huizenhoog op tegen de studenten die meteen een leidersrol op zich namen. Gelukkig kan ik goed studeren en heb ik goede resultaten, maar een haantje de voorste ben ik nog steeds niet. Ik hoef niet zo nodig tijdens de les te laten zien dat ik iets weet, of begrepen heb. Dat laat ik wel op mijn tentamens zien.
Ik woon vanaf mijn negende jaar in Nederland. Mijn ouders woonden hier al. Ik ben opgegroeid bij mijn oma in Mampong, een klein provinciestadje. Ik had daar een hele fijne jeugd. Buitenspelen tot je erbij neer viel. Dankzij het geld van mijn ouders kon ik wel naar een goede school. Ik ging naar een openbare basisschool en kreeg huiswerkbegeleiding.
Mijn ouders zijn naar Nederland geemigreerd om een betere toekomst op te bouwen. Ze komen uit een arbeidersmilieu. Mijn vader heeft als een van de weinigen uit zijn gezin de basisschool afgemaakt, mijn moeder had een rijke tante die haar middelbare schoolopleiding, een kostschool in Kumasi, betaald heeft. Ze hebben altijd hard gewerkt voor hun geld..
Toen mijn vader me kwam halen hebben ze mij dat niet gezegd. Ik wist niet beter dan dat hij op bezoek kwam. Ze waren bang dat ik een scène zou schoppen als ik wist dat hij me mee wou nemen naar Nederland, dus ik ben onder voorwendsels naar het vliegveld gebracht. Ik ging huilend de vliegtuigtrap op, want ik wilde niet weg bij mijn oma. Zo kwam ik plotseling van een dorp in Ghana in de Bijlmer terecht!
Ik vond de Bijlmer wel heel mooi. Weet je wat ik het mooiste vond? De klimop tegen de gevels. Zoiets had ik in Ghana nog nooit gezien, maar ik herkende dat van de soaps op TV waar ik altijd naar keek! Ik schrok wel van het eten. Ik kreeg een boterham met Nederlandse kaas. Dat vond ik stinken. Dat vind ik trouwens nog steeds!
In de Bijlmer kwam ik in een zeer diverse wereld terecht. Veel Ghanezen, Surinamers en Antillianen. Ik trok met iedereen op. Ik vond het heerlijk in de Bijlmer. Ik kwam daar een paar jaar na de Bijlmerramp, dus die heb ik niet meegemaakt. Mijn ouders hebben het daar ook nooit over. In het begin hadden we wel last van junkies, maar sinds de flat is opgeknapt is dat opgelost. Ik kon altijd heerlijk fietsen en zwemmen. Natuurlijk miste ik in het begin mijn oma, maar zij heeft me er van overtuigd dat het beter was als ik in Nederland een toekomst zou opbouwen. En die onbekende ouders van mij bleken gelukkig enorme lieverds te zijn!
Mijn ouders spreken redelijk Nederlands, maar thuis wordt nog altijd voornamelijk Twi en Engels gesproken. Desondanks sprak ik binnen twee à drie maanden al goed Nederlands. Volgens mij komt dat omdat ik zo graag lees. Ik verslond de boeken van Carry Slee en die griezelboeken van Paul van Loon. Geweldig vond ik dat. Ik won zelfs een voorleeswedstrijd en daar was ik heel erg trots op!
Ik had natuurlijk wel een achterstand en begon als negenjarige in groep 3 van de basisschool. Aan het eind kreeg ik een schooladvies voor het VMBO. Ik wist helemaal niet wat dat betekende en mijn ouders ook niet. Een schoolvriendin zei dat ze naar het VWO wilde en dat er ook nog zoiets als een HAVO bestond. Als je goed je best deed tijdens de CITO-toets zou je daar heen mogen. Ik nam me voor om minstens genoeg punten voor het HAVO te halen en ik slaagde daar ruimschoots in. Volgens mijn CITO-score zat ik op HAVO/VWO niveau.
Mijn ouders vinden studeren heel erg belangrijk, maar ze hadden geen idee hoe het Nederlandse systeem in elkaar zat. Ik heb dat toentertijd allemaal zelf uitgezocht. Ik wou een nieuwe start maken op een nieuwe school en nieuwe mensen leren kennen. Ik heb daarom gekozen om mijn educatie buiten Amsterdam Zuidoost te vervolgen. Ik ben naar Weesp gegaan en heb me daar aangemeld bij het Vechtstede college. Ik heb daar een hele leuke tijd gehad en ben als een speer door het HAVO gegaan.
De keus om bestuurskunde in Den Haag te gaan studeren is ook mijn eigen beslissing. Ghanezen, is mijn indruk, hebben over het algemeen meer belangstelling voor commerciële studies, of studies als medicijnen en recht. Ik heb me altijd voor de publieke zaak geïnteresseerd. Of dat door al die boeken van Carry Slee komt die ik heb gelezen? Ha, ha, dat zou best wel eens kunnen!
De studie is me prima bevallen. Ik heb een heel leuke studiegenoot getroffen in Layla Ramos. Zij is Kaapverdiaan, dus ook een Afrikaans meisje in Nederland. We herkennen veel in elkaar. Misschien gek vanuit Afrikaans perspectief, want Ghana en de Kaapverdische eilanden verschillen nogal van elkaar. Het is zoiets als een Nederlander en een Litouwer die met elkaar optrekken op een school in Kenia.
Wat ik precies wil worden weet ik nog niet. Ik wil wel ergens terecht komen waar ik me verder kan ontwikkelen. Na het HBO ga ik dus in ieder geval doorstuderen.
Ghana interesseert me nog steeds. Ik probeer de politiek en het voetbal daar te volgen. Ik streef er naar eens in de drie jaar op bezoek te gaan, voornamelijk om even bij te kletsen met de familie en mijn oma! Maar Nederland is nu mijn land en ik wil me hier nuttig maken.
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2011 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |